Evaluatie bodemkwaliteit terrein Stichting Jeugdland: Risicobeoordeling van zware metalen in de bodem voor gebruik als moestuin

Research output: Book/ReportReportProfessional

Abstract

In opdracht van de Stichting Jeugdland is de bodemkwaliteit onderzocht in het deel van het terrein aan de Valentijnkade 131 te Amsterdam dat bestemd is als moestuin. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen twee bodemlagen, de laag van 0 tot 25 cm en de laag van 25 tot 50 cm. Op 18 plekken in en om de toekomstige moestuin zijn bodemmonsters genomen en zijn de gehalten aan zware metalen, pH en organische stof bepaald. Daarbij zijn zowel de totale gehalten (Koningswater), reactieve gehalten (0.43 N HNO3) en plantbeschikbare gehalten (0.01 M CaCl2) gemeten. De resultaten tonen aan dat er sprake is van verhoogde lood- en cadmiumgehalten. Deze gehalten komen overeen met die gemeten in het eerdere verkennende bodemonderzoek. De beschikbaarheid van lood en andere metalen voor opname door planten is echter laag tot zeer laag, onder meer vanwege de hoge pH van 7 ± 0.3. Daarbij bevat het gedeelte van het terrein dat bestemd is als moestuin de laagste gehalten aan lood (gemiddeld 135 mg kg-1). Alleen in de ondergrond (25-50 cm) van twee locaties buiten de toekomstige tuin zijn verhoogde gehalten tot 559 mg kg-1 gemeten. De gehalten aan metalen lijken daarbij gecorreleerd met het voorkomen van puin in de bodem dat bestaat uit bouwpuin en sintels. Omdat de tuin nu nog niet is ingericht als moestuin ontbreken metingen van de gewaskwaliteit. Gebaseerd op bodem- en gewasdata uit vergelijkbare studies in moestuinen in onder meer Leiden en Heerenveen met loodgehalten in de bodem tot 700 mg kg-1, is het reëel om ervan uit te gaan dat gebruik van de grond in de toekomstige moestuin niet zal leiden tot overschrijding van normen voor lood (of cadmium) in voedselgewassen. Mede op basis van de gemeten bodemeigenschappen (organische stof en pH) in de toekomstige moestuin van de Stichting Jeugdland is het waarschijnlijk dat lood in de bodem van het terrein van de Stichting Jeugdland zich hetzelfde gedraagt als in de bodems van de moestuinen in Heerenveen en Leiden. In dat geval is het aannemelijk dat de opname door gewassen laag is. Als voorzorgsmaatregel is het advies om de pH en het organischestofgehalte van de teeltlaag op peil te houden door gebruik van kalk in combinatie met bijvoorbeeld compost of stalmest. Verder is het belangrijk de nu aanwezige sterker verontreinigde ondergrond (> 25 cm laag van de originele bodem) niet te mengen met de toplaag. Om het contact van dieper wortelende gewassen met deze ondergrond te voorkomen, is een ophooglaag zeer effectief. Het aanbrengen daarvan, eventueel in combinatie met het aanbrengen van een worteldoek, is overigens al onderdeel van de herinrichting.
Original languageDutch
Place of PublicationWageningen
PublisherWageningen Environmental Research
Number of pages37
DOIs
Publication statusPublished - 2021

Publication series

NameRapport / Wageningen Environmental Research
No.3106
ISSN (Print)1566-7197

Cite this