TY - BOOK
T1 - Hightech agrosystems: made in Holland in het kwadraat
AU - Albers, G.
AU - den Engelse, J.
AU - Hadders, J.
AU - Scheer, F.P.
AU - Timmermans, A.J.M.
PY - 2012
Y1 - 2012
N2 - Vier redenen om als ondernemer niet stil te blijven zitten
1. Groeiende wereldbevolking, dreigend voedseltekort. De
wereldbevolking groeit snel, van 7 miljard eind 2011 tot 9,2
miljard in 2050. En ook de welvaart neemt toe: het aantal
mensen dat tot de ‘middenklasse’ behoort, zal in 2030 drie
miljard hoger zijn dan vandaag. Die ontwikkeling vraagt niet
alleen om meer voedsel - terwijl er nu al tekorten zijn aan
agrarische grondstoffen - maar ook om meer gevarieerd
voedsel van goede kwaliteit.
2. Verhogen productiviteit, reduceren verspilling. Voor het
opvoeren van de productiviteit van de wereldwijde land- en
tuinbouw moeten de investeringen in agrotechnische
equipment met naar schatting 6,7% per jaar omhoog, tot
173 miljard dollar in 2016. Het verminderen en voorkomen van
verspilling is een andere grote uitdaging. McKinsey becijfert
die wereldwijd op zo’n 180 miljard dollar, bij ongewijzigd beleid
oplopend tot 300 miljard dollar over enkele jaren.
3. Leidend in land- tuinbouw. Nederland heeft een uitstekende
agrotechnische industrie, getuige het feit dat onze land- en tuinbouw
sinds jaar en dag nummer 1 in de wereld is en de
productie-efficiency vijf maal hoger ligt dan het Europees
gemiddelde. Dat verklaart waarom Agro & Food en Tuinbouw &
Uitgangsmaterialen behoren tot de (negen) topsectoren van de
Nederlandse economie. Maar de wereldwijde concurrentie zit
niet stil: om de voorsprong te behouden is er werk aan de
winkel. Daar komt bij dat de Nederlandse boeren en tuinders al
jaren geplaagd worden door lage marges, waardoor ze alleen
willen en kunnen investeren in innovaties die hun kosten
evident verlagen en/of hun toegevoegde waarde verhogen.
Internationaal is er met name behoefte aan technologie die
schaalvergroting faciliteert.
4. Leidend in volatiele high tech. Nederland beschikt ook over
een uitmuntende sector High Tech Systemen & Materialen
(HTSM), die daarom ook het predicaat topsector heeft gekregen.
Neem ASML, met wereldwijd een ijzersterke positie in
halfgeleiders – een markt die cruciaal is, want waar zit
tegenwoordig geen chip meer in? Maar de HTSM-bedrijven
hebben te maken met volatiele markten. In de halfgeleidersecor,
bijvoorbeeld, is sprake van hoge pieken en diepe dalen. En de
solarsector gaat momenteel gebukt onder een wereldwijde
overcapaciteit. Een minder cyclische markt, als de agro & food
en tuinbouw & uitgangsmaterialen, zou de stabiliteit van deze
topsector sterk ten goede komen.
Kortom, majeure en mondiale vraagstukken schreeuwen om
goede oplossingen – en bieden onze sterke HTSM-sector
geweldige kansen om te differentiëren door nieuwe afzetmarkten
te betreden.
Lopende ontwikkelingen
Een aantal ontwikkelingen die deze vraagstukken kunnen helpen
oplossen en waarop de agrotechnische industrie en
kennisinstellingen reeds inspelen, zijn:
¿¿ Schaalvergroting: in Nederland, maar meer nog in
opkomende landen als China en Rusland, neemt de schaal van
het boeren- en tuindersbedrijf ras toe. Verschillende
Nederlandse agrotechnische bedrijven spelen hier op in met
een aanbod van technologie waarmee grote aantallen dieren
en grote oppervlaktes akkerland of kassenteelt verzorgd en
bewerkt kunnen worden met weinig mankracht en met een
verbetering van de productkwaliteit.
¿¿ Precision farming: in de keten is ruimte voor efficiencyverbetering.
Nieuwe (online) informatiesystemen vertellen de
boer exact waar hij (niet) moet beregenen, bemesten of oogsten.
Daarnaast zijn er systemen die dieren op het juiste moment de
juiste (hoeveelheid en kwaliteit) voer aanbieden – waardoor de
opbrengst fors wordt verhoogd en op schaarse grondstoffen
wordt bespaard.
