Ondergrond-bovengrond-interacties in de biologische fruitteelt: Vernieuwing van bodembeheer en gewas in het biologische fruitteelt-ecosysteem voor betere vruchtkwaliteit en minder middelenafhankelijkheid (PPS AF-16134)

M.P. van der Maas, K. Winkler, P.J.H. van Elk, A.W. van der Heijden, J.A. de Bruine, B.G.H. Timmermans

Research output: Book/ReportReportProfessional

Abstract

In de periode 2017 t/m 2020 zijn op zes biologische fruitteeltbedrijven met de gewassen appel, peer en rode bes experimenten uitgevoerd op gebied van biologische stikstofvoorziening, bladvertering door regenwormen voor minder schurft, stimulans van oorwormen voor meer natuurlijke plaagbestrijding en selectie van minder plaaggevoelige onderstammen die tevens minder afhankelijk zijn van biologische stikstofbemesting. Om de stikstofvoorziening te verbeteren zijn de volgende maatregelen onderzocht: toediening van kippenmestkorrels, mulchen met gras-klaver-mengsel, toediening van gips en toediening van water. Pas bij voldoende hoge watergift leidde het geven van kippenmestkorrels bij appel tot verhoging van de stikstofopname. Dit leidde tevens tot een stijging van het percentage vruchtrot van 5 tot 15%. Verhoging van de stikstofopname leidde ook tot minder rode en meer groene vruchten. Bij rode bes leidde alleen al het geven van water tot verhoging van de stikstofopname en de productie. De productie van gras-klaver op de fruitpercelen was beperkt door de droogte. Het mulchen met gras-klaver op zich was niet effectief in het verhogen van de stikstofopname. In combinatie met water geven leidde mulchen bij rode bes incidenteel tot een verhoging van de stikstofopname. Het mulchen met grasklaver had incidenteel wel een productieverhogend effect in de jaren met droog weer. In het natte jaar 2017 werd echter bij appel een productiedaling vastgesteld na mulchen. Water geven bij rode bes leidde incidenteel en lokaal tot lage bodem-zuurstof-gehalten van 10-15% zonder dat hierbij effecten op de stikstofopname of de productiviteit van het gewas vastgesteld konden worden. De gipsbehandelingen, bedoeld om de bodemstructuur te verbeteren en stikstofverlies door denitrificatie tegen te gaan, hadden, waarschijnlijk door het droge weer, geen effect bij appel en rode bes. Bij rode bes zijn geen effecten van water geven, grasklavermulchen of gipstoediening op ziekten en plagen vastgesteld. Bij het onderzoek naar verbetering van bladvertering zijn het toedienen van gips of vaste koemest onderzocht. Voor beide maatregelen gold dat uit de resultaten kon worden afgeleid dat het na afloop enkele jaren doorzetten ervan mogelijk tot verbetering van de bladvertering had kunnen leiden. Het verhogen van de populatie regenwormen op een van nature nat perceel, door het aanbieden van drogere schuilplaatsen in de bodem via ruggenteelt en plaatsen van tegels, was mogelijk door het droge weer niet succesvol. In het onderstammenonderzoek leidde het gebruik van nieuwe onderstammen tot de beoogde variatie in groei. De onderzoeksperiode was echter te kort om effecten op verminderde plaaggevoeligheid en verminderde afhankelijkheid van mest vast te kunnen stellen. Trefwoorden: biologische fruitteelt, stikstof, denitrificatie, watervoorziening, bemesting, kippenmestkorrels, mulchen, klaver, gips, ziekten, bladvertering, schurft, regenwormen, vaste koemest, onderstammen, bodemmoeheid
Original languageDutch
Place of PublicationWageningen
PublisherWageningen Plant Research
Number of pages134
DOIs
Publication statusPublished - 2022

Publication series

NameRapport / Stichting Wageningen Research, Wageningen Plant Research, Business unit Open Teelten
No.WPR-OT-932

Cite this