Abstract
In de loop van de twintigste eeuw is onze natuur sterk versnipperd door de ontginning van grote gebieden voor de landbouw
en voor woon- en werkgebieden. De aanleg, verbreding en een steeds intensiever gebruik van auto-, spoor- en waterwegen
hebben de mogelijkheden van planten en dieren om zich over en tussen de overgebleven natuurgebieden te verspreiden
en te bewegen verder verkleind. Dit proces gaat nog steeds door. De belangrijkste effecten op hoofdlijnen die elkaar door
de onderlinge interactie ook nog eens versterken zijn: het verlies van leefgebied, de barrièrewerking, faunaslachtoffers en
verstoring, vervuiling en verdroging van het leefgebied.
Om verdere achteruitgang van de natuur door versnippering te voorkomen en herstel te bewerkstelligen, is in de jaren negentig
het begrip ecologische hoofdstructuur (EHS) gelanceerd (Natuurbeleidsplan, Ministerie van LNV, 1990). De EHS, inmiddels
omgedoopt tot Nationaal Natuurnetwerk (NNN), is in beleidsplannen vastgelegd en heeft een beschermde status. Waar het
Natuurnetwerk de infrastructuur kruist ontstaan knelpunten. Deze knelpunten kunnen worden verzacht of opgelost door
verkeerskundige maatregelen, (berm)beheer en de aanleg en instandhouding van faunavoorzieningen.
Het doel van deze inmiddels vierde versie van deze leidraad is om u als ‘ontsnipperaar’ inspiratie en handvatten te geven om
infrastructuur efficiënt te ontsnipperen. Door het treffen van maatregelen zoals een faunavoorziening worden natuurgebieden
weer onderling verbonden (ontsnipperen) en kunnen dieren weer migreren naar ander natuurgebieden voor voorplating of om
te foerageren
en voor woon- en werkgebieden. De aanleg, verbreding en een steeds intensiever gebruik van auto-, spoor- en waterwegen
hebben de mogelijkheden van planten en dieren om zich over en tussen de overgebleven natuurgebieden te verspreiden
en te bewegen verder verkleind. Dit proces gaat nog steeds door. De belangrijkste effecten op hoofdlijnen die elkaar door
de onderlinge interactie ook nog eens versterken zijn: het verlies van leefgebied, de barrièrewerking, faunaslachtoffers en
verstoring, vervuiling en verdroging van het leefgebied.
Om verdere achteruitgang van de natuur door versnippering te voorkomen en herstel te bewerkstelligen, is in de jaren negentig
het begrip ecologische hoofdstructuur (EHS) gelanceerd (Natuurbeleidsplan, Ministerie van LNV, 1990). De EHS, inmiddels
omgedoopt tot Nationaal Natuurnetwerk (NNN), is in beleidsplannen vastgelegd en heeft een beschermde status. Waar het
Natuurnetwerk de infrastructuur kruist ontstaan knelpunten. Deze knelpunten kunnen worden verzacht of opgelost door
verkeerskundige maatregelen, (berm)beheer en de aanleg en instandhouding van faunavoorzieningen.
Het doel van deze inmiddels vierde versie van deze leidraad is om u als ‘ontsnipperaar’ inspiratie en handvatten te geven om
infrastructuur efficiënt te ontsnipperen. Door het treffen van maatregelen zoals een faunavoorziening worden natuurgebieden
weer onderling verbonden (ontsnipperen) en kunnen dieren weer migreren naar ander natuurgebieden voor voorplating of om
te foerageren
Original language | Dutch |
---|---|
Place of Publication | Utrecht |
Publisher | Rijkswaterstaat |
Number of pages | 217 |
Publication status | Published - Jul 2021 |