Inventarisatie van het wilde sublitorale mosselbestand van de westelijke Waddenzee in het voorjaar van 2023

In het voorjaar van 2023 is in opdracht van de PO Mosselcultuur het wilde sublitorale mosselbestand van de westelijke Waddenzee geïnventariseerd. De gegevens uit de bestandsopname worden door de PO Mosselcultuur gebruikt voor het opstellen van een visplan en de vergunningverlening voor de mosselzaadvisserij in het voorjaar van 2023. De inventarisatie is uitgevoerd door Wageningen Marine Research (WMR) en MARINX. Het veldwerk heeft plaatsgevonden vanaf het kokkelvaartuig YE42 tussen 13 maart en 5 april 2022. Tijdens de bestandopname in maart is in het sublitoraal van de westelijke Waddenzee een totaal mosselbestand van 35,88 Mkg of 358800 mosselton (mt) netto versgewicht aangetroffen. Van dit bestand bestond 32,34 Mkg uit mosselzaad (90% van het totale bestand) en 3,54 Mkg uit meerjarige mosselen (10% van het totale bestand). Uitgaande van een tarrapercentage bij visserij van 40% voor het mosselzaad en van 25% voor de overige mosselen en van een toename van de biomassa mosselzaad door groei met 20% in de periode tussen inventarisatie en visserij, is de verwachting dat het totale mosselbestand in mei (reguliere visperiode) 69,40 Mkg bruto versgewicht zal bedragen, waarvan 64,68 Mkg mosselzaad en 4,72 Mkg meerjarige mosselen. In de Waddenzee zijn een aantal gebieden gesloten voor mosselzaadvisserij. Dit zijn de droogvallende platen, de voor mosselzaadvisserij permanent gesloten gebieden zoals vastgelegd in het Beleidsbesluit Schelpdiervisserij (LNV, 2004) en de gebieden die zijn gesloten voor mosselzaadvisserij in het kader van het Mosselconvenant (LNV, 2008, 2021). Het sublitorale mosselbestand in de gesloten gebieden in mei is geschat op 40,21 Mkg bruto versgewicht, hiervan ligt 11,80 Mkg in het in het kader van het Mosselconvenant laatst voor mosselzaadvisserij gesloten gebied (stap 4). Het bestand in de voor visserij open gebieden bedraagt 29,19 Mkg bruto versgewicht. Hiervan komt 25,54 Mkg voor in voldoende hoge dichtheden om lonend te kunnen bevissen (> 0,15 kg/m2). Van dit bestand bestaat 0,27 Mkg uit halfwas en meerjarige mosselen. Vangsten waarvan minimaal 50% van de biomassa bestaat uit mosselzaad worden kweektechnisch geclassificeerd als "zaad", De visbare hoeveelheid “zaad”, dat is dus inclusief de daar tussen zittende halfwas en meerjarige mosselen, wordt geschat op 25,45 Mkg (254500 mt). In onderstaande tabel (Tabel 1) is dit verder uitgesplitst. In de tabel zijn ook de potentiële vangsthoeveelheden weergegeven in geval er conform de afspraken in het Addendum op het Mosselconvenant (LNV, 2021) ook in het laatst gesloten gebied mag worden gevist.