¿¿ Verspillingsreductie: er wordt gewerkt aan chips die de
eindconsument – als grootste verspiller – veel meer zeggen
over de status van producten dan enkel de houdbaarheidsdatum.
Ook wordt er gedokterd opslagsystemen voor
agrarische producten waardoor deze langer hun kwaliteit
behouden.
¿¿ Gentechnologie: de planten- en dierenvariaties die het best
aansluiten op de consumentenwens worden geselecteerd
voor reproductie van de volgende generatie. Inzicht in de
genetische eigen-schappen bespaart jaren wachten tot de
volgende generatie volwassen is geworden en zijn kwaliteiten
kan tonen. Gentechnologie ondersteunt en versnelt dit.
¿¿ Communicatiestandaardisatie: de technologie om communicatie
in de foodketen, van boer tot retail, te optimaliseren is
steeds breder beschikbaar. Wat nogal eens ontbreekt, is de
4
bereidheid onder de ketenspelers om zich te conformeren aan de communicatiestandaard die in de keten geldt, maar ook hier worden vorderingen gemaakt.
¿¿
Duurzaamheid: in de land- en (vooral) de tuinbouw wordt veel energie verbruikt. De eerste energie-neutrale stallen en kassen zijn inmiddels op de markt. Steeds meer consumenten zijn bereid wat meer te betalen voor een ei of stukje vlees dat ‘diervriendelijk’ is geproduceerd. De agrotechnische industrie weet die vraag steeds beter te beantwoorden.
¿¿
Co-creatie: consumenten willen tegenwoordig niet alleen weten hoe voedsel geproduceerd wordt; we willen ook meedenken over hoe dat kan of moet. Het internet biedt daarvoor het platform.
¿¿
Wet- en regelgeving: de land- en tuinbouw is in Nederland – en Europa – sterker gereguleerd door overheden dan elders in de wereld. Dat dwingt onze agrotechnische industrie als eerste met innovaties te komen, wanneer dit ook in de betreffende landen gaat spelen.
Versnelling vergt ook samenwerking tussen sectoren
Deze ontwikkelingen leiden niet vanzelf tot gewenste en tijdige oplossingen om kwantitatief en kwalitatief te voorzien in de voedingsbehoefte van de groeiende wereldbevolking. Een versnelling van het innovatievermogen van de agrotechnische industrie is noodzakelijk. Het antwoord daarop is samenwerking tussen uiteenlopende wetenschappelijke en vakinhoudelijke disciplines. Veel agrotechnische oplossingen zouden vandaag niet bestaan zonder bijvoorbeeld de combinatie van mechanische en elektronische (lees: mechatronische) innovaties. Het besef dat je wetenschappers en onderzoekers van verschillende disciplines bijeen moet brengen voor ‘doorbraak’-innovaties, heeft de laatste jaren gelukkig breed postgevat.
Echter samenwerking tussen economische sectoren – dus over de grenzen van de eigen sector heen – staat echter nog in de kinderschoenen. En ook die is broodnodig. In het topsectoren-beleid zijn miljoenen gereserveerd om wetenschappers, onder-zoekers en ondernemers binnen die sectoren tot samenwerken te stimuleren. Maar samenwerking tussen de topsectoren is helaas nog geen uitgesproken onderdeel van dat beleid.
Voor duurzame verhoging van volume en kwaliteit van de voedselproductie is de samenwerking tussen drie topsectoren buitengewoon relevant: tussen Agro & Food en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen enerzijds en High Tech Systemen & Materialen anderzijds. Binnen HTSM is de knowhow aanwezig of liggen de innovaties zelfs al op de plank om de land- en tuinbouw en de agrotechnische industrie verder te helpen. Om ziektegedrag van kippen nog sneller waar te nemen; om dieren nog meer ruimte te geven terwijl de efficiëntie en effectiviteit omhoog gaat; om in de groenteteelt nog adequater op retailacties te kunnen reageren en zo verspilling te voorkomen en opbrengsten te verhogen; om in de kassen de benodigde hoeveelheden fossiele brandstoffen en water met 90 procent te reduceren – en zo kunnen we nog wel even doorgaan.
Andersom biedt de agrotechnische industrie de HTSM-sector kennis en knowhow van de land- en tuinbouw – en daarmee de mogelijkheid om nieuwe, snelgroeiende afzetmarkten te betreden. Vanuit een maatschappelijke verantwoordelijkheid én gezond ondernemerschap.
