Projects per year
Abstract
Het stengelaaltje (Ditylenchus dipsaci) is in de bollen een quarantaine-organisme waarvoor een nultolerantie geldt. Een aantasting door stengelaaltjes wordt de laatste jaren bij narcis op gemiddeld 20 bedrijven gevonden ondanks de toegepaste standaard warmwaterbehandeling (wwb). Bij tulp ligt dit aantal slechts een weinig lager. Daarnaast worden er jaarlijks 2 à 3 partijen bijzondere bolgewassen aangetroffen met een aantasting. Uit onderzoek bij PPO is bekend dat in narcis stengelaaltjes voorkomen die door het huidige advies (binnen 3 weken na rooien, 1 week voorwarmte bij 30°C, 24 uur voorweken en een warmwaterbehandeling van 4 uur 47°C) niet volledig worden bestreden. De adviezen voor een warmwaterbehandeling van bijzondere bolgewassen dateren vaak van voor 1983.
In 2012/2013 is bij PPO gestart met een onderzoek waarin onderzocht wordt of de bestrijding van het stengelaaltje in narcis en bijzondere bolgewassen verbeterd kan worden door de watertemperatuur van de warmwaterbehandeling te verhogen. In 2013/2014 is dit onderzoek vervolgd.
Bij narcis zijn ook veel behandelingen uitgevoerd binnen een week na rooien zonder voorwarmte bij 30°C en zonder voorweken. Reden was dat dan mogelijk het lastige voorweken niet meer nodig is omdat de stengelaaltjes minder kans krijgen in te drogen gedurende de langere bewaring en de hogere bewaartemperatuur. Bij de cultivars Tête-à-Tête, Tahiti en Geranium was een warmwaterbehandeling tot 4 uur 47°C zonder opbrengstderving mogelijk. Soms was er wel enige schade aan het gewas en bloemen. Bij Bridal Crown was 4 uur 45°C of 2 uur 47°C maximaal haalbaar, hetgeen mogelijk een gevolg was van de relatief lage temperatuur gedurende de dagen dat de bollen na rooien op het veld lagen te drogen.
Koken gedurende 4 uur bij 47 of 49°C binnen 3 weken na voorwarmte bij 30° en hoger en voorweken, was voor alle cultivars mogelijk met uitzondering van Tahiti waar 49°C te hoog was.
Opvallend was ook dat een “cultuurkook” van 2 uur 45°C half september uitgevoerd vaak lichte gewas- en bloemschade liet zien en dat bij Tahiti de opbrengst zelfs lager was.
Bij de bijzondere bolgewassen werd het onderzoek van vorig jaar herhaald, maar soms met een ander type van het gewas, hetgeen mogelijk mede de reden was dat de resultaten iets afweken van vorig jaar.
Ook dit jaar bleek dat op Allium aflatunense Purple Sensation, Chionodoxa luciliae (vorig jaar Violet Beauty), Muscari White Magic (vorig jaar armeniacum) en Scilla siberica zonder schade een hogere kooktemperatuur kan worden toegepast dan nu wordt geadviseerd, waarbij soms wel de voortemperatuur moet worden verhoogd.
Een warmwaterbehandeling van 4 uur 47°C was bij alle bijzondere bolgewassen mogelijk, waarbij een voortemperatuur van 34°C soms wel beter was.
Een warmwaterbehandeling van 4 uur 49°C was niet haalbaar bij Scilla siberica en gaf enige schade bij Chionodoxa luciliae, leidde tot minder bloemen bij Allium aflatunense Purple Sensation en had geen effect op de bolgroei van Allium en Muscari White De schade werd daarbij na een voortemperatuur bij 34°C altijd (veel) minder dan na een voortemperatuur van 30°C.
Original language | Dutch |
---|---|
Place of Publication | Lisse |
Publisher | Praktijkonderzoek Plant & Omgeving |
Number of pages | 35 |
Publication status | Published - 2014 |
Keywords
- plant protection
- horticulture
- ornamental bulbs
- narcissus
- temperature
- heat treatment
- cultivars
- hot water treatment
- damage
- nematoda
Projects
- 1 Active