TY - BOOK
T1 - Gebruik van eDNA in de polderbemonstering
T2 - Verhouding tussen het voorkomen van eDNA van aal en aalvangsten met het elektroschepnet in Nederlandse sloten
AU - Volwater, J.J.J.
AU - Westerink, H.J.
AU - Wolters, G.
AU - Ekkers, D.
AU - van der Hammen, T.
N1 - Project number: 4311216011. - BAS code: WOT-050001-007
PY - 2023/3/28
Y1 - 2023/3/28
N2 - De Nederlandse (polder)sloten beslaan een oppervlakte van meer dan 59.000 hectare en dragen daarmee potentieel aanzienlijk bij aan het totale aalbestand in de Nederlandse wateren. Omdat slechts 0,5% van deze sloten zijn aangemerkt als Kaderrichtlijn Water (KRW) lichaam worden deze zeer beperkt bemonsterd binnen de KRW monitoring. De polderbemonstering heeft als aanvullende bemonstering het primaire doel gegevens te verzamelen over het voorkomen van aal in polders en poldersloten ten behoeve van de bestandsschattingen voor de evaluatie van het Nederlandse aalbeheerplan. Sinds 2013 zijn er per jaar gedurende twee aaneengesloten weken in september poldersloten verspreid over enkele beheergebieden van waterschappen of Hoogheemraadschappen bevist met het elektroschepnet. De laatste jaren wordt er gedurende deze bemonstering op maar weinig locaties aal gevangen. Daarom is er in 2022 voor gekozen om nog voor de aanvang van de polderbemonstering, een environmental DNA (eDNA) bemonstering uit te voeren. Met deze “tweetraps-aanpak” wordt de polderbemonstering mogelijk efficiënter doordat de aanwezigheid van aal in eerste instantie door een relatief groot aantal eDNA monsters wordt bepaald. Op basis van de eDNA analyse op aan- of afwezigheid van aal zijn vervolgens trajecten geselecteerd om te bevissen met het elektroschepnet waarbij parallel een tweede eDNA bemonstering heeft plaatsgevonden. Ondanks dat er “maar” 16 alen in 2022 gevangen zijn was dit in vergelijking met voorgaande jaren toch relatief veel en is aan de hand van de nieuwe “tweetraps-aanpak” de trefkans van aal verhoogd. Op alle locaties waar op zijn minst één aal werd gevangen tijdens de bemonstering met het elektroschepnet, werd ook in alle gevallen DNA van aal aangetroffen. Echter, werd er ook aal DNA aangetroffen op trajecten waar geen aal gevangen is. Toch lijken de gegevens van de bemonstering in 2022 te suggereren dat er wel een verband is tussen de gemeten DNA concentratie van aal en de aaldichtheid., Dit verband is in andere visstandonderzoeken ook naar voren is gekomen, maar zijn er nog onvoldoende gegevens om dit al te kunnen concluderen voor dit huidige onderzoek. Om de methodiek verder te testen en te ontwikkelen zal de “tweetraps-aanpak” zoals in 2022 is uitgevoerd in ieder geval worden voortgezet in 2023.
AB - De Nederlandse (polder)sloten beslaan een oppervlakte van meer dan 59.000 hectare en dragen daarmee potentieel aanzienlijk bij aan het totale aalbestand in de Nederlandse wateren. Omdat slechts 0,5% van deze sloten zijn aangemerkt als Kaderrichtlijn Water (KRW) lichaam worden deze zeer beperkt bemonsterd binnen de KRW monitoring. De polderbemonstering heeft als aanvullende bemonstering het primaire doel gegevens te verzamelen over het voorkomen van aal in polders en poldersloten ten behoeve van de bestandsschattingen voor de evaluatie van het Nederlandse aalbeheerplan. Sinds 2013 zijn er per jaar gedurende twee aaneengesloten weken in september poldersloten verspreid over enkele beheergebieden van waterschappen of Hoogheemraadschappen bevist met het elektroschepnet. De laatste jaren wordt er gedurende deze bemonstering op maar weinig locaties aal gevangen. Daarom is er in 2022 voor gekozen om nog voor de aanvang van de polderbemonstering, een environmental DNA (eDNA) bemonstering uit te voeren. Met deze “tweetraps-aanpak” wordt de polderbemonstering mogelijk efficiënter doordat de aanwezigheid van aal in eerste instantie door een relatief groot aantal eDNA monsters wordt bepaald. Op basis van de eDNA analyse op aan- of afwezigheid van aal zijn vervolgens trajecten geselecteerd om te bevissen met het elektroschepnet waarbij parallel een tweede eDNA bemonstering heeft plaatsgevonden. Ondanks dat er “maar” 16 alen in 2022 gevangen zijn was dit in vergelijking met voorgaande jaren toch relatief veel en is aan de hand van de nieuwe “tweetraps-aanpak” de trefkans van aal verhoogd. Op alle locaties waar op zijn minst één aal werd gevangen tijdens de bemonstering met het elektroschepnet, werd ook in alle gevallen DNA van aal aangetroffen. Echter, werd er ook aal DNA aangetroffen op trajecten waar geen aal gevangen is. Toch lijken de gegevens van de bemonstering in 2022 te suggereren dat er wel een verband is tussen de gemeten DNA concentratie van aal en de aaldichtheid., Dit verband is in andere visstandonderzoeken ook naar voren is gekomen, maar zijn er nog onvoldoende gegevens om dit al te kunnen concluderen voor dit huidige onderzoek. Om de methodiek verder te testen en te ontwikkelen zal de “tweetraps-aanpak” zoals in 2022 is uitgevoerd in ieder geval worden voortgezet in 2023.
UR - https://edepot.wur.nl/590707
U2 - 10.18174/590707
DO - 10.18174/590707
M3 - Report
T3 - Rapport
BT - Gebruik van eDNA in de polderbemonstering
PB - Centrum voor Visserijonderzoek (CVO)
CY - IJmuiden
ER -