AB - Vier redenen om als ondernemer niet stil te blijven zitten
1. Groeiende wereldbevolking, dreigend voedseltekort. De
wereldbevolking groeit snel, van 7 miljard eind 2011 tot 9,2
miljard in 2050. En ook de welvaart neemt toe: het aantal
mensen dat tot de ‘middenklasse’ behoort, zal in 2030 drie
miljard hoger zijn dan vandaag. Die ontwikkeling vraagt niet
alleen om meer voedsel - terwijl er nu al tekorten zijn aan
agrarische grondstoffen - maar ook om meer gevarieerd
voedsel van goede kwaliteit.
2. Verhogen productiviteit, reduceren verspilling. Voor het
opvoeren van de productiviteit van de wereldwijde land- en
tuinbouw moeten de investeringen in agrotechnische
equipment met naar schatting 6,7% per jaar omhoog, tot
173 miljard dollar in 2016. Het verminderen en voorkomen van
verspilling is een andere grote uitdaging. McKinsey becijfert
die wereldwijd op zo’n 180 miljard dollar, bij ongewijzigd beleid
oplopend tot 300 miljard dollar over enkele jaren.
3. Leidend in land- tuinbouw. Nederland heeft een uitstekende
agrotechnische industrie, getuige het feit dat onze land- en tuinbouw
sinds jaar en dag nummer 1 in de wereld is en de
productie-efficiency vijf maal hoger ligt dan het Europees
gemiddelde. Dat verklaart waarom Agro & Food en Tuinbouw &
Uitgangsmaterialen behoren tot de (negen) topsectoren van de
Nederlandse economie. Maar de wereldwijde concurrentie zit
niet stil: om de voorsprong te behouden is er werk aan de
winkel. Daar komt bij dat de Nederlandse boeren en tuinders al
jaren geplaagd worden door lage marges, waardoor ze alleen
willen en kunnen investeren in innovaties die hun kosten
evident verlagen en/of hun toegevoegde waarde verhogen.
Internationaal is er met name behoefte aan technologie die
schaalvergroting faciliteert.
4. Leidend in volatiele high tech. Nederland beschikt ook over
een uitmuntende sector High Tech Systemen & Materialen
(HTSM), die daarom ook het predicaat topsector heeft gekregen.
Neem ASML, met wereldwijd een ijzersterke positie in
halfgeleiders – een markt die cruciaal is, want waar zit
tegenwoordig geen chip meer in? Maar de HTSM-bedrijven
hebben te maken met volatiele markten. In de halfgeleidersecor,
bijvoorbeeld, is sprake van hoge pieken en diepe dalen. En de
solarsector gaat momenteel gebukt onder een wereldwijde
overcapaciteit. Een minder cyclische markt, als de agro & food
en tuinbouw & uitgangsmaterialen, zou de stabiliteit van deze
topsector sterk ten goede komen.
Kortom, majeure en mondiale vraagstukken schreeuwen om
goede oplossingen – en bieden onze sterke HTSM-sector
geweldige kansen om te differentiëren door nieuwe afzetmarkten
te betreden.
Lopende ontwikkelingen
Een aantal ontwikkelingen die deze vraagstukken kunnen helpen
oplossen en waarop de agrotechnische industrie en
kennisinstellingen reeds inspelen, zijn:
¿¿ Schaalvergroting: in Nederland, maar meer nog in
opkomende landen als China en Rusland, neemt de schaal van
het boeren- en tuindersbedrijf ras toe. Verschillende
Nederlandse agrotechnische bedrijven spelen hier op in met
een aanbod van technologie waarmee grote aantallen dieren
en grote oppervlaktes akkerland of kassenteelt verzorgd en
bewerkt kunnen worden met weinig mankracht en met een
verbetering van de productkwaliteit.
¿¿ Precision farming: in de keten is ruimte voor efficiencyverbetering.
Nieuwe (online) informatiesystemen vertellen de
boer exact waar hij (niet) moet beregenen, bemesten of oogsten.
Daarnaast zijn er systemen die dieren op het juiste moment de
juiste (hoeveelheid en kwaliteit) voer aanbieden – waardoor de
opbrengst fors wordt verhoogd en op schaarse grondstoffen
wordt bespaard.
¿¿ Verspillingsreductie: er wordt gewerkt aan chips die de
eindconsument – als grootste verspiller – veel meer zeggen
over de status van producten dan enkel de houdbaarheidsdatum.
Ook wordt er gedokterd opslagsystemen voor
agrarische producten waardoor deze langer hun kwaliteit
behouden.
