TY - BOOK
T1 - Heeft landgebruik effect op ons weer? : Literatuuronderzoek relatie landgebruik en klimaat op regionale en lokale schaal: De Kleine Waterkringloop
AU - Ruijsch, Jessica
AU - Hutjes, Ronald W.A.
AU - Teuling, Adriaan J.
PY - 2023
Y1 - 2023
N2 - Klimaatverandering, veroorzaakt door een toename in door de mens uitgestoten broeikasgassen, krijgt ook in Nederland steeds meer een voelbare impact. Zo hebben we in de afgelopen jaren periodes van extreme droogte en hoge temperaturen gezien, maar ook periodes van extreme neerslag. Verwacht wordt dat deze extremen ook in de toekomst verder zullen toenemen. Naast wereldwijde mitigatie, is het nodig om maatregelen te nemen die de negatieve gevolgen van klimaatverandering beperken. Een groot aantal actuele en grootschalige herontwikkelingen van de ruimtelijke indeling, waaronder het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG), de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW), het Programma NOVEX, provinciale Bossenstrategieën en het Programma Waterveiligheid en Ruimte Limburg (WRL), nemen klimaatadaptief inrichten dan ook als majeur thema mee in de planning. In dit beleid wordt echter geen rekening gehouden met het feit dat landgebruik en ruimtelijke inrichting het klimaat op een meer directe manier kunnen beïnvloeden via land-atmosfeerinteracties en de zogenoemde kleine waterkringloop. Wat deze rol van landgebruiksveranderingen op het lokale klimaat precies is, lijkt echter onzeker. Een coalitie van Limburgse partijen (bestaande uit Natuur en Milieufederatie Limburg, Waterschap Limburg, RVO, Provincie Limburg en de Limburgse Voedselbosbrigade) vindt daarom dat er snel meer onderzoek nodig is naar deze land-atmosfeer interacties op euregionale schaal. In dit onderzoek is een eerste stap gemaakt, in de vorm van een overzicht van de huidige stand van kennis over land-atmosfeerinteracties in Nederland en Noordwest-Europa, en over de mogelijkheid om deze interacties op regionale of lokale schaal te beïnvloeden met keuzes in grondgebruik, bedekkingsgraad, waterhuishouding en inrichting. Aan de hand hiervan kunnen we een goed onderbouwd advies geven over de vraag of het wetenschappelijk en maatschappelijk relevant is nader (model)onderzoek te doen naar deze interacties in de context van klimaatadaptatie. Op basis van de biobliografische database van relevante wetenschappelijke literatuur, bestaande uit 338 bronnen, kunnen we de volgende uitspraken doen: • Landgebruik kan het lokale en regionale klimaat beïnvloeden door veranderingen in onder andere albedo, verdamping en oppervlakteruwheid. Dit heeft gevolgen voor de verdeling van energie aan het aardoppervlak, de diepte en temperatuur van de atmosferische grenslaag, wolkenvorming en neerslag. • Herbebossing leidt in Nederland tot een toename in neerslag, vooral in de winter. In tegenstelling tot veel andere locaties op aarde, wordt deze neerslag niet gevormd door convectie, maar lijkt deze te worden afgevangen uit vochtige lucht door een toename in oppervlakteruwheid. • Verstedelijking vergroot de neerslag zowel lokaal als benedenwinds door een toename in voelbare warmteflux, oppervlakteruwheid en aerosolen. • Ook veranderingen binnen landgebruikstypen, waaronder veranderingen van loofbos naar naaldbos, het creëren van plantages, bosbeheer en het verhogen van groen in de stad kan een effect hebben op ons klimaat. • Nog onduidelijk is wat uiteindelijke (negatieve) effecten van landgebruiksveranderingen zijn op de lokale en niet-lokale waterbeschikbaarheid. Dit literatuuronderzoek geeft hiermee een overzicht van de huidige stand van kennis over land-atmosfeer interacties en benadrukt daarbij het mogelijke belang van de kleine waterkringloop op waterbeschikbaarheid. Vervolgonderzoek kan gebruikt worden om deze kennis verder uit te breiden aan de hand van specifieke beleidsvraagstukken. Om de negatieve gevolgen van wereldwijde klimaatverandering voor Nederland te beperken, is het daarom zowel maatschappelijk als wetenschappelijk van belang nader modelonderzoek te doen naar dit onderwerp.
