Mogelijkheden geïntegreerde bestrijding Japanse vlieg : selectieve middelen en natuurlijke vijanden

J.J. de Blok, A. van der Linden

    Research output: Book/ReportReportProfessional

    Abstract

    In Nederland veroorzaakt de japanse vlieg voornamelijk schade bij Pieris en Rhododendron. Het betreft bladschade die ontstaat doordat larven en volwassen exemplaren aan de onderzijde van het blad zuigen. Op de bovenzijde van de bladeren ontstaan hierdoor lichte plekken die bij zware aantasting tot een geheel samenvloeien. De bladeren kunnen vroegtijdig afvallen. Japanse vlieg komt voor op kwekerijen, maar in parken en tuinen kan de aantasting zo ernstig worden dat de planten dood gaan. De naam japanse vlieg wordt in de praktijk gebruikt voor verschillende soorten netwantsen die tot het geslacht Stephanitis behoren. Het zijn met name de ingevoerde soorten die problemen veroorzaken. Dit is waarschijnlijk voor een deel te wijten aan het ontbreken van geschikte natuurlijke vijanden. Op het gebied van bestrijdingsmiddelen en/of –methoden is onvoldoende bekend. In de teelt worden voornamelijk breedwerkende middelen zoals Admire (imidacloprid) tegen japanse vlieg ingezet. Om te komen tot een duurzame beheersing van de plaag wordt er binnen dit project gezocht naar bestrijdingsmiddelen en –methoden die passen binnen een geïntegreerde gewasbescherming. Gezocht wordt naar de mogelijkheid om: - natuurlijke vijanden van japanse vlieg naar ons land te halen (klassieke biologische bestrijding) - inheemse natuurlijke vijanden toe te passen - selectieve middelen toe te passen - cultuurmaatregelen te nemen die japanse vlieg beheersbaar maken.
    Original languageDutch
    Place of PublicationLisse
    PublisherPraktijkonderzoek Plant & Omgeving
    Number of pages20
    Publication statusPublished - 2007

    Keywords

    • stephanitis
    • pieris (ericaceae)
    • rhododendron
    • biological control
    • biological control agents
    • integrated control
    • ornamental woody plants
    • pest control
    • plant pests

    Cite this