¿¿ Gentechnologie: de planten- en dierenvariaties die het best
aansluiten op de consumentenwens worden geselecteerd
voor reproductie van de volgende generatie. Inzicht in de
genetische eigen-schappen bespaart jaren wachten tot de
volgende generatie volwassen is geworden en zijn kwaliteiten
kan tonen. Gentechnologie ondersteunt en versnelt dit.
¿¿ Communicatiestandaardisatie: de technologie om communicatie
in de foodketen, van boer tot retail, te optimaliseren is
steeds breder beschikbaar. Wat nogal eens ontbreekt, is de
4
bereidheid onder de ketenspelers om zich te conformeren aan de communicatiestandaard die in de keten geldt, maar ook hier worden vorderingen gemaakt.
¿¿
Duurzaamheid: in de land- en (vooral) de tuinbouw wordt veel energie verbruikt. De eerste energie-neutrale stallen en kassen zijn inmiddels op de markt. Steeds meer consumenten zijn bereid wat meer te betalen voor een ei of stukje vlees dat ‘diervriendelijk’ is geproduceerd. De agrotechnische industrie weet die vraag steeds beter te beantwoorden.
¿¿
Co-creatie: consumenten willen tegenwoordig niet alleen weten hoe voedsel geproduceerd wordt; we willen ook meedenken over hoe dat kan of moet. Het internet biedt daarvoor het platform.
¿¿
Wet- en regelgeving: de land- en tuinbouw is in Nederland – en Europa – sterker gereguleerd door overheden dan elders in de wereld. Dat dwingt onze agrotechnische industrie als eerste met innovaties te komen, wanneer dit ook in de betreffende landen gaat spelen.
Versnelling vergt ook samenwerking tussen sectoren
Deze ontwikkelingen leiden niet vanzelf tot gewenste en tijdige oplossingen om kwantitatief en kwalitatief te voorzien in de voedingsbehoefte van de groeiende wereldbevolking. Een versnelling van het innovatievermogen van de agrotechnische industrie is noodzakelijk. Het antwoord daarop is samenwerking tussen uiteenlopende wetenschappelijke en vakinhoudelijke disciplines. Veel agrotechnische oplossingen zouden vandaag niet bestaan zonder bijvoorbeeld de combinatie van mechanische en elektronische (lees: mechatronische) innovaties. Het besef dat je wetenschappers en onderzoekers van verschillende disciplines bijeen moet brengen voor ‘doorbraak’-innovaties, heeft de laatste jaren gelukkig breed postgevat.
Echter samenwerking tussen economische sectoren – dus over de grenzen van de eigen sector heen – staat echter nog in de kinderschoenen. En ook die is broodnodig. In het topsectoren-beleid zijn miljoenen gereserveerd om wetenschappers, onder-zoekers en ondernemers binnen die sectoren tot samenwerken te stimuleren. Maar samenwerking tussen de topsectoren is helaas nog geen uitgesproken onderdeel van dat beleid.
Voor duurzame verhoging van volume en kwaliteit van de voedselproductie is de samenwerking tussen drie topsectoren buitengewoon relevant: tussen Agro & Food en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen enerzijds en High Tech Systemen & Materialen anderzijds. Binnen HTSM is de knowhow aanwezig of liggen de innovaties zelfs al op de plank om de land- en tuinbouw en de agrotechnische industrie verder te helpen. Om ziektegedrag van kippen nog sneller waar te nemen; om dieren nog meer ruimte te geven terwijl de efficiëntie en effectiviteit omhoog gaat; om in de groenteteelt nog adequater op retailacties te kunnen reageren en zo verspilling te voorkomen en opbrengsten te verhogen; om in de kassen de benodigde hoeveelheden fossiele brandstoffen en water met 90 procent te reduceren – en zo kunnen we nog wel even doorgaan.
Andersom biedt de agrotechnische industrie de HTSM-sector kennis en knowhow van de land- en tuinbouw – en daarmee de mogelijkheid om nieuwe, snelgroeiende afzetmarkten te betreden. Vanuit een maatschappelijke verantwoordelijkheid én gezond ondernemerschap.
KW - tuinbouw
KW - agro-industriële ketens
KW - agro-industriële sector
KW - agrotechnologie
KW - voedsel
KW - horticulture
KW - agro-industrial chains
KW - agroindustrial sector
KW - agrotechnology
KW - food
M3 - Report
BT - Hightech agrosystems: made in Holland in het kwadraat
PB - ABN AMRO
ER -