@book{0759d24ea6a845c7acae1a80c50f0ea9,
title = "Perspectieven voor de melkveehouderij",
abstract = "In 1986 heeft de afdeling Bedrijfssynthese van het Proefstation voor de Rundveehouderij, Schapenhouderij en Paardenhouderij (PR) een modellenstudie verricht naar de effecten van de stijgende melkproductie per koe op het arbeidsinkomen. Hierbij is ook aandacht besteed aan de gevolgen van de daling van de melkquota. De effecten zijn bepaald voor intensieve en extensieve melkveebedrijven. Een melkveebedrijf wordt intensief genoemd als het naast het van het eigen bedrijf gewonnen ruwvoer ook nog snijmaosvan elders moet aankopen. Het is dus niet zelfvoorzienend. Een melkveebedrijf wordt extensief genoemd als het beschikt over voldoende eigen ruwvoer. Een extensief bedrijf kan zelfs een overschot aan ruwvoer hebben. Dit moet dan verkocht worden.",
keywords = "melkvee, melkveehouderij, bedrijfsresultaten in de landbouw, nederland, rentabiliteit, dairy cattle, dairy farming, farm results, netherlands, profitability",
author = "G. Andr{\'e} and W.F. Ausems and A.W. Fokkert and A.G. Hengeveld and {van Meerveld}, B. and J.M.A. Nijssen and J. Ovinge and H. Wieling",
year = "1987",
language = "English",
series = "Publikatie / Proefstation voor de Rundveehouderij, Schapenhouderij en Paardenhouderij",
publisher = "Proefstation voor de Rundveehouderij, Schapenhouderij en Paardenhouderij",
number = "48",
address = "Netherlands",
}