Abstract
Original language | Dutch |
---|---|
Place of Publication | Wageningen |
Publisher | Wageningen University & Research |
Number of pages | 120 |
DOIs | |
Publication status | Published - 2018 |
Publication series
Name | FEM Groei en Productie Rapport |
---|---|
No. | 2018–1 |
Cite this
}
Groei en productie van Japanse lariks in Nederland. / Jansen, J.J.; Oosterbaan, A.; Mohren, G.M.J.; van Ouden, J.
Wageningen : Wageningen University & Research, 2018. 120 p. (FEM Groei en Productie Rapport; No. 2018–1).Research output: Book/Report › Report › Professional
TY - BOOK
T1 - Groei en productie van Japanse lariks in Nederland
AU - Jansen, J.J.
AU - Oosterbaan, A.
AU - Mohren, G.M.J.
AU - van Ouden, J.
PY - 2018
Y1 - 2018
N2 - Van 1934 tot 1996 is in Nederland groei- en productieonderzoek bij de Japanse lariks uitge-voerd. Dat betreft de studies van Becking en de Dorschkamp/IBN. Tezamen met de permanente steekproeven uit de HOSP zijn 151 proefperken met 835 opnamen beschikbaar. Voor de ontwikkeling van de opperhoogte htop met de leeftijd t werd het model van Cieszewski gevonden, met site index h50 en 3 andere parameters. De diameterontwikkeling tot een opstandhoogte van 7 m werd het best verklaard met het model van Jansen et al. met htop en het beginstamtal N0. Vanaf een opstandhoogte van 7 m werd de grondvlakbijgroei iG verklaard een powerfunctie met htop, kalenderjaar yor, h50 en S%. Voor S% > 20.6 daalt de grondvlakbijgroei licht. Het model bevat een correctiefactor voor yor, voor de periode na 1981 ligt deze 18% hoger dan tussen 1934 en 1980. Het effect van de dunning op de diameter na dunning is gemodelleerd met een gemodificeerd La Bastide-Faber model. Met alle modellen is een stand projection model gemaakt, waarmee de gemeten opstandontwikkeling goed beschreven werd. Bij verschillende modellen bleek er verschil in de parameters tussen Noord- en Zuid-Nederland, er zijn opbrengsttabellen gemaakt met vijf boniteiten en vijf verschillende dunning-graden voor beide gebieden.
AB - Van 1934 tot 1996 is in Nederland groei- en productieonderzoek bij de Japanse lariks uitge-voerd. Dat betreft de studies van Becking en de Dorschkamp/IBN. Tezamen met de permanente steekproeven uit de HOSP zijn 151 proefperken met 835 opnamen beschikbaar. Voor de ontwikkeling van de opperhoogte htop met de leeftijd t werd het model van Cieszewski gevonden, met site index h50 en 3 andere parameters. De diameterontwikkeling tot een opstandhoogte van 7 m werd het best verklaard met het model van Jansen et al. met htop en het beginstamtal N0. Vanaf een opstandhoogte van 7 m werd de grondvlakbijgroei iG verklaard een powerfunctie met htop, kalenderjaar yor, h50 en S%. Voor S% > 20.6 daalt de grondvlakbijgroei licht. Het model bevat een correctiefactor voor yor, voor de periode na 1981 ligt deze 18% hoger dan tussen 1934 en 1980. Het effect van de dunning op de diameter na dunning is gemodelleerd met een gemodificeerd La Bastide-Faber model. Met alle modellen is een stand projection model gemaakt, waarmee de gemeten opstandontwikkeling goed beschreven werd. Bij verschillende modellen bleek er verschil in de parameters tussen Noord- en Zuid-Nederland, er zijn opbrengsttabellen gemaakt met vijf boniteiten en vijf verschillende dunning-graden voor beide gebieden.
U2 - 10.18174/444088
DO - 10.18174/444088
M3 - Report
T3 - FEM Groei en Productie Rapport
BT - Groei en productie van Japanse lariks in Nederland
PB - Wageningen University & Research
CY - Wageningen
ER -