TY - BOOK
T1 - Resultaten deskundigenraadpleging visketen
AU - van Asselt, E.D.
AU - Noordam, M.Y.
N1 - Title on cover: Literatuuronderzoek kweekvis : beknopte rapportage van een literatuurscreening naar mogelijke chemische gevaren in kweekvis
BAS-code: BO-43-023.02-025. - Project number: 1287368801. - Projecttitle: Deskundigenraadpleging visketen
PY - 2018
Y1 - 2018
N2 - Door Bureau Risicobeoordeling & onderzoek (BuRO) worden momenteel ketengerichte risicobeoordelingen uitgevoerd die tot doel hebben het toezicht van de NVWA risicogerichter te maken. In dit kader is door een aantal onderzoeksinstituten literatuuronderzoek gedaan naar mogelijke voedselveiligheidsgevaren en duurzaamheidsaspecten in de visketen. Als aanvulling op dit literatuuronderzoek werd er door RIKILT Wageningen University & Research een workshop georganiseerd om deskundigen uit de praktijk te kunnen raadplegen over voedselveiligheidsgevaren (chemisch, microbiologisch) en duurzaamheidsaspecten (dierenwelzijn, diergezondheid en natuur) in de visketen, en trends en ontwikkelingen die deze aspecten kunnen beïnvloeden. In totaal namen 18 experts met verschillende achtergrond deel aan deze workshop. Via een interactieve aanpak werd input gevraagd over voedselveiligheidsgevaren en duurzaamheidsaspecten in vier deelketens van de visketen: • zee-, kust- en binnenvisserij • schelpdieren • schaaldieren • kweekvis Vervolgens werd ingegaan op trends die een effect hebben op voedselveiligheidsgevaren en duurzaamheidsaspecten in deze vier deelketens. Voor de vier deelketens werden verschillende chemische en microbiologische gevaren geïdentificeerd voor de diverse stappen in de keten. In het algemeen geldt dat een juiste verwerking en opslag het optreden van microbiologische gevaren kan beperken (bijvoorbeeld invriezen om parasieten te inactiveren, koude en korte opslag om bacteriegroei te remmen). Een goed inzicht in de keten is daarom van belang. Dit geldt ook voor chemische gevaren. De vissoort en herkomst van de vis zijn bepalend voor de aanwezigheid van chemische gevaren. Er werd aangegeven dat er momenteel te weinig zicht is op mogelijke chemische contaminanten, nieuwe mariene toxines en het gebruik van conserveringsmiddelen in de deelketens van de visketen. In de vier deelketens werden ook diverse duurzaamheidsaspecten benoemd, zoals het handhaven van de aanlandplicht, correcte etikettering van soort, herkomst en vangstmethode (onjuiste etikettering geeft verkeerde informatie over de duurzaamheid van de vis richting de consument), groot verlies van mosselzaad en methoden om garnalen en kreeften diervriendelijk te doden. Algemene aspecten die voor alle vier de deelketens genoemd werden, waren de invloed van de beschikbare capaciteit en (specialistische) kennis bij de NVWA op de controle op de naleving van wettelijke voorschriften t.a.v. voedselveiligheidsgevaren en de wens om meer informatie over voedselveiligheidsgevaren uit te wisselen tussen de verschillende competente autoriteiten in de EU. Fraude werd genoemd als belangrijk punt om op te controleren. Verder werd aangegeven dat er op het vlak van duurzaamheid meer samengewerkt zou moeten worden tussen NVWA en de sector en tussen de sector en onderzoekers. Bovendien werd aangegeven dat het onderscheid tussen beleid en toezicht niet altijd duidelijk is. Er werden verschillende trends gesignaleerd die een effect kunnen hebben op voedselveiligheid in de vier deelketens, zoals klimaatverandering, groeiende vraag naar verse en rauwe vis, migratie van mensen, veranderingen in de keten (kortere ketens, gebruik van hatcheries (viskwekerijen), verschuivende import) en veranderende procestechnieken (machinaal pellen van garnalen, andere conserveringsmethoden). Verwachte trends die een effect kunnen hebben op duurzaamheid in de visketen zijn verschuivingen in vissoorten in vangstgebieden ten gevolge van klimaatverandering, verbetering van de selectiviteit van vangsttechnieken (met vermindering van bijvangsten), verbetering van controle en detectietechnieken (voor een snellere opsporing van fraude), verbetering van traceerbaarheid, en, mogelijk, meer gesloten aquacultuur op het land.
