Windmolengevoeligheidskaart Noordzee : update 2021

Research output: Book/ReportReportProfessional

Abstract

Door de voortgaande uitrol van wind op zee, krijgen -beschermde- zeevogels op de Noordzee in toenemende mate te maken met windmolenparken in hun primaire habitat: de open zee. Andere grootschalige interacties tussen zeevogels en menselijk handelen op zee zijn gevat in kaartbeelden, die in één oogopslag een indruk geven van gebieden met een hoog risico en gebieden met een laag risico. Dit is in het verleden ook gedaan ten behoeve van de bestrijding van olievlekken op zee, maar ook effecten van bijvoorbeeld scheepvaart lenen zich voor een dergelijke ruimtelijke analyse. Windparken op zee hebben in verschillende gebieden verschillende effecten op zeevogels, omdat de avifauna van plaats tot plaats verschilt, en omdat niet alle soorten zeevogels even gevoelig zijn voor windmolens. Door zeevogel dichtheidskaarten te combineren met een gevoeligheidsindex per soort, kunnen gevoeligheden voor alle soorten bij elkaar worden opgeteld en kan een integraal beeld verkregen worden voor de windmolengevoeligheid van alle voorkomende zeevogels, gedurende het hele jaar. Er is inmiddels al een kleine reeks van dit type kaarten vervaardigd, maar de meest recente stamde uit 2015. Sindsdien zijn er veel aanvullende zeevogelsurveys op de Noordzee uitgevoerd en een windmolengevoeligheidskaart wordt beter, naarmate de basis sterker is. Om deze reden heeft het ministerie van LVN aan Wageningen Marine Research gevraagd om een update te maken van een Noordzee-brede kaart van zeevogel windmolengevoeligheid. Uit deze rekenoefening blijkt, dat op de schaal van de Noordzee, de grootste risico’s ten opzichte van de zeevogels van het plaatsen van windmolens liggen in brede stroken in grote delen van de kustwateren: precies dáár waar de meeste offshore windparken zijn gepland. In Nederlandse wateren zijn de risico’s, afgezet tegen andere delen van de Noordzee, relatief groot en het grootst in de zuidelijke helft van het NCP. In onze kustwateren leven grote aantallen broedvogels in de zomer, en grote aantallen overwinteraars van elders in de rest van het jaar. De hoogst-gevoelige delen strekken zich uit tot en met het gebied van het Friese Front. Wanneer de analyse beperkt zou worden tot de Nederlandse sector van de Noordzee, zou de kaart hier minder rood kleuren als dezelfde relatieve grenzen zouden worden aangehouden (20% rood van het hele gebied, 20% geel en 60% groen).
Original languageDutch
Place of PublicationDen Helder
PublisherWageningen Marine Research
Number of pages14
DOIs
Publication statusPublished - Dec 2021

Publication series

NameWageningen Marine Research rapport
No.C104/21

Cite this