Migratie van zoetwaterstandvis tussen Noordzeekanaal en omliggende boezems en polders

A.B. Griffioen, R. Kroes

Research output: Book/ReportReportProfessional

Abstract

Er wordt in Nederland relatief veel aandacht besteed aan de migratie van trekvissen als aal, zalm, zeeforel en andere soorten. Belangrijke voorbeelden voor Nederland zijn bijvoorbeeld: ‘de Kier’ bij het Haringvliet, de realisatie van de Vismigratierivier bij Kornwerderzand, de Swimway Vecht en de vele andere (lokale) initiatieven om de keten van migratie voor vis mogelijk te maken tussen wateren. Ook liggen inmiddels vele migratievoorzieningen in en rond het Noordzeekanaal. Dit is hard nodig omdat veel watersystemen sterk zijn gecompartimenteerd. Aan de ene kant om het land te beschermen tegen overstroming door de zee, de grote rivieren en de grote meren zijn dijken aangelegd. Aan de andere kant om het gebied leefbaar te maken en de landbouw te optimaliseren zijn de watersystemen met behulp van gemalen, dijken, dammen, stuwen en andere kunstwerken in kleine beheersbare eenheden verdeeld en daarmee afgesloten geraakt voor migrerende vissen. Niet alleen ‘de bekende’ trekvissen zoals de paling of de zalm hebben een migratiedrang om (grote) afstanden te zwemmen, ook zoetwatervissen trekken van het ene water naar het andere. Dit gebeurt om verschillende redenen, zoals bijvoorbeeld voor de paai, migratie naar opgroeigebied, of naar ander water voor de winterrust. Deze rapportage betreft een datarapportage voor het eerste migratieseizoen in 2019 t/m 19 augustus waar met PIT telemetrie techniek onderzoek gedaan is bij vijf locaties: Gemaal Halfweg, Gemaal Nauerna, Gemaal Kadoelen, Willem I-sluis en Oranjesluizen. In het voorjaar van 2019 zijn 1844 vissen van 15 verschillende soorten gemerkt met PIT tags. Het merendeel daarvan betrof brasem en blankvoorn, maar er is bijvoorbeeld ook snoekbaars en baars gemerkt. Grote snoekbaars en baars zijn ook uitgerust met een van buitenaf zichtbare Floytag voor terugmelding door sport of beroepsvisssers. Om de zwembewegingen in de buurt van de onderzoekslocaties te volgen zijn PIT tag antennes geïnstalleerd bij de vispassages (Halfweg, Nauerna, Kadoelen en Oranjesluizen) of de vismigratievoorziening via rinketten (Willem I). Daarnaast zijn ook de uitstroomzijdes van gemalen afgedekt met antennes (Halfweg, Nauerna en Kadoelen). Het doel van het onderzoek is om het gebruik van vismigratievoorzieningen door vissen te evalueren en daarnaast zwembewegingen tussen het Noordzeekanaal en boezem/polder te volgen. In totaal zijn tot 19 augustus 2019 717 individuele vissen gedetecteerd op een van de antennes met in totaal ruim 1.300.000 detecties. De resultaten laten zien dat de gemerkte brasems op grote schaal (tientallen km) migreren in relatief korte tijd. Individuele brasems worden op meerdere locaties gezien door de telemetrie. Ook wordt waargenomen dat gemerkte vissen langdurig in de buurt van een gemaaluitstroom blijven rondzwemmen. In totaal zijn er twee terugmeldingen geweest van sportvisserij die snoekbaars hadden gevangen: een snoekbaars die gemerkt was bij Nauerna (en ook daar gevangen) en een die gemerkt was bij de Oranjesluizen en teruggevangen bij de Entrepothaven (Amsterdam-Rijnkanaal). In de volgende maanden gaan we door met het verzamelen van de detecties en blijven we de techniek controleren. Aanbevolen wordt om in het voorjaar van 2020 extra vissen van een merk te voorzien op de locaties waar in 2019 de passages laat zijn opgeleverd of waar er relatief weinig vissen zijn gevangen. Daarnaast wordt aanbevolen om een extra voorjaar te monitoren (2021) om patronen in het migratiegedrag beter inzichtelijk te krijgen en te beoordelen of er sprake is van willekeurige of gerichte migratie, bijvoorbeeld ten behoeve van paai of overwintering.
Original languageDutch
Place of PublicationIJmuiden
PublisherWageningen Marine Research
Number of pages111
DOIs
Publication statusPublished - 2019

Publication series

NameWageningen Marine Research rapport
No.C126/19

Cite this