PMR Monitoring Natuurcompensatie Voordelta - bodemdieren: Veld- en datarapport campagnes met bodemschaaf in 2016, 2017 en 2018

Research output: Book/ReportReportProfessional

Abstract

Met de aanleg van Maasvlakte 2 is de haven van Rotterdam uitgebreid. Maasvlakte 2 ligt in de Voordelta, een Natura 2000-gebied. In de Passende Beoordeling die in 2007 is uitgevoerd, is een aantal effecten van de aanwezigheid van Maasvlakte als significant negatief beoordeeld. Ter compensatie van deze effecten is binnen de Voordelta een aantal maatregelen getroffen, onder meer een bodembeschermingsgebied. In het bodembeschermingsgebied worden beperkingen opgelegd aan vormen van visserij die de zeebodem beroeren. De boomkorvisserij met wekkerkettingen door schepen met een motorvermogen groter dan 260 pk (191 kW) (Eurokotters) is niet toegestaan. Om het effect van de instelling van het bodembeschermingsgebied te kunnen evalueren, zijn in de periode 2004-2007 metingen verricht om de nulsituatie vast te leggen, en is vanaf 2009 het monitoringsprogramma voor de natuurcompensatie gestart. De resultaten van de eerste fase (2009-2013) m.b.t. de monitoring van de bodemdieren zijn gerapporteerd in Craeymeersch et al. (2015). De opzet van de monitoring had als primair doel een vergelijking van de ontwikkelingen vóór en na de instelling van het bodembeschermingsgebied. Het verschil in verandering tussen het bodembeschermingsgebied en de referentiegebieden zou inzicht geven in het effect van de compensatiemaatregelen. Omdat de boomkorvisserij ook in de referentiegebieden sterk afgenomen is, ontbreekt enig contrast tussen de referentiegebieden en bodembeschermingsgebied, is er geen duidelijk behandelingseffect, en is aan de voorwaarde voor een goede BACI-opzet niet voldaan. Omdat de BACI opzet niet heeft gewerkt, zijn een aantal aanvullende analyses uitgevoerd naar de relatie tussen trends in bodemdieren en trends in visserij (Craeymeersch et al., 2015). Zo is ondermeer gekeken naar de correlatieve verbanden tussen een aantal benthische indicatoren en visserij-intensiteit, maar deze bleken niet eenduidig. Evenmin leken trends in de dichtheid van een aantal soorten gevoelig voor bodemberoering gerelateerd aan veranderingen (afnames) in visserij-intensiteit, misschien op de populatie van Chamelea striatula na. De tweede fase van het onderzoek startte in 2016. In de tussenliggende jaren is het lopende onderzoek gedeeltelijk voortgezet. Zo is in 2015 het benthos weer bemonsterd, zij het in een aangepaste opzet (238 i.p.v. 411 stations). Vanaf 2016 is dezelfde opzet als in 2015 gevolgd. Het voorliggende rapport beschrijft de opzet van de monitoring, alsook de eerste monitoring-resultaten in de periode 2016-2018 d.m.v. een korte beschrijving van de dataset.
Original languageDutch
Place of PublicationYerseke
PublisherWageningen Marine Research
Number of pages28
DOIs
Publication statusPublished - 2019

Publication series

NameWageningen Marine Research rapport
No.C059/19

Cite this