@book{a907ff3cf9574c64b6491e56332fe8d8,
title = "Humus- en bodemprofielen in natte schraalgraslanden; resultaten van een bodemkundig onderzoek in 13 referentiegebieden voor het onderzoek naar Effectgerichte Maatregelen tegen verzuring (EGM)",
abstract = "In dertien referentiegebieden voor het onderzoek naar effectgerichte maatregelen tegen verzuring in natte schraalgraslanden zijn profielbeschrijvingen gemaakt. De referentiegebieden liggen in beekdalen, laagveengebieden en natte duinvalleien verspreidover Nederland. Er zijn 160 boringen verricht tot maximaal 3 m. Speciale aandacht is besteed aan het humusprofiel, dat indicatief kan zijn voor de mate van verzuring en verdroging van de bodem. De beekdalen, in de pleistocene dekzandlandschappen, zijn deels met venige of moerige afzettingen opgevuld. Hier komen mull- en moderhumusvormen voor. In de laagveengebieden komen alleen semi-terrestrische humusvormen voor, in de duinvalleien moder- en mullhumusvormen.",
keywords = "organische verbindingen, bodem, bodemchemie, bodemkarteringen, graslanden, natuurgebieden, chemische eigenschappen, zuurgraad, zure regen, nederland, organic compounds, soil, soil chemistry, soil surveys, grasslands, natural areas, chemical properties, acidity, acid rain, netherlands",
author = "{van Delft}, S.P.J.",
year = "1995",
language = "Nederlands",
publisher = "Staring Centrum",
number = "309",
address = "Netherlands",
}