TY - BOOK
T1 - Verbreding, wat vinden boeren er van?
AU - van den Ham, A.
AU - van der Schans, J.W.
PY - 1999
Y1 - 1999
N2 - Bij melkveehouders waar natuur het beste in de bedrijfsstrategie past, zijn onzekerheidsbepalende factoren (risico van planologische schaduwwerking) belangrijker bij de afweging om natuur in de bedrijfsvoering op te nemen dan bedrijfstechnische en bedrijfsstructurele factoren (melk en vee per hectare, aspecten rond de graslandproductie). Als stimulans leggen ze meer de nadruk op zekerheid en continuïteit (geen planologische schaduwwerking, zekerheid voor de aangepaste bedrijfsvoering, continuïteit in de afspraken) en een brede mix van verschillende typen vergoedingen dan op vergoeding voor derving van de gewasopbrengst en -kwaliteit. Boeren die het meest voor verbreding (dag- en verblijfsrecreatie, landbouwzorg) voelen, hebben een voorzichtige bedrijfsstrategie. Een sterke groei van de bedrijfsomvang heeft niet hun eerste prioriteit, het laag houden van de schulden is wel belangrijk. Daarom, en vanwege de onzeker geachte rentabiliteit van grote investeringen in verbreding, is de start van deze activiteiten laagdrempelig en aansluitend bij wat ze al hebben. Belangrijkste knelpunten zijn de arbeid en de bedrijfsomstandigheden. Er is een breder palet aan stimulansen nodig om aan te sluiten op hetgeen melkveehouders beweegt bij wie natuur het beste in de bedrijfsvoering past. Bij oplossingen om verbreding te stimuleren moet worden aangesloten bij de bedrijfsstrategie van de inkomensverbreders. Dat betekent dat oplossingen voor knelpunten moeten worden gezocht op het niveau van het samenwerkingsverband van boeren. Door eenduidigheid van signalen en onzekerheidsreductie kan de zekerheid van de ontwikkelingsrichting naar verbreding toenemen ten opzichte van die naar een grootschalige, efficiënte productie. Professionalisering van verbreding is eveneens nodig.
AB - Bij melkveehouders waar natuur het beste in de bedrijfsstrategie past, zijn onzekerheidsbepalende factoren (risico van planologische schaduwwerking) belangrijker bij de afweging om natuur in de bedrijfsvoering op te nemen dan bedrijfstechnische en bedrijfsstructurele factoren (melk en vee per hectare, aspecten rond de graslandproductie). Als stimulans leggen ze meer de nadruk op zekerheid en continuïteit (geen planologische schaduwwerking, zekerheid voor de aangepaste bedrijfsvoering, continuïteit in de afspraken) en een brede mix van verschillende typen vergoedingen dan op vergoeding voor derving van de gewasopbrengst en -kwaliteit. Boeren die het meest voor verbreding (dag- en verblijfsrecreatie, landbouwzorg) voelen, hebben een voorzichtige bedrijfsstrategie. Een sterke groei van de bedrijfsomvang heeft niet hun eerste prioriteit, het laag houden van de schulden is wel belangrijk. Daarom, en vanwege de onzeker geachte rentabiliteit van grote investeringen in verbreding, is de start van deze activiteiten laagdrempelig en aansluitend bij wat ze al hebben. Belangrijkste knelpunten zijn de arbeid en de bedrijfsomstandigheden. Er is een breder palet aan stimulansen nodig om aan te sluiten op hetgeen melkveehouders beweegt bij wie natuur het beste in de bedrijfsvoering past. Bij oplossingen om verbreding te stimuleren moet worden aangesloten bij de bedrijfsstrategie van de inkomensverbreders. Dat betekent dat oplossingen voor knelpunten moeten worden gezocht op het niveau van het samenwerkingsverband van boeren. Door eenduidigheid van signalen en onzekerheidsreductie kan de zekerheid van de ontwikkelingsrichting naar verbreding toenemen ten opzichte van die naar een grootschalige, efficiënte productie. Professionalisering van verbreding is eveneens nodig.
KW - agrarische bedrijfsvoering
KW - melkveehouderij
KW - milieubescherming
KW - milieufactoren
KW - nederland
KW - multifunctionele landbouw
KW - farm management
KW - dairy farming
KW - environmental protection
KW - environmental factors
KW - netherlands
KW - multifunctional agriculture
M3 - Report
SN - 9789052425054
BT - Verbreding, wat vinden boeren er van?
PB - LEI
CY - Den Haag
ER -