Vloeistofverdeling in een plat vlak en in een boom bij twee afstellingen van een fruitteelt dwarsstroomspuit

H.A.J. Porskamp, J.C. van de Zande

Research output: Book/ReportReportProfessional

Abstract

Verdelingsmetingen aan fruitteeltspuiten worden veelal uitgevoerd in een plat verticaal vlak. Niet duidelijk is wat de optimale verdeling in het verticale vlak is en hoe de relatie is tussen de verdeling in het verticale vlak en de verdeling op de bladeren in een boom. Sommige onderzoekers geven de voorkeur aan een vlakke verdeling op een spuitbord en anderen aan een verdeling die correspondeert met de bladmassa (boomvormige verdeling).
In dit onderzoek is allereerst een vergelijking gemaakt tussen een stationaire en een dynamische verdelingsmeting op een verticale meetmast. Bij dynamische metingen is voor een boomvormige en een vlakke afstelling van de spuit de invloed van de rijsnelheid op het verdelingspatroon op de meetmast bepaald. Op meerdere plaatsen in een kunstboom is tenslotte de op horizontaal en verticaal geplaatste collectoren gemeten vloeistofhoeveelheid bepaald en vergeleken met de aangeboden vloeistof gemeten op de meetmast.

Bij het bepalen van de vloeistofverdeling van een fruitteeltspuit op een verticale meetmast is er weinig verschil in verdelingsvorm tussen een stationaire meting en een dynamische meting bij een rijsnelheid van 0,6 m/s. Dit geldt zowel voor een boomvormige verdeling als voor een vlakke verdeling.
Bij dynamische metingen wordt door het verhogen van de rijsnelheid van 0,6 naar 2,0 m/s minder op het onderste deel van de meetmast gemeten en meer op het bovenste deel. Dit is zowel het geval bij een afstelling met een boomvormige als met een vlakke verdeling.
Uit een vergelijking van metingen op een verticale mast en op collectoren in een kunstboom blijkt dat bij alle metingen in de broek van de kunstboom per cm2 duidelijk minder terecht komt dan op de mast op diezelfde hoogte. Bij de boomvormige verdeling en een rijsnelheid van 0,6 m/s wordt in het midden van de kunstboom, links en rechts aan de onderkant van de boom (onder) per cm2 minder gemeten dan op de mast. In de top van de kunstboom wordt meer gemeten dan op de mast. Bij een rijsnelheid van 1,2 m/s en 2,0 m/s wordt op alle plaatsen van de kunstboom minder gemeten dan op de mast. Bij 2 m/s is dit minder dan de helft van de op de mast gemeten hoeveelheid.
Bij de vlakke verdeling wordt bij alle snelheden in de top van de kunstboom dezelfde hoeveelheid gemeten als op de mast. In het midden en onder in de boom wordt gemiddeld driekwart teruggemeten van de hoeveelheid op de mast.

Uit berekeningen volgt dat bij kegelvormige bomen, met of zonder cilindrisch onderstuk, met een regelmatige bladverdeling, de benodigde boomvormige vloeistofverdeling vrijwel overeenkomt met de diameter van de kegel van de kunstboom op de diverse hoogtes. Door alleen bij de aanwezigheid van bladeren te spuiten kunnen, afhankelijk van de boomvorm, bij de boomvormige afstelling van de spuit vloeistofbesparingen van 16-35% worden bereikt en bij de vlakke afstelling 30-50%.

Als de recovery van de toegepaste meetmethodiek te laag is kunnen geen betrouwbare uitspraken over verdelingen van meetmasten en in bomen geplaatste collectoren worden gedaan. De wijze van presenteren van de resultaten (bijvoorbeeld % van de verdeling of ul/cm2) kan dan een grote invloed op de conclusies hebben.
Original languageDutch
Place of PublicationWageningen
PublisherIMAG
Number of pages34
Publication statusPublished - 2001

Publication series

NameIMAG Nota
No.P2001-121

Cite this