Loofdoding ter vermindering van de loofvastheid van late zetmeelaardappelen

J.K. Ridder, C.D. van Loon

    Research output: Book/ReportReportProfessional

    Abstract

    Doel van dit onderzoek was om na te gaan of verlaging van de stikstofgift de loofvastheid van de knollen kan verminderen en of de methode van loofvernietiging van invloed is op zowel de loofvastheid als op de afharding van de knollen. Bij ditonderzoek zijn de rassen Karnico en Karida gebruikt, beide late zetmeelaardappelrassen. Karida staat bekend als een ras waarbij de knollen vrij vast aan de stolonen zitten. Uit het onderzoek bleek onder andere dat: - Bij Karida laten bij de oogst, naeen hoge stikstofgift meer knollen niet los dan bij een lagere stikstofgift (praktijkgift ¡V 50 kg N). Dit betekent dat er na een hoge stikstofgift meer beschadiging en / of verlies kan op treden tijdens het rooien dan bij eeen lagere stikstofgift. - Alseen chemische loofdoding werd gecombineerd met wortelsnijden dan was het percentage aan het loof vastzittende knollen verreweg het laagst, maar het bewaarverlies was niet lager dan na klappen of spuiten met Reglone. - De bewaarverliezen waren naloofvernietiging door uitsluitend het loof te klappen niet verschillend van een bespuiting met Reglone. Loofdoding 14 dagen voor het rooien heeft een beter afgehard product opgeleverd met minder kans op beschadiging. Sleutelwoorden: PPO-agv, akkerbouw,gewasbescherming, geïntegreerde bestrijding, aardappelen, loofvernietiging, loofdoding, vollegrondsgroententeelt, geintegreerde teelt
    Original languageDutch
    Place of PublicationWageningen
    PublisherPraktijkonderzoek Plant & Omgeving
    Number of pages10
    Publication statusPublished - Nov 1999

    Keywords

    • plant protection
    • potatoes
    • harvesting
    • haulm destruction
    • firmness
    • texture
    • nitrogen fertilizers
    • dosage
    • starch potatoes

    Cite this