@book{00765df012004b8fb562bffac85d8a41,
title = "Kansen voor regionale innovatieprojecten, verkenning voor de vollegrondsgroentesector in Zuidoost Nederland",
abstract = "De provincie Limburg heeft Wageningen UR gevraagd om een aanzet te maken voor een Kennis- en Innovatieagenda (KIA) voor de vollegrondstuinbouw, met daarin drie concrete kansen voor projectinitiatieven die passen binnen de POP3 kaders. Daarnaast was de vraag wat Wageningen UR vanuit ervaringen met innovatieprojecten met agrarische ondernemers zou willen aanbevelen om de voorwaarden voor subsidieprojecten te optimaliseren. Aanbevelingen voor POP3 Aan de hand van ervaringen van drie verschillende subsidieprojecten zijn aanbevelingen geformuleerd voor de inrichting van POP3. De ervaring van de drie subsidieprojecten is dat de regelingen niet goed aansluiten bij de situatie van agrarische en kleine MKB bedrijven, hoewel ze deze bedrijven wel willen ondersteunen bij innovaties. De aanbeveling is daarom om het eigenaarschap van het innovatieproces bij de bedrijven te houden, maar dat los te koppelen van de projectverantwoordelijkheid. Daarnaast wordt aanbevolen om randvoorwaarden meer op de situatie van kleinere bedrijven te laten aansluiten (bijv. ten aanzien van het minimum subsidiebedrag en de verwachte cash bijdrage). Het tweede knelpunt is het gemis aan flexibiliteit van subsidieregelingen, waardoor innovatieprojecten al snel in een keurslijf worden geperst of voortdurend allerlei wijzigingsverzoeken moeten doen. Het is daarom wenselijk dat regelingen flexibeler worden, door bijv. minder gedetailleerde projectplannen te vragen en meer ruimte te maken voor toe- en uittreden van partners en het verschuiven van budgetten. Het derde knelpunt is de beperking op de vergoeding van inzet door aanvragers/consortiumpartners, waardoor met name kennis- en adviespartners worden getroffen. Op dit moment wordt dit opgelost door ingewikkelde constructies (uitbesteding, onderaannemersconstructies), wat dan weer voor ongelijkheid in het project zorgt (de een krijgt wel volledig betaald, de ander niet). Aanbeveling is daarom: biedt projecten ruimte om de juiste partners te betrekken tegen een re{\"e}le vergoeding en zonder ingewikkelde constructies. Het vierde knelpunt is de kunstmatige scheiding tussen kennisontwikkeling en kennistoepassing, waardoor relevante onderzoeksactiviteiten niet gefinancierd kunnen worden vanuit het project. Biedt innovatieprojecten daarom de ruimte om de activiteiten uit te voeren die ze nodig vinden voor het innovatieproces.",
keywords = "akkerbouw, groenteteelt, groenten, kleine landbouwbedrijven, limburg, ondernemerschap, innovaties, kennisoverdracht, kennissystemen, kennis van boeren, kennis, subsidies, arable farming, vegetable growing, vegetables, small farms, limburg, entrepreneurship, innovations, knowledge transfer, knowledge systems, farmers' knowledge, knowledge, subsidies",
author = "{de Haan}, J.J. and J.T.W. Verhoeven and {de Wolf}, P.L.",
year = "2016",
language = "Nederlands",
series = "PPO/PRI-rapport 3750302800",
publisher = "DLO",
address = "Netherlands",
}