AB - Klimaatverandering, veroorzaakt door een toename in door de mens uitgestoten broeikasgassen, krijgt ook in Nederland steeds meer een voelbare impact. Zo hebben we in de afgelopen jaren periodes van extreme droogte en hoge temperaturen gezien, maar ook periodes van extreme neerslag. Verwacht wordt dat deze extremen ook in de toekomst verder zullen toenemen. Naast wereldwijde mitigatie, is het nodig om maatregelen te nemen die de negatieve gevolgen van klimaatverandering beperken. Een groot aantal actuele en grootschalige herontwikkelingen van de ruimtelijke indeling, waaronder het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG), de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW), het Programma NOVEX, provinciale Bossenstrategieën en het Programma Waterveiligheid en Ruimte Limburg (WRL), nemen klimaatadaptief inrichten dan ook als majeur thema mee in de planning. In dit beleid wordt echter geen rekening gehouden met het feit dat landgebruik en ruimtelijke inrichting het klimaat op een meer directe manier kunnen beïnvloeden via land-atmosfeerinteracties en de zogenoemde kleine waterkringloop. Wat deze rol van landgebruiksveranderingen op het lokale klimaat precies is, lijkt echter onzeker. Een coalitie van Limburgse partijen (bestaande uit Natuur en Milieufederatie Limburg, Waterschap Limburg, RVO, Provincie Limburg en de Limburgse Voedselbosbrigade) vindt daarom dat er snel meer onderzoek nodig is naar deze land-atmosfeer interacties op euregionale schaal. In dit onderzoek is een eerste stap gemaakt, in de vorm van een overzicht van de huidige stand van kennis over land-atmosfeerinteracties in Nederland en Noordwest-Europa, en over de mogelijkheid om deze interacties op regionale of lokale schaal te beïnvloeden met keuzes in grondgebruik, bedekkingsgraad, waterhuishouding en inrichting. Aan de hand hiervan kunnen we een goed onderbouwd advies geven over de vraag of het wetenschappelijk en maatschappelijk relevant is nader (model)onderzoek te doen naar deze interacties in de context van klimaatadaptatie. Op basis van de biobliografische database van relevante wetenschappelijke literatuur, bestaande uit 338 bronnen, kunnen we de volgende uitspraken doen: • Landgebruik kan het lokale en regionale klimaat beïnvloeden door veranderingen in onder andere albedo, verdamping en oppervlakteruwheid. Dit heeft gevolgen voor de verdeling van energie aan het aardoppervlak, de diepte en temperatuur van de atmosferische grenslaag, wolkenvorming en neerslag. • Herbebossing leidt in Nederland tot een toename in neerslag, vooral in de winter. In tegenstelling tot veel andere locaties op aarde, wordt deze neerslag niet gevormd door convectie, maar lijkt deze te worden afgevangen uit vochtige lucht door een toename in oppervlakteruwheid. • Verstedelijking vergroot de neerslag zowel lokaal als benedenwinds door een toename in voelbare warmteflux, oppervlakteruwheid en aerosolen. • Ook veranderingen binnen landgebruikstypen, waaronder veranderingen van loofbos naar naaldbos, het creëren van plantages, bosbeheer en het verhogen van groen in de stad kan een effect hebben op ons klimaat. • Nog onduidelijk is wat uiteindelijke (negatieve) effecten van landgebruiksveranderingen zijn op de lokale en niet-lokale waterbeschikbaarheid. Dit literatuuronderzoek geeft hiermee een overzicht van de huidige stand van kennis over land-atmosfeer interacties en benadrukt daarbij het mogelijke belang van de kleine waterkringloop op waterbeschikbaarheid. Vervolgonderzoek kan gebruikt worden om deze kennis verder uit te breiden aan de hand van specifieke beleidsvraagstukken. Om de negatieve gevolgen van wereldwijde klimaatverandering voor Nederland te beperken, is het daarom zowel maatschappelijk als wetenschappelijk van belang nader modelonderzoek te doen naar dit onderwerp.
UR - https://edepot.wur.nl/640643
U2 - 10.18174/640643
DO - 10.18174/640643
M3 - Report
BT - Heeft landgebruik effect op ons weer? : Literatuuronderzoek relatie landgebruik en klimaat op regionale en lokale schaal: De Kleine Waterkringloop
PB - Wageningen University & Research
CY - Wageningen
ER -