Projects per year
Abstract
Dit werkdocument geeft een beschrijving van de methode en de eerste resultaten van de natuurkwaliteit van
het agrarisch gebied. Hiermee is een eerste kaart en graadmeter van de natuurkwaliteit van het agrarisch
gebied op nationaal schaalniveau gereedgekomen. Het beeld vormt een aanvulling op de kaart van de
actuele natuurkwaliteit van natuurreservaten, die al eerder beschikbaar is gekomen. De nu beschikbare
indicator en kaart van de natuurkwaliteit van het agrarisch gebied voorziet in een belangrijke kennisleemte.
Het belang van het agrarisch gebied in het behoud van biodiversiteit kan nu worden geduid. De ruimtelijke
variatie in de natuurkwaliteit is ook inzichtelijk gemaakt. Het beleid kan bij het leggen van prioriteiten voor
het behoud en bescherming van agrarische biodiversiteit nu rekening houden met het voorkomen van
huidige natuurwaarden.
Een van de belangrijkste conclusies is dat de natuurkwaliteit van het agrarisch gebied veel lager is dan in de
natuurgebieden. Laagveengebieden hebben binnen het agrarische gebied de hoogste natuurkwaliteit, terwijl
de centrale en noordelijke zeekleigebieden de laagste natuurkwaliteit bevatten. De aanwezige natuurkwaliteit
in het agrarisch gebied, wordt voornamelijk bepaald door de aanwezigheid van broedvogels en veel
minder door vaatplanten en dagvlinders. Het ruimtelijke patroon van aanwezige kwaliteit komt overeen
binnen de verschillende soortgroepen broedvogels, vaatplanten en dagvlinders. De resterende natuurkwaliteit
in het agrarisch gebied bevindt zich vooral in natuurlijke elementen zoals heggen, bosjes, sloten,
dijken en perceelranden. Voor weidevogels is juist de mate van openheid van belang.
Beschikbare landelijk dekkende verspreidingskaarten van doelsoorten dagvlinders, broedvogels en vaatplanten
zijn gebruikt om de natuurkwaliteit te bepalen. Om dekkende landelijke verspreidingskaarten te
maken zijn interpolatiemodellen gebruikt. De natuurkwaliteit is afgemeten aan een natuurlijke referentie,
conform de systematiek van het Handboek Natuudoeltypen en daarmee ook coform de methode gebruikt
voor de bepaling van de natuurkwaliteit van natuurreservaten. Elke 10-15 jaar zijn de verspreidingskaarten
van dagvlinders, broedvogels en vaatplanten voldoende gedekt om een update van het landelijke beeld en
de graadmeter mogelijk te maken. Tussentijdse veranderingen in de natuurkwaliteit kunnen worden gevolgd
met het Netwerk Eologische Monitoring. De methode en resultaten hebben een voorlopig karakter. Er zijn
nog een aantal methodische verbeteringen noodzakelijk om tot een definitief resultaat te komen. Tevens is
het wenselijk om de natuurkwaliteit ook af te meten aan de hand van een meer cultuurlijke referentie.
Original language | Dutch |
---|---|
Place of Publication | Wageningen |
Publisher | WOT Natuur & Milieu |
Number of pages | 131 |
Publication status | Published - 2010 |
Publication series
Name | WOt-werkdocument |
---|---|
Publisher | Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu |
No. | 221 |
Keywords
- natural value
- agricultural land
- rural areas
- inventories
- netherlands
Projects
- 1 Finished
-
Graadmeter biodiversiteit agrarisch gebied op lokaal niveau (WOT-04-002-159)
1/01/08 → 31/12/10
Project: LNV project