Veranderingen in ecotopen over 10 jaar na aanleg van de Zandmotor: Monitoring en evaluatie 2010-2020

Research output: Book/ReportReportProfessional

Abstract

De Zandmotor is in 2011 aangelegd als innovatieve pilot ter bescherming van de kust. Deze megasuppletie is een alternatief voor meerdere kleine strand- en vooroeversuppleties die tevens frequenter moeten worden uitgevoerd. Een megasuppletie biedt naast financiële voordelen (minder kosten per m3 zand) mogelijk ook voordelen voor natuurwaarden. Ten eerste omdat het bodemleven langer de tijd krijgt om zich te herstellen en ten tweede omdat een megasuppletie effect heeft op de abiotische randvoorwaarden wat kan leiden tot meer variatie in ecotopen. In deze rapportage is onderzocht of de aanleg van de Zandmotor heeft geleid tot een hogere variëteit aan habitats, die ruimte zouden kunnen bieden aan diverse soorten fauna. De ontwikkeling van habitats is gevolgd van het jaar voor de aanleg van de Zandmotor in 2011 tot en met 2019 met behulp van ecotopenkaarten. Ecotopen zijn gebieden met een min of meer homogene landschappelijke eenheid, die bepaald worden door specifieke abiotische, biotische of antropogene condities ter plaatse. In deze studie is gebruik gemaakt van de abiotische condities droogvalduur, bodemschuifspanning door golven en stroming, gemiddelde stroomsnelheid en mediane korrelgrootte. Met behulp van bodemdiergegevens in het gebied hebben we categorieën voor elke abiotische variabele bepaald en deze gebruikt om 10 verschillende ecotopen te definiëren. In de vooroever zijn vier ecotopen die onderscheiden worden door hoog- of laagdynamische condities (bodemschuifspanning door golven en stroming) en een relatief grove of fijne mediane korrelgrootte. Beschut water is onderscheiden van delen in de vooroever door een lage stroomsnelheid. Verder zijn er vier ecotopen in het intergetijdengebied die onderscheiden worden door hoog- of laagdynamische condities (bodemschuifspanning door golven en stroming) en de mate van droogval (hoog of laag). De laatste onderscheiden ecotoop is het strand. De aanleg van de Zandmotor heeft de arealen en variëteit aan ecotopen duidelijk veranderd. De ecotopen in de vooroever zijn afgenomen met ongeveer 130 hectare en het strand is toegenomen met bijna 70 hectare. Over de tijd is het areaal vooroever na de aanleg weer iets toegenomen, door erosie van de Zandmotor, waardoor de netto afname is gezakt tot 100 hectare en het strand weer afgenomen tot een netto toename van ongeveer 30 hectare. Het intergetijdengebied is ook toegenomen met ongeveer 60 hectare door de aanleg van de Zandmotor, maar het totale areaal schommelt wat over de tijd. Tevens heeft de Zandmotor geleid tot een relatief beschutte lagune wat een uniek habitat is voor de Noordzee kustzone. Binnen het intergetijdengebied is vooral het beschutte lage en hoge intergetijdengebied toegenomen. In de vooroever heeft de eroderende kop van de Zandmotor tijdelijk gezorgd voor een hogere bodemschuifspanning en stroomsnelheid (>4 m/s) dichtbij het strand. Verder is relatief grover sediment toegenomen in de vooroever. Dit zou een effect van de Zandmotor kunnen zijn die mogelijk grover sediment heeft aangebracht dan voorheen aanwezig was in het gebied. Algeheel is de diversiteit aan ecotopen in het gebied rond de Zandmotor toegenomen; de diversiteitsindex is toegenomen van ~1.2 naar ~1.6. Vervolgens hebben we de ecotopenindeling geverifieerd met de bodemdiergemeenschap. Ecotopen verschillen in het voorkomen van bodemdieren. Ecotopen in de vooroever zijn over het algemeen soortenrijker en hebben een hogere biomassa en dichtheid dan ecotopen in het intergetijdengebied. Binnen het intergetijdengebied is het lage intergetijdengebied over het algemeen rijker aan bodemleven dan het hoge intergetijdengebied. In het beschutte water (vooral lagune) vonden we weinig soorten en biomassa aan bodemdieren. Dit is te verklaren doordat stroomsnelheid hier laag is, waardoor voedsel makkelijk naar de bodem zakt. Mediane korrelgrootte lijkt enigszins van belang; er zijn iets meer soorten in ecotopen in de vooroever met fijner sediment, maar dit resultaat is niet eenduidig. Naast de totale bodemdiergemeenschap hebben soorten ook specifieke voorkeuren in habitat. Van de zes specifieke soorten die wij bekeken hebben, vonden we vijf soorten vooral in de vooroever, maar de gemshorenworm (Scolelepis (Scolelepis) squamata) heeft juist een voorkeur voor het intergetijdengebied. Concluderend heeft de aanleg van de Zandmotor geleidt tot een afname van het areaal vooroever. Dit ecotoop komt algemeen voor langs de Nederlandse kust en is relatief rijk aan bodemdieren (biomassa en diversiteit). Het gebied is door de aanleg van de Zandmotor wel diverser geworden in abiotiek en ecotopen, wat mogelijk ruimte biedt voor specifieke bodemdieren en foeragerende vogels.
Original languageDutch
Place of PublicationYerseke
PublisherWageningen Marine Research
Number of pages38
DOIs
Publication statusPublished - 2020

Publication series

NameWageningen Marine Research rapport
No.C100/20

Cite this