Vergelijking van een screenings- en een bevestigingsmethode voor de bepaling van [beta]-agonisten in urine

W. Haasnoot, L.M.H. Frijns, T. Bannink, G.D. van Bruchem, A.R.M. Hamers, D. Samson, J.W.M. Böhmer, H. Hooijerink, P. Stouten, E.O. van Bennekom

Research output: Book/ReportReportProfessional

Abstract

Voor de bepaling van een aantal [beta]-agonisten in urine zijn een screenings- en een bevestigingsmethode ontwikkeld. De screeningsmethode is gebaseerd op een enzym-immunologische test (EIA), waarbij antilichamen worden gebruikt voor de herkenning van clenbuterol en kruisreagerende verbindingen (metabolieten en andere [beta]-agonisten). Naast een directe screeningsmethode (minimale monstervoorbewerking; geschikt voor ca. 100 monsters per dag) is een iets meer bewerkelijke combinatie met een op immuno-affiniteitschromatografie (IAC) gebaseerde monstervoorbewerking mogelijk. De methode waarbij gebruik wordt gemaakt van gaschromatografie in combinatie met massaspectrometrie (GC-MS) en IAC als monstervoorbewerking is vanwege de grote specificiteit geschikt als bevestigingsmethode (capaciteit 10-20 monsters per dag). In het in dit rapport beschreven onderzoek worden de resultaten verkregen na analyse van 1 013 urinemonsters, met zowel de screenings- als de bevestigingsmethode, met elkaar vergeleken.
Original languageDutch
Place of PublicationWageningen
PublisherRIKILT
Number of pages36
Publication statusPublished - 1991

Publication series

NameRapport / RIKILT-DLO
No.91.18

Keywords

  • beta-adrenergic agonists
  • urine
  • analysis
  • screening

Cite this