Abstract
In 1999 heeft het International Accounting Standard Committee (IASC) een Exposure Draft uitgevaardigd waarin voor het eerst in internationaal verband richtlijnen zijn aangegeven voor het bedrijfseconomisch jaarverslag van agrarische ondernemingen. Het meest opvallende onderdeel vormt de waardering van biologische (= levende) activa tegen reële waarde (fair value). In deze publicatie worden zowel de inhoud van deze Draft als de reacties vanuit de praktijk besproken. De discussie spitst zich vooral toe op de aspecten betrouwbaarheid en relevantie van de traditionele waarderingsmethode ten opzichte van de nieuw voorgestelde methode. Aangezien de score op deze aspecten alleen empirisch bepaald kan worden, richt de rest van de publicatie zich op de praktijk. Allereerst is voor zowel een gemiddeld melkveebedrijf als een gemiddeld fruitteeltbedrijf een jaarverslag volgens de oude methode en een jaarverslag volgens de in de Draft voorgestelde methode opgesteld. Voor de meeste biologische activa is de reële waarde op een betrouwbare manier vast te stellen. De uitwerking van de reële waarde voor de fruitboomgaard leverde echter grote schommelingen over de jaren op. Dit werd vooral veroorzaakt door de wijze van berekening. Daarna zijn de jaarverslagen aan gebruikers van de jaarrekening voorgelegd: een accountant, iemand die financieringsaanvragen bij een bank beoordeelt, iemand van de agrarische adviesdienst en de boer zelf. De meerderheid bleek zich vooral te baseren op het fiscale jaarverslag. Met uitzondering van de accountant, had men dus weinig belang bij een andere waardering en verwerkingswijze in het bedrijfseconomische verslag.
Original language | Dutch |
---|---|
Place of Publication | Den Haag |
Publisher | LEI |
Number of pages | 161 |
ISBN (Print) | 9789052427355 |
Publication status | Published - 2002 |
Keywords
- farm management
- fruit growing
- animal husbandry
- farm accounting
- annual accounts