TY - JOUR
T1 - Gevoeligheid voor diverse antibiotica van coagulase negatieve staphylococcen, geisoleerd uit melkmonsters van Nederlands rundvee
AU - Sampimon, O.C.
AU - Vernooij, J.C.A.
AU - Mevius, D.J.
AU - Sol, J.
PY - 2007
Y1 - 2007
N2 - De laatste jaren worden in Nederland in toenemende
mate coagulase negatieve staphylococcen geïsoleerd uit
melkmonsters van melkkoeien. Van de bacteriologisch
positieve melkmonsters, afkomstig van koeien met een
subklinische mastitis, werden bij GD in 1999 in 16,2 procent
en in 2004 in 42,2 procent van de isolaten coagulase
negatieve staphylococcen gevonden. Deze percentages
lagen voor de isolaten afkomstig van klinische mastitiden
respectievelijk op 7,3 en 14,1 procent.
In dit onderzoek werd van 108 coagulase negatieve staphylococcen,
geïsoleerd uit melkmonsters van Nederlands
rundvee lijdend aan een mastitis, de gevoeligheid voor
oxacilline, cefquinome, streptomycine, neomycine, penicilline
en de combinatie van nafcilline, penicilline en
streptomycine getest. Dezelfde 108 isolaten werden met
behulp van de Api-Staph getypeerd.
Er werden acht species gevonden. Staphylococcus chromogenes
was de meest voorkomende (41,7 procent) coagulase
negatieve staphylococ, gevolgd door Staphylococcus
xylosus (15,7 procent) en Staphylococcus simulans
(10,2 procent).
In de agarverdunningstest bleken alle 108 stammen gevoelig
te zijn voor cefquinome en negentig procent was gevoelig
voor oxacilline. In drie isolaten (2,8 procent) werd
het mecA-gen aangetoond. Ondanks de uitslag van de
agarverdunningstest dienen deze drie isolaten als resistent
te worden beschouwd tegen alle beta-lactam antibiotica
(penicillinen, combinaties van penicillinen en een
beta-lactamaseremmer en alle generaties cefalosporinen).
In de agardiffusietest waren alle isolaten gevoelig voor de
combinatie nafcilline-penicilline-streptomycine, 99 procent
van de isolaten was gevoelig voor neomycine en één
procent intermediair gevoelig en voor streptomycine was
95 procent van de isolaten gevoelig, vier procent ongevoelig
en één procent intermediair gevoelig.
37,4 procent van de CNS-isolaten was resistent tegen
penicilline. Het percentage resistentie voor penicilline
varieerde tussen de species van nul procent voor Staphylococcus
simulans tot honderd procent voor Staphylococcus
saprophyticus.
Gezien de aanwezigheid van resistentie in CNS tegen diverse
antibiotica is een gevoeligheidstest belangrijk voor
een gerichte behandeling van een mastitis.
AB - De laatste jaren worden in Nederland in toenemende
mate coagulase negatieve staphylococcen geïsoleerd uit
melkmonsters van melkkoeien. Van de bacteriologisch
positieve melkmonsters, afkomstig van koeien met een
subklinische mastitis, werden bij GD in 1999 in 16,2 procent
en in 2004 in 42,2 procent van de isolaten coagulase
negatieve staphylococcen gevonden. Deze percentages
lagen voor de isolaten afkomstig van klinische mastitiden
respectievelijk op 7,3 en 14,1 procent.
In dit onderzoek werd van 108 coagulase negatieve staphylococcen,
geïsoleerd uit melkmonsters van Nederlands
rundvee lijdend aan een mastitis, de gevoeligheid voor
oxacilline, cefquinome, streptomycine, neomycine, penicilline
en de combinatie van nafcilline, penicilline en
streptomycine getest. Dezelfde 108 isolaten werden met
behulp van de Api-Staph getypeerd.
Er werden acht species gevonden. Staphylococcus chromogenes
was de meest voorkomende (41,7 procent) coagulase
negatieve staphylococ, gevolgd door Staphylococcus
xylosus (15,7 procent) en Staphylococcus simulans
(10,2 procent).
In de agarverdunningstest bleken alle 108 stammen gevoelig
te zijn voor cefquinome en negentig procent was gevoelig
voor oxacilline. In drie isolaten (2,8 procent) werd
het mecA-gen aangetoond. Ondanks de uitslag van de
agarverdunningstest dienen deze drie isolaten als resistent
te worden beschouwd tegen alle beta-lactam antibiotica
(penicillinen, combinaties van penicillinen en een
beta-lactamaseremmer en alle generaties cefalosporinen).
In de agardiffusietest waren alle isolaten gevoelig voor de
combinatie nafcilline-penicilline-streptomycine, 99 procent
van de isolaten was gevoelig voor neomycine en één
procent intermediair gevoelig en voor streptomycine was
95 procent van de isolaten gevoelig, vier procent ongevoelig
en één procent intermediair gevoelig.
37,4 procent van de CNS-isolaten was resistent tegen
penicilline. Het percentage resistentie voor penicilline
varieerde tussen de species van nul procent voor Staphylococcus
simulans tot honderd procent voor Staphylococcus
saprophyticus.
Gezien de aanwezigheid van resistentie in CNS tegen diverse
antibiotica is een gevoeligheidstest belangrijk voor
een gerichte behandeling van een mastitis.
KW - coagulase negative staphylococci
KW - antibiotica
KW - mastitis
KW - rundermastitis
KW - subklinische mastitis
KW - coagulasetest
KW - meervoudige resistentie tegen geneesmiddelen
KW - geneesmiddelenbehandeling
KW - geneesmiddelresistentie
KW - rundvee
KW - coagulase negative staphylococci
KW - antibiotics
KW - mastitis
KW - bovine mastitis
KW - subclinical mastitis
KW - coagulase test
KW - multiple drug resistance
KW - drug therapy
KW - drug resistance
KW - cattle
KW - aureus
KW - susceptibility
KW - herds
M3 - Article
SN - 0040-7453
VL - 132
SP - 200
EP - 204
JO - Tijdschrift voor Diergeneeskunde
JF - Tijdschrift voor Diergeneeskunde
IS - 7
ER -