TY - BOOK
T1 - Risico inventarisatie van schade door ethyleen bij tussenplanten : effecten van tomaat op tussengeplante komkommer en tomaat
AU - Verkerke, W.
AU - Voorbij, L.
AU - Kempen, J.
AU - van Gurp, H.
N1 - PPO Publicatienr. GT 32005. - PT36093
PY - 2002
Y1 - 2002
N2 - Bij een herfstteelt van trostomaten op goten is het aantrekkelijk om in de winter tomaten of komkommers tussen te planten. Door het grotendeels weg laten zakken van het oude gewas onder de goot en het jonge gewas op de goot te zetten, kan de teeltwisseling met een minder groot gat in de productie verlopen. Omdat trostomaten aan de plant volledig doorkleuren bestaat in principe de kans dat de ethyleen die gevormd wordt door de rijpende vruchten schade kan geven aan het jonge tussengeplante gewas. Bij tomaat is in 2000 op enkele bedrijven trosrui geconstateerd bij het tussengeplante toma tengewas. Hierbij werd gedacht aan mogelijke ethyleenschade. Ethyleen is een gasvormige, planteigen stof die als groeiregulator (hormoon) bij zeer veel verschillende fysiologische processen betrokken is. Het beïnvloedt o.a. bloei, bladgroei en lengtegroei van de spruit (Abeles et al., 1992). Als er externe bronnen zijn van ethyleen dan is er al snel sprake van schade. Symptomen van ethyleenschade zijn o.a. afwijkende kiemplanten, bloemrui, trosrui, afwijkende bladstand, bladval en stagnatie van de vegetatieve groei. Ernstige ethyleenschade uit zich direct in bladvergeling, maar soms treedt er verdekt wat lichte schade op die toch blijkt te leiden tot productiederving. Ethyleen komt in de buitenlucht standaard voor in een concentratie van 1 – 5 ppb (Abeles et al., 1992), maar kan in stedelijke gebieden tot wel 100 keer hoger worden. Ethyleen kan dus als luchtvervuiling een kas binnenkomen, of ophopen ten gevolge van een slecht afgestelde brander (Hanan, 1973, Esmeijer, 1999). Een andere bron van ethyleen is een gewas met doorkleurende vruchten zoals tomaat (Reid, 1988). In het geval van tussenplanten in de winterperiode zou dit problemen kunnen opleveren. In het verleden werd ook wel tussengeplant, maar leidde dit nooit tot problemen, omdat de vruchten los geoogst werden en nooit zo lang doorgekleurd in het gewas aanwezig bleven. Bovendien werd er alleen tussengeplant in de zomermaanden als er relatief veel gelucht werd. Bij tussenplanten in de winter van komkommers bij tomaat gaat het om een situatie waarin de luchtramen vaak gesloten zijn en er weinig licht beschikbaar is. De meeste gewassen zijn in die omstandigheden gevoelig voor schade, en naar verwachting zullen jonge, snel groeiende komkommerplanten op die regel geen uitzondering zijn.
AB - Bij een herfstteelt van trostomaten op goten is het aantrekkelijk om in de winter tomaten of komkommers tussen te planten. Door het grotendeels weg laten zakken van het oude gewas onder de goot en het jonge gewas op de goot te zetten, kan de teeltwisseling met een minder groot gat in de productie verlopen. Omdat trostomaten aan de plant volledig doorkleuren bestaat in principe de kans dat de ethyleen die gevormd wordt door de rijpende vruchten schade kan geven aan het jonge tussengeplante gewas. Bij tomaat is in 2000 op enkele bedrijven trosrui geconstateerd bij het tussengeplante toma tengewas. Hierbij werd gedacht aan mogelijke ethyleenschade. Ethyleen is een gasvormige, planteigen stof die als groeiregulator (hormoon) bij zeer veel verschillende fysiologische processen betrokken is. Het beïnvloedt o.a. bloei, bladgroei en lengtegroei van de spruit (Abeles et al., 1992). Als er externe bronnen zijn van ethyleen dan is er al snel sprake van schade. Symptomen van ethyleenschade zijn o.a. afwijkende kiemplanten, bloemrui, trosrui, afwijkende bladstand, bladval en stagnatie van de vegetatieve groei. Ernstige ethyleenschade uit zich direct in bladvergeling, maar soms treedt er verdekt wat lichte schade op die toch blijkt te leiden tot productiederving. Ethyleen komt in de buitenlucht standaard voor in een concentratie van 1 – 5 ppb (Abeles et al., 1992), maar kan in stedelijke gebieden tot wel 100 keer hoger worden. Ethyleen kan dus als luchtvervuiling een kas binnenkomen, of ophopen ten gevolge van een slecht afgestelde brander (Hanan, 1973, Esmeijer, 1999). Een andere bron van ethyleen is een gewas met doorkleurende vruchten zoals tomaat (Reid, 1988). In het geval van tussenplanten in de winterperiode zou dit problemen kunnen opleveren. In het verleden werd ook wel tussengeplant, maar leidde dit nooit tot problemen, omdat de vruchten los geoogst werden en nooit zo lang doorgekleurd in het gewas aanwezig bleven. Bovendien werd er alleen tussengeplant in de zomermaanden als er relatief veel gelucht werd. Bij tussenplanten in de winter van komkommers bij tomaat gaat het om een situatie waarin de luchtramen vaak gesloten zijn en er weinig licht beschikbaar is. De meeste gewassen zijn in die omstandigheden gevoelig voor schade, en naar verwachting zullen jonge, snel groeiende komkommerplanten op die regel geen uitzondering zijn.
KW - tomaten
KW - solanum lycopersicum
KW - tussenteelt
KW - rotaties
KW - glastuinbouw
KW - vruchtgroenten
KW - teeltsystemen
KW - tomatoes
KW - solanum lycopersicum
KW - intercropping
KW - rotations
KW - greenhouse horticulture
KW - fruit vegetables
KW - cropping systems
M3 - Report
BT - Risico inventarisatie van schade door ethyleen bij tussenplanten : effecten van tomaat op tussengeplante komkommer en tomaat
PB - Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
CY - Naaldwijk
ER -