AB - Door Bureau Risicobeoordeling & onderzoek (BuRO) worden momenteel ketengerichte risicobeoordelingen uitgevoerd die tot doel hebben het toezicht van de NVWA risicogerichter te maken. In dit kader is door een aantal onderzoeksinstituten literatuuronderzoek gedaan naar mogelijke voedselveiligheidsgevaren en duurzaamheidsaspecten in de visketen. Als aanvulling op dit literatuuronderzoek werd er door RIKILT Wageningen University & Research een workshop georganiseerd om deskundigen uit de praktijk te kunnen raadplegen over voedselveiligheidsgevaren (chemisch, microbiologisch) en duurzaamheidsaspecten (dierenwelzijn, diergezondheid en natuur) in de visketen, en trends en ontwikkelingen die deze aspecten kunnen beïnvloeden. In totaal namen 18 experts met verschillende achtergrond deel aan deze workshop. Via een interactieve aanpak werd input gevraagd over voedselveiligheidsgevaren en duurzaamheidsaspecten in vier deelketens van de visketen: • zee-, kust- en binnenvisserij • schelpdieren • schaaldieren • kweekvis Vervolgens werd ingegaan op trends die een effect hebben op voedselveiligheidsgevaren en duurzaamheidsaspecten in deze vier deelketens. Voor de vier deelketens werden verschillende chemische en microbiologische gevaren geïdentificeerd voor de diverse stappen in de keten. In het algemeen geldt dat een juiste verwerking en opslag het optreden van microbiologische gevaren kan beperken (bijvoorbeeld invriezen om parasieten te inactiveren, koude en korte opslag om bacteriegroei te remmen). Een goed inzicht in de keten is daarom van belang. Dit geldt ook voor chemische gevaren. De vissoort en herkomst van de vis zijn bepalend voor de aanwezigheid van chemische gevaren. Er werd aangegeven dat er momenteel te weinig zicht is op mogelijke chemische contaminanten, nieuwe mariene toxines en het gebruik van conserveringsmiddelen in de deelketens van de visketen. In de vier deelketens werden ook diverse duurzaamheidsaspecten benoemd, zoals het handhaven van de aanlandplicht, correcte etikettering van soort, herkomst en vangstmethode (onjuiste etikettering geeft verkeerde informatie over de duurzaamheid van de vis richting de consument), groot verlies van mosselzaad en methoden om garnalen en kreeften diervriendelijk te doden. Algemene aspecten die voor alle vier de deelketens genoemd werden, waren de invloed van de beschikbare capaciteit en (specialistische) kennis bij de NVWA op de controle op de naleving van wettelijke voorschriften t.a.v. voedselveiligheidsgevaren en de wens om meer informatie over voedselveiligheidsgevaren uit te wisselen tussen de verschillende competente autoriteiten in de EU. Fraude werd genoemd als belangrijk punt om op te controleren. Verder werd aangegeven dat er op het vlak van duurzaamheid meer samengewerkt zou moeten worden tussen NVWA en de sector en tussen de sector en onderzoekers. Bovendien werd aangegeven dat het onderscheid tussen beleid en toezicht niet altijd duidelijk is. Er werden verschillende trends gesignaleerd die een effect kunnen hebben op voedselveiligheid in de vier deelketens, zoals klimaatverandering, groeiende vraag naar verse en rauwe vis, migratie van mensen, veranderingen in de keten (kortere ketens, gebruik van hatcheries (viskwekerijen), verschuivende import) en veranderende procestechnieken (machinaal pellen van garnalen, andere conserveringsmethoden). Verwachte trends die een effect kunnen hebben op duurzaamheid in de visketen zijn verschuivingen in vissoorten in vangstgebieden ten gevolge van klimaatverandering, verbetering van de selectiviteit van vangsttechnieken (met vermindering van bijvangsten), verbetering van controle en detectietechnieken (voor een snellere opsporing van fraude), verbetering van traceerbaarheid, en, mogelijk, meer gesloten aquacultuur op het land.
UR - https://edepot.wur.nl/454428
U2 - 10.18174/454428
DO - 10.18174/454428
M3 - Report
T3 - RIKILT-rapport
BT - Resultaten deskundigenraadpleging visketen
PB - RIKILT
CY - Wageningen
ER -