TY - BOOK
T1 - Wettelijk instrumentarium voor landbouwmaatregelen om waterkwaliteit te verbeteren
T2 - realisatie van nutriëntendoelstellingen uit de Kaderrichtlijn Water
AU - Velthof, G.L.
AU - Kistenkas, F.H.
AU - Groenendijk, P.
AU - van Boekel, E.M.P.M.
AU - Oenema, O.
N1 - Project number WOT-04-008-031.01/ BO-43-012.02-003
PY - 2018
Y1 - 2018
N2 - De doelstellingen voor stikstof- en fosforconcentraties in grond- en oppervlaktewater uit de Kaderrichtlijn Water en Nitraatrichtlijn worden in bepaalde regio’s in Nederland op dit moment nog niet gehaald. Op basis van afspraken in de Stuurgroep Water en in opdracht van het Bestuurlijk Overleg Delta-aanpak Waterkwaliteit en Zoetwater is onderzocht of er voldoende inzetbaar juridisch instrumentarium is en of er aanvullend instrumentarium nodig is om aanvullende maatregelen te nemen om de waterkwaliteit te verbeteren. De Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM) heeft het project uitgevoerd, onder begeleiding van een ambtelijke projectgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de Regionaal Bestuurlijke Overleggen (RBO-en), Interprovinciaal Overleg (IPO), Unie van Waterschappen (UvW) alsook de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en Landbouw, Natuur en Voedsel-kwaliteit (LNV). Het generieke spoor om nutriëntenuitspoeling te reguleren loopt via gebruiksnormen en –voorschriften in de Meststoffenwet en het Besluit gebruik meststoffen (Wet bodembescherming). Mits deze wetgeving wordt aangepast, kan het Rijk alle in deze studie geïnventariseerde maatregelen regionaal inzetten. Het generieke spoor biedt zonder aanpassing geen delegatiemogelijkheid naar decentrale overheden. In het gebied-specifieke spoor heeft de provincie via de provinciale milieuverordening mogelijkheden tot het nemen van enkele maatregelen in grondwaterbeschermingsgebieden en kunnen waterschappen teeltvrije (mestvrije) zones langs waterlopen via maatwerkvoorschriften voorschrijven in specifieke gebieden. Deze mogelijkheden voor regionale overheden kunnen alleen in specifieke situaties worden gebruikt. Met de komst van het nieuwe stelsel van het omgevingsrecht (de Omgevingswet) zullen deze mogelijkheden worden verruimd. Nader jurisprudentie-onderzoek is nodig om de mogelijkheden na te gaan om nutriënten-uitspoeling te beperken via het ruimtelijke ordeningsspoor, het natuurbeschermingsrechtelijke spoor en het privaatrechtelijke spoor. Er zou nader onderzoek moeten worden uitgevoerd om te bepalen of het wenselijk is om de mogelijkheden voor provincies en/of waterschappen uit te breiden om gebiedsgericht aanvullende maatregelen te nemen.
AB - De doelstellingen voor stikstof- en fosforconcentraties in grond- en oppervlaktewater uit de Kaderrichtlijn Water en Nitraatrichtlijn worden in bepaalde regio’s in Nederland op dit moment nog niet gehaald. Op basis van afspraken in de Stuurgroep Water en in opdracht van het Bestuurlijk Overleg Delta-aanpak Waterkwaliteit en Zoetwater is onderzocht of er voldoende inzetbaar juridisch instrumentarium is en of er aanvullend instrumentarium nodig is om aanvullende maatregelen te nemen om de waterkwaliteit te verbeteren. De Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM) heeft het project uitgevoerd, onder begeleiding van een ambtelijke projectgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de Regionaal Bestuurlijke Overleggen (RBO-en), Interprovinciaal Overleg (IPO), Unie van Waterschappen (UvW) alsook de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en Landbouw, Natuur en Voedsel-kwaliteit (LNV). Het generieke spoor om nutriëntenuitspoeling te reguleren loopt via gebruiksnormen en –voorschriften in de Meststoffenwet en het Besluit gebruik meststoffen (Wet bodembescherming). Mits deze wetgeving wordt aangepast, kan het Rijk alle in deze studie geïnventariseerde maatregelen regionaal inzetten. Het generieke spoor biedt zonder aanpassing geen delegatiemogelijkheid naar decentrale overheden. In het gebied-specifieke spoor heeft de provincie via de provinciale milieuverordening mogelijkheden tot het nemen van enkele maatregelen in grondwaterbeschermingsgebieden en kunnen waterschappen teeltvrije (mestvrije) zones langs waterlopen via maatwerkvoorschriften voorschrijven in specifieke gebieden. Deze mogelijkheden voor regionale overheden kunnen alleen in specifieke situaties worden gebruikt. Met de komst van het nieuwe stelsel van het omgevingsrecht (de Omgevingswet) zullen deze mogelijkheden worden verruimd. Nader jurisprudentie-onderzoek is nodig om de mogelijkheden na te gaan om nutriënten-uitspoeling te beperken via het ruimtelijke ordeningsspoor, het natuurbeschermingsrechtelijke spoor en het privaatrechtelijke spoor. Er zou nader onderzoek moeten worden uitgevoerd om te bepalen of het wenselijk is om de mogelijkheden voor provincies en/of waterschappen uit te breiden om gebiedsgericht aanvullende maatregelen te nemen.
UR - https://edepot.wur.nl/449400
U2 - 10.18174/449400
DO - 10.18174/449400
M3 - Report
T3 - WOt-rapport
BT - Wettelijk instrumentarium voor landbouwmaatregelen om waterkwaliteit te verbeteren
PB - WOT Natuur & Milieu
CY - Wageningen
ER -