Abstract
Een na-oogstmaatregel om het verlies van stikstof (N) naar het grond- en oppervlaktewater te beperken, is het telen van een onbemeste groenbemester als stikstofvanggewas na de hoofdteelt. Belangrijke factoren die de effectiviteit van een vanggewas bepalen, zijn een voldoende gewasontwikkeling en opname van de reststikstof in de nazomer/herfst en een goede benutting van de door het vanggewas opgenomen stikstof door het volggewas. De mate van ontwikkeling en stikstofopname van het vanggewas hangt onder meer af van het zaaitijdstip. Op circa 18% van het aardappelareaal op zuidelijk zand (zo‟n 2.200 ha, incl. pootgoedteelt) worden op dit moment de aardappelen vroeg genoeg gerooid (vóór 1 september) om een geslaagd vanggewas te kunnen telen
Original language | Dutch |
---|---|
Place of Publication | Lelystad |
Publisher | Praktijkonderzoek Plant & Omgeving |
Number of pages | 67 |
Publication status | Published - 2011 |
Keywords
- arable farming
- maize
- sandy soils
- summer cultivation
- nitrogen fertilizers
- cropping systems
- green manures
- environmental impact
- pilot projects
- noord-brabant
- limburg