TY - BOOK
T1 - Surveillance zoönosen in vleeskalveren 2022
AU - Cuperus, T.
AU - Wit, B.
AU - Wullings, B.
AU - Hoekstra, J.
AU - van Hoek, A.
AU - van Buuren, C.
AU - Dierikx, C.
AU - van Duijkeren, E.
AU - Hengeveld, P.
AU - Opsteegh, M.
PY - 2023
Y1 - 2023
N2 - Dieren kunnen ziekteverwekkers bij zich dragen waarvan mensen ook ziek kunnen worden. De ziekten die hierdoor worden veroorzaakt, noemen we zoönosen. In 2022 is de mest en neus van vleeskalveren op180 Nederlandse bedrijven onderzocht. Ook is bij 55 kalverhouders,gezinsleden en medewerkers onderzocht of ze de ziekteverwekkers bij zich dragen. Het RIVM, de NVWA en WFSR (Wageningen Food Safety Research) hebben dit onderzoek gedaan.Het onderzoek richt zich op verschillende ziekteverwekkende bacteriën.De belangrijkste zijn Campylobacter, STEC, Listeria en Salmonella.Daarnaast is gekeken naar ESBL-producerende bacteriën, colistine-resistente bacteriën en MRSA. Deze laatste zijn belangrijk omdat veel soorten antibiotica daar niet tegen werken.De meeste van deze ziekteverwekkers kunnen bij mensen diarree veroorzaken, maar bij mensen met een kwetsbare gezondheid kunnen infecties ernstiger verlopen. De ziekteverwekkers zitten meestal in de darmen van de dieren en dus ook in de mest. Het vlees kan tijdens de slacht besmet raken. Het is daarom belangrijk om kalfsvlees goed gaar te eten.Campylobacter kwam het meeste voor en is op 96 procent van de bedrijven gevonden. Bij de veehouders en gezinsleden is deze bacterie bij 5 personen gevonden. Het waren wel andere typen Campylobacter-bacteriën dan die de dieren op de bijbehorende bedrijven bij zich droegen. Deze mensen kunnen op een andere manier met Campylobacterbesmet zijn geraakt, bijvoorbeeld via voedsel of andere dieren.STEC-bacteriën, Listeria en Salmonella kwamen wat minder vaak voor, namelijk op 66 procent (STEC), 20 procent (Listeria) en 15 procent (Salmonella) van de bedrijven. Deze drie bacteriën zijn vaker gevonden bij bedrijven met zogenoemde rosé kalveren dan bij bedrijven met blanke kalveren. Twee personen droegen STEC bij zich en één deelnemer Listeria. Salmonella is niet bij de deelnemers gevonden. ESBL-producerende bacteriën zijn op 27 procent van de bedrijven gevonden en bij 3 deelnemers. Het percentage bij de deelnemers is ongeveer hetzelfde als bij de Nederlandse bevolking. Veegerelateerde MRSA is op 25 procent van de bedrijven gevonden, vaker bij bedrijven met blanke kalveren, en bij 13 procent van de deelnemers; dit is hoger dan MRSA bij de Nederlandse bevolking. Ten slotte zijn op 2 procent van de bedrijven colistine-resistente bacteriën gevonden, maar niet bij de deelnemers. Bij de bevolking is dat 0,8 procent.
AB - Dieren kunnen ziekteverwekkers bij zich dragen waarvan mensen ook ziek kunnen worden. De ziekten die hierdoor worden veroorzaakt, noemen we zoönosen. In 2022 is de mest en neus van vleeskalveren op180 Nederlandse bedrijven onderzocht. Ook is bij 55 kalverhouders,gezinsleden en medewerkers onderzocht of ze de ziekteverwekkers bij zich dragen. Het RIVM, de NVWA en WFSR (Wageningen Food Safety Research) hebben dit onderzoek gedaan.Het onderzoek richt zich op verschillende ziekteverwekkende bacteriën.De belangrijkste zijn Campylobacter, STEC, Listeria en Salmonella.Daarnaast is gekeken naar ESBL-producerende bacteriën, colistine-resistente bacteriën en MRSA. Deze laatste zijn belangrijk omdat veel soorten antibiotica daar niet tegen werken.De meeste van deze ziekteverwekkers kunnen bij mensen diarree veroorzaken, maar bij mensen met een kwetsbare gezondheid kunnen infecties ernstiger verlopen. De ziekteverwekkers zitten meestal in de darmen van de dieren en dus ook in de mest. Het vlees kan tijdens de slacht besmet raken. Het is daarom belangrijk om kalfsvlees goed gaar te eten.Campylobacter kwam het meeste voor en is op 96 procent van de bedrijven gevonden. Bij de veehouders en gezinsleden is deze bacterie bij 5 personen gevonden. Het waren wel andere typen Campylobacter-bacteriën dan die de dieren op de bijbehorende bedrijven bij zich droegen. Deze mensen kunnen op een andere manier met Campylobacterbesmet zijn geraakt, bijvoorbeeld via voedsel of andere dieren.STEC-bacteriën, Listeria en Salmonella kwamen wat minder vaak voor, namelijk op 66 procent (STEC), 20 procent (Listeria) en 15 procent (Salmonella) van de bedrijven. Deze drie bacteriën zijn vaker gevonden bij bedrijven met zogenoemde rosé kalveren dan bij bedrijven met blanke kalveren. Twee personen droegen STEC bij zich en één deelnemer Listeria. Salmonella is niet bij de deelnemers gevonden. ESBL-producerende bacteriën zijn op 27 procent van de bedrijven gevonden en bij 3 deelnemers. Het percentage bij de deelnemers is ongeveer hetzelfde als bij de Nederlandse bevolking. Veegerelateerde MRSA is op 25 procent van de bedrijven gevonden, vaker bij bedrijven met blanke kalveren, en bij 13 procent van de deelnemers; dit is hoger dan MRSA bij de Nederlandse bevolking. Ten slotte zijn op 2 procent van de bedrijven colistine-resistente bacteriën gevonden, maar niet bij de deelnemers. Bij de bevolking is dat 0,8 procent.
M3 - Report
T3 - RIVM-briefrapport
BT - Surveillance zoönosen in vleeskalveren 2022
PB - RIVM
CY - Bilthoven
ER -