Natuurontwikkeling op fosfaatverzadigde gronden: fosfaatonttrekking door een gewas

F.P. Sival, W.J. Chardon

Research output: Book/ReportReportProfessional

Abstract

Als gevolg van de realisering van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) komen landbouwgronden beschikbaar voor natuurontwikkeling. De kans is dan ook groot dat zonder verdere maatregelen alleen ruigtesoorten terug zullen komen. Naast stikstof heeft ook fosfaat zich opgehoopt in de bodem. In de bodem is het gedrag van fosfaat echter anders dan van stikstof. De maatregelen om stikstof te verlagen zijn niet altijd effectief om ook fosfaat te verlagen. Een literatuur- en gegevensonderzoek is uitgevoerd om de effectiviteit van gewasteelt met een aangepaste bemesting vast te stellen om fosfaat en stikstof in de bodem te verlagen. De economisch meest belangrijke gewassen in Noord-Brabant en Limburg waren in de jaren 2000 tot 2002: blijvend gras, snijmaïs, tijdelijk grasland, granen en aardappelen. De fosfaatonttrekking van die gewassen is in volgorde van potentiële P-afvoer (bij afvoer van gewasresten en bij voldoende voorziening met N): gras (40) > consumptieaardappel (35-40) > snijmaïs (25-30) > granen (20-25 kg P/ha). Een gewas heeft een optimale onttrekking als de productie hoog blijft, dus bij optimale bemesting; N-bemesting is daarvoor een bepalende factor. Akkerbouwgewassen kunnen de fosfaatbeschikbaarheid echter maar tot een Pw van 30 mg P2O5 L-1 grond verlagen, omdat beneden dat niveau de groei te sterk wordt geremd. Om lagere waarden lager te bereiken, en een niveau dat geschikt is voor vegetaties van voedselarme omstandig¬heden (Pw ca. 3-4 mg P2O5 L-1 grond), is gras het meest efficiënt
Original languageDutch
Place of PublicationWageningen
PublisherAlterra
Number of pages50
Publication statusPublished - 2004

Publication series

NameAlterra-rapport
PublisherAlterra
No.1090
ISSN (Print)1566-7197

Keywords

  • soil chemistry
  • phosphates
  • adsorption
  • crops
  • marginal land
  • nature conservation
  • netherlands
  • ecological engineering

Cite this