Abstract
De onderzoeksvraag was of er mogelijkheden zijn om het wortelknobbelaaltje Meloidogyne chitwoodi volledig te saneren ten behoeve van de pootgoedteelt. In een veldproef zijn elf behandelingen uitgevoerd. Biologische grondontsmetting met gras of zomertarwe bleek het aantal Meloidogyne chitwoodi-aaltjes het beste te reduceren. In combinatie met een rustjaar met zwarte braak en een zomerteelt van bladrammenas resteerde een zeer kleine restinfectie (<1 aaltje/100 ml grond) na de daarop volgende teelt van pootaardappels. Zonder rustjaar is de besmetting na pootaardappel opgelopen tot circa 40 aaltjes/ 100 ml grond. De nultolerantie voor M. chitwoodi voor pootgoed is nog niet bereikt, maar kan met verbeterde of andere technieken worden benaderd. De aardappelopbrengst was na biologische grondontsmetting uitstekend en ook de knolkwaliteit. Er waren meestal geen uitwendige en zeer weinig inwendige symptomen van M. chitwoodi zichtbaar.
Original language | Dutch |
---|---|
Publisher | Kennisakker |
Edition | 15 maart |
Media of output | Online |
Publication status | Published - 15 Mar 2006 |
Keywords
- potatoes
- solanum tuberosum
- meloidogyne chitwoodi
- plant pathogenic fungi
- control methods
- cultural control
- propagation materials
- soil treatment
- seed potatoes
- nematode control
- biological soil sterilization
- soil fumigants
- green manures
- arable farming