Abstract
Nosema apis en Nosema ceranae komen beide voor in de volwassen honingbij Apis mellifera. Beide nosema’s worden zowel apart als samen in de honingbij gevonden. Tegenwoordig komt N. ceranae meer voor dan N. apis.
Omdat in Noord Europa, de schadelijke gevolgen van de N. ceranae besmettingen min of meer overeen komen met die van N. apis worden bij de preventie en bestrijding de twee soorten vooralsnog gelijk behandeld. Wanneer gesproken wordt over nosema worden hiermee beide nosemasoorten samen bedoeld
Achtergrondinformatie:
Nosema apis en Nosema ceranae komen beide voor bij A. mellifera. De eerste beschrijvingen van de parasiet N. apis bij Apis mellifera en de gevolgen van deze parasitering zijn 100 jaar geleden beschreven door Zander [18]. Besmettingen van A. mellifera met N. ceranae zijn van een meer recente datum. Fries et al. [6] hebben N. ceranae beschreven. Dat N. ceranae voorkomt bij de Europese honingbij en N. apis ook de Aziatische honingbij kan infecteren weten we sinds een paar jaar. Higes et al. [9] ontdekten in 2006 als eerste het voorkomen van N. cerana in de Europese honingbij in Spanje. N. ceranae komt al langer, zeker sinds 1998, bij de Europese honingbij voor zonder dat dit opgemerkt was [13]. In Nederland heeft R. van der Zee in 2007 de eerste N. ceranae infectie op Terschelling aangetoond. Beide parasieten kunnen op een bijenstand tegelijk voorkomen zoals in Nederland aangetoond is bij de landelijke monitoring van PRI bijen in 2008. Hieruit bleek dat N. apis op 10% van de standen voorkomt, N. ceranae op 87% en een combinatie van beide nosemasoorten is vastgesteld op 6% van de 170 bemonsterde bijenstanden. Op een aantal standen werd geen nosema gevonden
Original language | Dutch |
---|---|
Publisher | Plant Research International |
Place of Publication | Wageningen |
Publication status | Published - 2010 |
Keywords
- honey bees
- apis mellifera
- nosema apis
- bee diseases
- infections
- entomopathogenic protozoa
- nosema disease
- protozoal infections