TY - BOOK
T1 - Uitwerking PAGW Natuuropgave Hotspots Grote Rivieren: eindrapport
AU - van der Sluis, Theo
AU - Pedroli, Bas
AU - Woltjer, Inez
AU - van Elburg, Eline
AU - Maas, Gilbert
N1 - Project number: 52000 45529
PY - 2020
Y1 - 2020
N2 - In deze studie is een analyse gedaan van de potentie van het rivierengebied voor het ontwikkelen van duurzame populaties van kenmerkende rivierfauna. Het gaat om de rivieren Maas, Rijn, Waal en IJssel, en specifiek om een viertal hotspots waar gericht agrarisch gebied omgezet worden in natuurlijker ecotopen. De hotspots zijn de Grensmaas, Gelderse Poort, IJssel- en Vechtdelta en de Biesbosch. Doel is om een robuust rivierecosysteem te realiseren, waarin de kenmerkende ecotopen voorkomen en de typerende flora en fauna. Soorten zijn geselecteerd die indicatief zijn voor terrestrische en amfibische hoog- dan wel laagdynamische riviernatuur (indicatorsoorten). Met het kennissysteem LARCH is beoordeeld of zich in de huidige situatie en in de 2050-situatie duurzame populaties kunnen ontwikkelen. LARCH kwantificeert het beschikbare oppervlakte en beoordeelt de ruimtelijke configuratie van leefgebied voor specifieke soorten. De indicatorsoorten zijn de Otter, Roerdomp, Knoflookpad, Zwarte Ooievaar, Grindwolfspin, Grote karekiet, Blauwborst, Kwartelkoning en Barbeel. Het 2050-beeld uit de natuurverkenning leidde nog niet voor alle gidssoorten tot voldoende duurzame populaties. Daarom is vervolgens de 2050-situatie geoptimaliseerd, om voor alle soorten duurzame populaties te krijgen. Dit heeft geresulteerd in een betere ecotopenverdeling van het rivierengebied per hotspot waar de kenmerkende riviersoorten hun plek vinden. Nagenoeg alle soorten kunnen duurzaam voorkomen binnen het rivierengebied, en daarmee ook een plethora van andere soorten waar deze model voor staan. Vervolgens is aangegeven wat de bijdrage is van de Kaderrichtlijnwater en hoe dit beleid bijdraagt aan het Natura 2000 beleid.
AB - In deze studie is een analyse gedaan van de potentie van het rivierengebied voor het ontwikkelen van duurzame populaties van kenmerkende rivierfauna. Het gaat om de rivieren Maas, Rijn, Waal en IJssel, en specifiek om een viertal hotspots waar gericht agrarisch gebied omgezet worden in natuurlijker ecotopen. De hotspots zijn de Grensmaas, Gelderse Poort, IJssel- en Vechtdelta en de Biesbosch. Doel is om een robuust rivierecosysteem te realiseren, waarin de kenmerkende ecotopen voorkomen en de typerende flora en fauna. Soorten zijn geselecteerd die indicatief zijn voor terrestrische en amfibische hoog- dan wel laagdynamische riviernatuur (indicatorsoorten). Met het kennissysteem LARCH is beoordeeld of zich in de huidige situatie en in de 2050-situatie duurzame populaties kunnen ontwikkelen. LARCH kwantificeert het beschikbare oppervlakte en beoordeelt de ruimtelijke configuratie van leefgebied voor specifieke soorten. De indicatorsoorten zijn de Otter, Roerdomp, Knoflookpad, Zwarte Ooievaar, Grindwolfspin, Grote karekiet, Blauwborst, Kwartelkoning en Barbeel. Het 2050-beeld uit de natuurverkenning leidde nog niet voor alle gidssoorten tot voldoende duurzame populaties. Daarom is vervolgens de 2050-situatie geoptimaliseerd, om voor alle soorten duurzame populaties te krijgen. Dit heeft geresulteerd in een betere ecotopenverdeling van het rivierengebied per hotspot waar de kenmerkende riviersoorten hun plek vinden. Nagenoeg alle soorten kunnen duurzaam voorkomen binnen het rivierengebied, en daarmee ook een plethora van andere soorten waar deze model voor staan. Vervolgens is aangegeven wat de bijdrage is van de Kaderrichtlijnwater en hoe dit beleid bijdraagt aan het Natura 2000 beleid.
UR - https://edepot.wur.nl/534790
U2 - 10.18174/534790
DO - 10.18174/534790
M3 - Report
T3 - Rapport / Wageningen Environmental Research
BT - Uitwerking PAGW Natuuropgave Hotspots Grote Rivieren: eindrapport
PB - Wageningen Environmental Research
CY - Wageningen
ER -