TY - BOOK
T1 - Vaarverslag MONS-monitoring pelagische vis en zoöplankton
AU - van Walraven, Lodewijk
AU - Couperus, Btam
AU - Jak, Robbert G.
AU - Keur, Marinus C.
PY - 2023
Y1 - 2023
N2 - Voor de MONS-projecten Monitoring pelagische vis fase 1 en Monitoring zoöplankton fase 1 is door Wageningen Marine Research een vaartocht uitgevoerd met RV Tridens II die door de opdrachtgever (RWS) beschikbaar was gesteld. In dit vaarverslag zijn de bijzonderheden van deze vaartocht in de Nederlandse kustzone van de Noordzee en de details van de bemonsteringen en metingen kort beschreven. Ook zijn beknopt de eerste waarnemingen en resultaten beschreven. In de periode 30 mei tot 16 juli is er een zigzag-traject vanaf de Belgische grens tot aan de Duitse grens langs de gehele Nederlandse kustzone bevaren. Tijdens dit 980 nm lange transect zijn er akoestische gegevens over de pelagische vis in de waterkolom verzameld, daarnaast zijn over nagenoeg dit volledige traject continue data verzameld over het (meso)zoöplankton met een Plankton Imager. Ook zijn 42 stations bemonsterd met visnet gericht op de pelagische vis en kwallen in de waterkolom, en 43 stations in duplo bemonsterd door een verticale bemonsteringen met een WP2-planktonnet. De monsters van het WP2-planktonnet zijn geconserveerd voor analyse met beeldherkenning (zooscan) en voor DNA metabarcoding. Afwijkingen ten opzichte van de oorspronkelijke planning zijn een vermindering van het aantal beviste station in verband met een te optimistische planning. Daarnaast is het voor onderliggende onderzoek ontwikkelde pelagische visnet beschadigd geraakt tijdens de allereerste vistrek, waarna verdere bemonstering heeft plaats gevonden met het in een reguliere survey gebruikte bodemvistuig. Door technische problemen met apparatuur, zowel de akoestische als de Plankton Imager, zijn er enkele delen van het transect niet of beperkt bemonsterd. Om een beeld te krijgen van de verschillen in vangsten tussen het gebruikte – suboptimale - bodemvistuig en het pelagische vistuig zijn er op de laatste dag van de vaartocht drie vergelijkende vistrekken met beide vistuigen uitgevoerd nabij het windpark Egmond aan Zee. Tijdens deze extra transecten en stations zijn ook gegevens verzameld met de Plankton Imager en het WP2-net. Een voorlopige analyse van de zoöplankton gegevens laat zien dat de dichtheid van organismen en dominantie van soortgroepen sterk verschilde tussen de locaties. Vaak was het groot fytoplankton dat dominant was, waaronder zeevonk Noctiluca scintillans, kolonies van schuimalg Phaeocystis en ketens van de diatomee Chaetoceros sp. Het zoöplankton was echter ook algemeen aanwezig met opvallend hoge dichtheden van larven van stekelhuidigen, mantelvisjes en cladoceren (mariene watervlooien). Ook copepoden werden algemeen gezien, waarbij vooral Temora longicornis en Acartia spp domineerden. Verder is er opvallend weinig detritus op de beelden te zien. Als laatste zijn in dit vaarverslag een aantal aanbevelingen gedaan voor verbeteringen in de uitvoering van toekomstige surveys. Met name het beter en continue verzamelen van omgevingsvariabelen zoals temperatuur, zoutgehalte, maar ook troebelheid en chlorofyl. Daarnaast de mogelijkheid om de Plankton Imager ook continue te laten bemonsteren tijdens andere reizen van de Tridens.
AB - Voor de MONS-projecten Monitoring pelagische vis fase 1 en Monitoring zoöplankton fase 1 is door Wageningen Marine Research een vaartocht uitgevoerd met RV Tridens II die door de opdrachtgever (RWS) beschikbaar was gesteld. In dit vaarverslag zijn de bijzonderheden van deze vaartocht in de Nederlandse kustzone van de Noordzee en de details van de bemonsteringen en metingen kort beschreven. Ook zijn beknopt de eerste waarnemingen en resultaten beschreven. In de periode 30 mei tot 16 juli is er een zigzag-traject vanaf de Belgische grens tot aan de Duitse grens langs de gehele Nederlandse kustzone bevaren. Tijdens dit 980 nm lange transect zijn er akoestische gegevens over de pelagische vis in de waterkolom verzameld, daarnaast zijn over nagenoeg dit volledige traject continue data verzameld over het (meso)zoöplankton met een Plankton Imager. Ook zijn 42 stations bemonsterd met visnet gericht op de pelagische vis en kwallen in de waterkolom, en 43 stations in duplo bemonsterd door een verticale bemonsteringen met een WP2-planktonnet. De monsters van het WP2-planktonnet zijn geconserveerd voor analyse met beeldherkenning (zooscan) en voor DNA metabarcoding. Afwijkingen ten opzichte van de oorspronkelijke planning zijn een vermindering van het aantal beviste station in verband met een te optimistische planning. Daarnaast is het voor onderliggende onderzoek ontwikkelde pelagische visnet beschadigd geraakt tijdens de allereerste vistrek, waarna verdere bemonstering heeft plaats gevonden met het in een reguliere survey gebruikte bodemvistuig. Door technische problemen met apparatuur, zowel de akoestische als de Plankton Imager, zijn er enkele delen van het transect niet of beperkt bemonsterd. Om een beeld te krijgen van de verschillen in vangsten tussen het gebruikte – suboptimale - bodemvistuig en het pelagische vistuig zijn er op de laatste dag van de vaartocht drie vergelijkende vistrekken met beide vistuigen uitgevoerd nabij het windpark Egmond aan Zee. Tijdens deze extra transecten en stations zijn ook gegevens verzameld met de Plankton Imager en het WP2-net. Een voorlopige analyse van de zoöplankton gegevens laat zien dat de dichtheid van organismen en dominantie van soortgroepen sterk verschilde tussen de locaties. Vaak was het groot fytoplankton dat dominant was, waaronder zeevonk Noctiluca scintillans, kolonies van schuimalg Phaeocystis en ketens van de diatomee Chaetoceros sp. Het zoöplankton was echter ook algemeen aanwezig met opvallend hoge dichtheden van larven van stekelhuidigen, mantelvisjes en cladoceren (mariene watervlooien). Ook copepoden werden algemeen gezien, waarbij vooral Temora longicornis en Acartia spp domineerden. Verder is er opvallend weinig detritus op de beelden te zien. Als laatste zijn in dit vaarverslag een aantal aanbevelingen gedaan voor verbeteringen in de uitvoering van toekomstige surveys. Met name het beter en continue verzamelen van omgevingsvariabelen zoals temperatuur, zoutgehalte, maar ook troebelheid en chlorofyl. Daarnaast de mogelijkheid om de Plankton Imager ook continue te laten bemonsteren tijdens andere reizen van de Tridens.
UR - https://edepot.wur.nl/634746
U2 - 10.18174/634746
DO - 10.18174/634746
M3 - Report
T3 - Wageningen Marine Research rapport
BT - Vaarverslag MONS-monitoring pelagische vis en zoöplankton
PB - Wageningen Marine Research
CY - Den Helder
ER -