TY - BOOK
T1 - Voorstudie suppletie middengebied Oosterschelde
T2 - Systeemkennis en aanbevelingen voor het ontwerpproces
AU - de Vet, Lodewijk
AU - Walles, Brenda
AU - Vermeer, Nienke
AU - van der Werf, Jebbe
AU - van Donk, Susanne
AU - Escaravage, Vincent
N1 - Project number: 11208553-002
PY - 2023/10/27
Y1 - 2023/10/27
N2 - Rijkswaterstaat is binnen de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW) van plan om in het Middengebied van de Oosterschelde in 2026/2027 te suppleren met als belangrijkste doelstelling de foerageerfunctie van de intergetijdengebieden in de Oosterschelde te behouden. Suppleren is in het kader van de Natura-2000 instandhoudingsdoelen noodzakelijk omdat deze intergetijdengebieden onder druk staan door zandhonger (afkalving van de zandplaten als gevolg van de Oosterscheldekering) en versnelde zeespiegelstijging. Met deze suppletie wordt concreet beoogd de foerageerfunctie voor de steltlopers in het Middengebied voor de komende 25 jaar in stand te houden. Dit rapport, gezamenlijk opgesteld door Deltares en Wageningen Marine Research (WMR), ontsluit kennis en ervaring van het Middengebied en de voorgaande suppleties in de Oosterschelde sinds 2008, in het bijzonder de Roggenplaat suppletie van 2019. Deze voorstudie resulteert in aanbevelingen voor de aanstaande ontwerpstudie van de Middengebied suppletie en voor project-overstijgend suppletieonderzoek in de Oosterschelde. De belangrijkste aanbeveling is om het ontwerpproces zoals gevolgd bij de Roggenplaat suppletie als startpunt te nemen voor het ontwerp van de suppletie in het Middengebied. Hierbij kunnen het destijds gehanteerde afwegingskader en de ontwerpprincipes grotendeels overgenomen worden. Om recht te doen aan de belangrijkste doestelling – behoud van de foerageerfunctie – is het advies om in de ontwerpstudie de draagkracht van het foerageersysteem van het Middengebied in beschouwing te nemen inclusief de niet-gesuppleerde gebieden. De suppletie zelf zorgt namelijk voor een tijdelijke achteruitgang in foerageerhabitat die opgevangen moet kunnen worden door de niet-gesuppleerde gebieden. De rekolonisatie van bodemleven en het herstel van de foerageerfunctie is complex en van vele factoren afhankelijk, en nog niet voldoende begrepen. Daarom is doorontwikkeling van kennis en ontwerpconcepten essentieel. Diverse uitbreidingen van de ontwerpprincipes en pilot-experimenten zijn voorgesteld om te pogen de ecologische meerwaarde van de suppletie (ten bate van de foerageerfunctie) zo groot mogelijk te maken en de ecologische hersteltijd van de suppletie te beperken. Met monitoring van de toekomstige suppleties kan de kennisopbouw voor opvolgende suppleties in de Oosterschelde worden geborgd, zodat deze steeds doelmatiger kunnen worden ontworpen en gerealiseerd.
AB - Rijkswaterstaat is binnen de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW) van plan om in het Middengebied van de Oosterschelde in 2026/2027 te suppleren met als belangrijkste doelstelling de foerageerfunctie van de intergetijdengebieden in de Oosterschelde te behouden. Suppleren is in het kader van de Natura-2000 instandhoudingsdoelen noodzakelijk omdat deze intergetijdengebieden onder druk staan door zandhonger (afkalving van de zandplaten als gevolg van de Oosterscheldekering) en versnelde zeespiegelstijging. Met deze suppletie wordt concreet beoogd de foerageerfunctie voor de steltlopers in het Middengebied voor de komende 25 jaar in stand te houden. Dit rapport, gezamenlijk opgesteld door Deltares en Wageningen Marine Research (WMR), ontsluit kennis en ervaring van het Middengebied en de voorgaande suppleties in de Oosterschelde sinds 2008, in het bijzonder de Roggenplaat suppletie van 2019. Deze voorstudie resulteert in aanbevelingen voor de aanstaande ontwerpstudie van de Middengebied suppletie en voor project-overstijgend suppletieonderzoek in de Oosterschelde. De belangrijkste aanbeveling is om het ontwerpproces zoals gevolgd bij de Roggenplaat suppletie als startpunt te nemen voor het ontwerp van de suppletie in het Middengebied. Hierbij kunnen het destijds gehanteerde afwegingskader en de ontwerpprincipes grotendeels overgenomen worden. Om recht te doen aan de belangrijkste doestelling – behoud van de foerageerfunctie – is het advies om in de ontwerpstudie de draagkracht van het foerageersysteem van het Middengebied in beschouwing te nemen inclusief de niet-gesuppleerde gebieden. De suppletie zelf zorgt namelijk voor een tijdelijke achteruitgang in foerageerhabitat die opgevangen moet kunnen worden door de niet-gesuppleerde gebieden. De rekolonisatie van bodemleven en het herstel van de foerageerfunctie is complex en van vele factoren afhankelijk, en nog niet voldoende begrepen. Daarom is doorontwikkeling van kennis en ontwerpconcepten essentieel. Diverse uitbreidingen van de ontwerpprincipes en pilot-experimenten zijn voorgesteld om te pogen de ecologische meerwaarde van de suppletie (ten bate van de foerageerfunctie) zo groot mogelijk te maken en de ecologische hersteltijd van de suppletie te beperken. Met monitoring van de toekomstige suppleties kan de kennisopbouw voor opvolgende suppleties in de Oosterschelde worden geborgd, zodat deze steeds doelmatiger kunnen worden ontworpen en gerealiseerd.
M3 - Report
BT - Voorstudie suppletie middengebied Oosterschelde
PB - Deltares
CY - Delft
ER -