TY - BOOK
T1 - MNP-(Model for Nature Policy) Agrarisch
T2 - Uitwerking voor scenario’s uit de Natuurverkenning 2020
AU - Visser, T.
AU - Meeuwsen, H.A.M.
AU - Melman, Th.C.P.
N1 - Project WOT-04-011-037.12
PY - 2019/12
Y1 - 2019/12
N2 - Om effecten op natuur van beleidsscenario’s door te rekenen, zijn modellen ontwikkeld om toe te passen in het agrarisch gebied. Bij het opbouwen van de modellen is daartoe onderscheid gemaakt tussen abiotische/ landschappelijke factoren en beheer. Van de afzonderlijke abiotische factoren worden kaarten gemaakt die de kwaliteit weergeven. Vervolgens worden deze kaarten geïntegreerd tot één kaart die de landschappelijke, ‘potentiële kwaliteit’ beschrijft. Het beheer is opgevat als de factor die bepaalt in hoeverre de potentiële kwaliteit ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Dit resulteert in de kaart ‘gerealiseerde kwaliteit’. Bij het potentiële en gerealiseerde habitat wordt onderscheid gemaakt tussen het reproductie- en het foerageerhabitat. De ruimtelijke verhouding en -rangschikking van deze beide habitats bepaalt de uiteindelijke geschiktheid als habitat. Een beknopte beschrijving wordt gegeven hoe het model kan worden ingezet om scenario’s door te rekenen. Aangrijpingspunten hiervoor zijn veranderingen in de factorenkaarten (door bijvoorbeeld inrichting) of in de beheerkaart (uitbreiding of intensivering in het beheer).
AB - Om effecten op natuur van beleidsscenario’s door te rekenen, zijn modellen ontwikkeld om toe te passen in het agrarisch gebied. Bij het opbouwen van de modellen is daartoe onderscheid gemaakt tussen abiotische/ landschappelijke factoren en beheer. Van de afzonderlijke abiotische factoren worden kaarten gemaakt die de kwaliteit weergeven. Vervolgens worden deze kaarten geïntegreerd tot één kaart die de landschappelijke, ‘potentiële kwaliteit’ beschrijft. Het beheer is opgevat als de factor die bepaalt in hoeverre de potentiële kwaliteit ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Dit resulteert in de kaart ‘gerealiseerde kwaliteit’. Bij het potentiële en gerealiseerde habitat wordt onderscheid gemaakt tussen het reproductie- en het foerageerhabitat. De ruimtelijke verhouding en -rangschikking van deze beide habitats bepaalt de uiteindelijke geschiktheid als habitat. Een beknopte beschrijving wordt gegeven hoe het model kan worden ingezet om scenario’s door te rekenen. Aangrijpingspunten hiervoor zijn veranderingen in de factorenkaarten (door bijvoorbeeld inrichting) of in de beheerkaart (uitbreiding of intensivering in het beheer).
UR - https://edepot.wur.nl/508008
U2 - 10.18174/508008
DO - 10.18174/508008
M3 - Report
T3 - WOt-technical report
BT - MNP-(Model for Nature Policy) Agrarisch
PB - Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu
CY - Wageningen
ER -