TY - BOOK
T1 - Zandwinning, zandsuppletie en de Kaderrichtlijn Mariene Strategie
AU - Prins, Theo
AU - Hulsman, Helena
AU - Bruens, Ankie
AU - van Thiel-de Vries, Jaap
AU - Dotinga, Harm
AU - van Rijswick, Marleen
AU - Keessen, Andrea
AU - van Dalfsen, Jan
AU - Slijkerman, Diana
AU - Tamis, Jacqueline
N1 - Project number: 1200892-000
PY - 2009/12/30
Y1 - 2009/12/30
N2 - Op 15 juli 2008 is de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM) in werking getreden. Deze richtlijn heeft een tweeledig doel, bescherming en herstel van de Europese zeeën en waarborgen van een duurzaam menselijk gebruik. In Bijlage I van de KRM worden 11 kwalitatief beschrijvende elementen voor de omschrijving van de goede milieutoestand genoemd, waaronder een element dat betrekking heeft op bescherming van de zeebodem. Dit rapport richt zich op de vraag in hoeverre de verplichtingen van de KRM een belemmering kunnen vormen voor zandwinning en zandsuppleties. Hierbij gaat het zowel om de huidige omvang van zandwinning en suppleties ten behoeve van de kustverdediging en zandwinning ten behoeve van andere doelen (totaal ca. 25 miljoen m3/jaar), als om een mogelijk toekomstige grootschalige uitbreiding van zandwinning en zandsuppleties (ca. 100 miljoen m3/jaar) zoals omschreven in het Concept Nationaal Waterplan. Van de huidige menselijke activiteiten die van invloed zijn op de zeebodem zijn, wordt voor de visserij, zandwinning en zandsuppletie een beschrijving gegeven van de omvang van deze activiteiten. Op dit moment wordt de bodemberoerende visserij beschouwd als de menselijke activiteit met het grootste effect op de bodemgemeenschap. Op Europees niveau wordt gewerkt aan een door JRC en ICES op te stellen advies over de uitwerking van de 11 elementen uit Bijlage I van de KRM. Deze rapportages van JRC en ICES waren echter niet tijdig beschikbaar, en zijn niet gebruikt bij het opstellen van dit rapport. Er is een juridische analyse gemaakt van de betekenis van de KRM voor zandwinning en zandsuppletie. Geconcludeerd wordt dat zandwinning en zandsuppletie verenigbaar kunnen zijn met het doel van de KRM, mits aan bepaalde randvoorwaarden voldaan wordt, zoals duurzaam gebruik en het voorkomen van negatieve effecten op de goede milieutoestand. In bepaalde gevallen, zoals zandwinning en zandsuppletie strikt ten behoeve van de kustverdediging, kan er sprake zijn van dwingende redenen van openbaar belang, waardoor deze activiteiten ook gerechtvaardigd kunnen worden als ze het bereiken van de goede milieutoestand verhinderen. In alle gevallen geldt de verplichting tot het opstellen van plannen, het treffen van maatregelen om effecten te beperken, monitoring en rapportage. Een stappenplan is opgesteld om de juridische randvoorwaarden van de KRM toe te passen op een specifiek project. Over de effecten van zandwinning en zandsuppleties op het ecosysteem is beperkt kennis beschikbaar. Zandwinning en zandsuppletie hebben directe en indirecte effecten op het ecosysteem. Herstel na de ingreep is afhankelijk van verschillende factoren. In het algemeen geldt dat ecologisch herstel enkele jaren kan duren. De huidige kennis over effecten van zandwinning en -suppletie, en over het bentisch systeem van de Noordzee, is gefragmenteerd. Een mogelijke methode om de effecten van menselijke activiteiten op de zeebodem te beschrijven is het inschatten van het verstoorde oppervlak en de duur van de verstoring, in relatie tot het totale oppervlak van de habitat of bodemgemeenschap. Nader onderzoek is nodig om tot een goede begrenzing van gemeenschappen te komen.
AB - Op 15 juli 2008 is de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM) in werking getreden. Deze richtlijn heeft een tweeledig doel, bescherming en herstel van de Europese zeeën en waarborgen van een duurzaam menselijk gebruik. In Bijlage I van de KRM worden 11 kwalitatief beschrijvende elementen voor de omschrijving van de goede milieutoestand genoemd, waaronder een element dat betrekking heeft op bescherming van de zeebodem. Dit rapport richt zich op de vraag in hoeverre de verplichtingen van de KRM een belemmering kunnen vormen voor zandwinning en zandsuppleties. Hierbij gaat het zowel om de huidige omvang van zandwinning en suppleties ten behoeve van de kustverdediging en zandwinning ten behoeve van andere doelen (totaal ca. 25 miljoen m3/jaar), als om een mogelijk toekomstige grootschalige uitbreiding van zandwinning en zandsuppleties (ca. 100 miljoen m3/jaar) zoals omschreven in het Concept Nationaal Waterplan. Van de huidige menselijke activiteiten die van invloed zijn op de zeebodem zijn, wordt voor de visserij, zandwinning en zandsuppletie een beschrijving gegeven van de omvang van deze activiteiten. Op dit moment wordt de bodemberoerende visserij beschouwd als de menselijke activiteit met het grootste effect op de bodemgemeenschap. Op Europees niveau wordt gewerkt aan een door JRC en ICES op te stellen advies over de uitwerking van de 11 elementen uit Bijlage I van de KRM. Deze rapportages van JRC en ICES waren echter niet tijdig beschikbaar, en zijn niet gebruikt bij het opstellen van dit rapport. Er is een juridische analyse gemaakt van de betekenis van de KRM voor zandwinning en zandsuppletie. Geconcludeerd wordt dat zandwinning en zandsuppletie verenigbaar kunnen zijn met het doel van de KRM, mits aan bepaalde randvoorwaarden voldaan wordt, zoals duurzaam gebruik en het voorkomen van negatieve effecten op de goede milieutoestand. In bepaalde gevallen, zoals zandwinning en zandsuppletie strikt ten behoeve van de kustverdediging, kan er sprake zijn van dwingende redenen van openbaar belang, waardoor deze activiteiten ook gerechtvaardigd kunnen worden als ze het bereiken van de goede milieutoestand verhinderen. In alle gevallen geldt de verplichting tot het opstellen van plannen, het treffen van maatregelen om effecten te beperken, monitoring en rapportage. Een stappenplan is opgesteld om de juridische randvoorwaarden van de KRM toe te passen op een specifiek project. Over de effecten van zandwinning en zandsuppleties op het ecosysteem is beperkt kennis beschikbaar. Zandwinning en zandsuppletie hebben directe en indirecte effecten op het ecosysteem. Herstel na de ingreep is afhankelijk van verschillende factoren. In het algemeen geldt dat ecologisch herstel enkele jaren kan duren. De huidige kennis over effecten van zandwinning en -suppletie, en over het bentisch systeem van de Noordzee, is gefragmenteerd. Een mogelijke methode om de effecten van menselijke activiteiten op de zeebodem te beschrijven is het inschatten van het verstoorde oppervlak en de duur van de verstoring, in relatie tot het totale oppervlak van de habitat of bodemgemeenschap. Nader onderzoek is nodig om tot een goede begrenzing van gemeenschappen te komen.
M3 - Report
BT - Zandwinning, zandsuppletie en de Kaderrichtlijn Mariene Strategie
PB - Deltares
CY - Delft
ER -