Abstract
Met goede argumenten gebaseerd op feiten zijn er zeker
mogelijkheden bij de Europese en landelijke beleidsmakers.
Dat mag naar mijn mening de conclusie zijn nu we met het
nieuwe mestbeleid zijn gestart. Een derogatie van 250 kg N
en een bedrijfsspecifieke excretie geven flexibiliteit en de
mogelijkheid om vakmanschap te laten renderen. Dit geeft
hoop en inspiratie voor de toekomst, want Nederland is nog
niet klaar met het thema milieu.
Evaluatie mestbeleid, Kaderrichtlijn Water en Ammoniak staan
op de agenda en moeten de komende jaren verder ingevuld
en uitgewerkt worden. Meepraten en -denken kunnen een
belangrijke bijdrage leveren aan de invulling van deze toekomstige
milieuwetgeving.
Belangrijke voorwaarde, om in overleg met de beleidsmakers
de toekomstige wetgeving voor de sector zo goed mogelijk in
te vullen, is tonen serieus werk te maken van het verder optimaliseren
van het mineralenmanagement.Wat dat betreft is
het goed, dat in dit nieuwe beleid de excretie bepaald wordt
aan de hand van productie en ureum of via de handreiking. Dit
zal een groot gedeelte van de melkveehouderij stimuleren tot
het verder optimaliseren van rundveevoeding, hier ligt nog
potentie. Binnen Minas hebben we de mineralen besparing
grotendeels via de bemesting gerealiseerd. Het nieuwe beleid
zet aan tot meer aandacht voor veevoeding. Hier ligt een taak
voor bedrijfsadviseurs en in het bijzonder de voeradviseurs.
Inspirerende voorbeelden van scherpe, uitgebalanceerde rantsoenen
zijn er binnen Koeien & Kansen en daarbuiten.
Kortom ook voor de komende jaren liggen er kansen, die we
als sector kunnen verzilveren door constructief en innovatief te
werk te gaan, want met goede argumenten gebaseerd op in
de praktijk getoetste feiten is er veel mogelijk.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 1 |
Journal | Koeien & Kansen Nieuwsbrief |
Volume | 2006 |
Issue number | 21 |
Publication status | Published - 2006 |