Abstract
Onderzoeksresultaten naar het causale verband
tussen ‘Attention-deficit hyperactivity
disorder’ (ADHD) en allergieën zijn niet eenduidig.
Allergieën zoals astma en eczeem zijn
klinische syndromen waarbij zowel genetische
aanleg als omgevingsfactoren (huisdieren,
huisstofmijten, pollen en voeding) kunnen
bijdragen tot de ontwikkeling ervan. De
hypothese dat ADHD bij sommige kinderen
ook een allergie kan zijn, wordt onderbouwd
aan de hand van de verschillende mechanismen
die ten grondslag liggen aan zowel ADHD
als allergische aandoeningen. Volgens de geaccepteerde
terminologie voor allergie voldoet
ADHD aan de criteria van overgevoeligheid,
allergie en atopie. Deze hypothese zal
in gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek
getoetst moeten worden. Hierbij moet niet
alleen gebruik gemaakt worden van immunologisch
onderzoek, maar ook van genetisch
onderzoek. Dit omdat genen die gerelateerd
worden aan het immuunsysteem met ADHD
geassocieerd kunnen worden. Immunotherapeutische
benaderingen, zoals immunotherapie
en probiotica, zouden betrokken kunnen
worden bij de behandeling van ADHD.
Wanneer overgevoeligheid voor omgevingsfactoren,
zoals voedingsmiddelen, bijdraagt
aan het manifest worden van ADHD, zal de
diagnostiek en de behandeling van ADHD herzien
moeten worden, om zo de kwaliteit van
zorg voor deze patiënten te verbeteren.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 86-92 |
Journal | Nederlands Tijdschrift voor Allergie |
Volume | 9 |
Issue number | 3 |
Publication status | Published - 2009 |