Invang van mosselzaad in MZI’s: Resultaten 2019

Jakob Capelle, Marnix van Stralen

Research output: Book/ReportReportProfessional

Abstract

Voorliggend technisch rapport behandelt de resultaten van de oogst van mosselzaad in 2019 met de zogenaamde MosselZaadinvangsInstalaties (MZI’s) in de Oosterschelde, Voordelta en Waddenzee met als doel: • Inzicht te geven in de oogstresultaten in relatie tot de afspraken in het mosselconvenant. • Inzicht te geven in de geschiktheid van locaties voor MZI’s en de daarbij gebruikte invangsystemen. Dit rapport is opgesteld in opdracht van de PO Mosselcultuur. In 2019 is in de Nederlandse wateren in totaal 19,2 miljoen kg (192 duizend mosselton) mosselzaad geoogst van de MZI’s. Het merendeel hiervan, 16,5 miljoen kg, is ingevangen in de Waddenzee, waarvan 15,03 miljoen kg door transitiebedrijven en 1,43 miljoen kg door de voormalige experimenteerbedrijven. In de Oosterschelde is in 2019 2,0 miljoen kg en in de Voordelta 0,7 miljoen kg mosselzaad geoogst. Binnen het mosselconvenant is afgesproken de bodemzaadvisserij stapsgewijs af te bouwen. Deze afbouw gebeurt in een tempo waarin alternatieve bronnen voor mosselzaad als uitgangsmateriaal voor de kweek kunnen worden ontwikkeld en een rendabele kweek mogelijk blijft. MZI’s zijn daarvoor nu het belangrijkste alternatief. Inmiddels zijn twee stappen gezet. Per stap is afgesproken dat er per jaar een vangstverlies van 5,5 miljoen kg mosselzaad gecompenseerd moet worden. Met de tweede stap dient daarom 11 miljoen kg mosselzaad vanuit MZI’s in de Waddenzee beschikbaar te zijn. Met daaraan toegevoegd de nog te formaliseren derde sluitingsstap in de transitie dient 14,0 Miljoen kg MZI-zaad in de Waddenzee beschikbaar te zijn. Met de productie van 15,0 miljoen kg mosselzaad door transitiebedrijven in 2019 is hierin voorzien. De hoeveelheid ingehangen MZI-substraat was ongeveer gelijk met 2018, maar de oogst was in kwantitatieve zin 7,5% lager dan in 2018. De gegevens laten zien dat in 2019 in de Waddenzee minder mosselbiomassa per meter touw-substraat geoogst is dan in 2018 (respectievelijk 2,9 kg/m vs. 3,8 kg/m), terwijl de oogst per vierkante meter net-substraat in 2019 juist beter was dan in 2018 (respectievelijk 42,8 kg/m2 vs. 31,6 kg/m2). Onderliggende gegevens laten zien dat vooral het relatief slechte resultaat op locatie Zuidmeep debet is aan het verschil tussen 2019 en 2018.
Original languageDutch
Place of PublicationYerseke
PublisherWageningen Marine Research
Number of pages27
DOIs
Publication statusPublished - 2020

Publication series

NameWageningen Marine Research rapport
No.C027/20

Cite this