Abstract
Het rapport is als volgt opgezet. Eerst wordt een voorstel voor een concreet coexistentiemonitoringprogramma (CMP) voor aardappel beschreven dat is aangepast aan de specifieke gewaseigenschappen van aardappel. De gemaakte keuzen t.b.v. een pragmatische invulling van het voorgestelde CMP worden in de opvolgende hoofdstukken toegelicht op basis van de huidige stand van zaken in het wetenschappelijk onderzoek aan (trans)genverspreiding in aardappel. Er is nog geen ervaring met een CMP in aardappel, noch is er een (Europese) standaard voor. Voor het bereiken van een zo pragmatisch mogelijke aanpak wordt zoveel mogelijk aangesloten bij al bestaande evaluatiepraktijken in de aardappelteelt. Dat betekent dat zoveel mogelijk aangesloten is bij de bestaande controlepraktijk zoals die uitgevoerd wordt door de NAK. Dat laat onverlet dat co-existentiemonitoring niet tot de staande praktijk van de NAK gerekend kan worden en dat nu ook nog niet vastligt dat de NAK deze monitoring inderdaad gaat doen. Praktische uitvoering hangt af van besluitvorming over de uiteindelijke invulling van de co-existentiemonitoring zodra GG aardappelteelt geïntroduceerd zou gaan worden.
Original language | Dutch |
---|---|
Publisher | Wageningen UR |
Number of pages | 36 |
Publication status | Published - 2015 |
Keywords
- arable farming
- potatoes
- field crops
- mixing
- cross pollination
- genetic engineering
- outcrossing
- transgenic plants
- netherlands