@book{38211b7b85c64574aaf7a436e8f579a0,
title = "Individuele voeropnamekenmerken en darmfysiologie van gespeende biggen",
abstract = "Speendiarree is een regelmatig terugkerend probleem in de Nederlandse varkenshouderij. Onderzoek van onder meer McCracken et al. (1995), Pluske et al. (1996a,b) en Van Beers-Schreurs (1996) heeft sterke aanwijzingen opgeleverd dat deze problemen vlak na spenen gerelateerd zijn aan de voeropname. Indien de voeropname van gespeende biggen voldoende op peil blijft, blijft de barriOrefunctie van de darmwand als mede de vertering op peil en vindt er geen verstoring plaats van de microbi{\"e}le activiteit, zodat de kans op problemen met de gezondheid (bijvoorbeeld speendiarree) aanmerkelijk kleiner is. Onderzoek met individueel gehuisveste gespeende biggen (Makkink, 1993) heeft aangetoond dat de voeropname de eerste dagen na spenen effect heeft op onder meer de morfologie van de darmwand. Dit onderzoek vormde de basis voor de hypothese dat biggen die meteen na spenen beginnen met het opnemen van voer en vervolgens ook doorgaan met het opnemen van voer minder kans hebben op problemen met de darmgezondheid doordat de darmmorfologie en vertering op peil blijft. :Biggen waarvan de voeropname na spenen pas laat op gang komt, hebben volgens deze theorie aanmerkelijk meer darmschade en een verlaagde verteringscapaciteit. Indien de voeropname van deze biggen vervolgens nog eens zeer sterk toeneemt, zou het maagdarmkanaal overbelast raken waardoor onverteerde nutri{\"e}nten op het eind van het maagdarmkanaal ter beschikking komen van (schadelijke) micro-organismen. :Inmiddels is aangetoond dat er een aanzienlijke variatie bestaat in individuele voeropnamekenmerken van in groepen gehuisveste gespeende biggen (Bruininx et al., 2001). Door de veronderstelde relatie tussen individuele voeropname en darmgezondheid is het waarschijnlijk dat er binnen groepen van gespeende biggen ook aanzienlijke variatie is in darmgezondheid. Op het Praktijkcentrum Rosmalen is met behulp van voerstations nagegaan of er relaties zijn tussen individuele voeropname kernmerken (tijd tussenopleg en eerste voeropname, dagelijkse stijging van de voeropname) van groepsgehuisveste gespeende biggen en kenmerken van darmgezondheid (enzymactiviteiten en histologie van de dunne darm en microbi{\"e}le kenmerken van de inhoud van de dikke darm). In dit onderzoek wordt door middel van het toetsen van de hypothese van Makkink (1993) nagegaan of de veronderstelde relatie tussen voeropname en darmgezondheid aanwezig is.",
keywords = "biggen, spenen, voeropname, darmen, voedingsfysiologie, dierhouderij, piglets, weaning, feed intake, intestines, nutrition physiology, animal husbandry",
author = "E.M.A.M. Bruininx and E. Lensen and A.B. Schellingerhout and G.P. Binnendijk and {van der Peet-Schwering}, C.M.C.",
year = "2002",
language = "Dutch",
series = "Praktijkboek / Praktijkonderzoek Veehouderij",
publisher = "Praktijkonderzoek Veehouderij",
number = "15",
}