Abstract
Original language | Dutch |
---|---|
Place of Publication | onbekend |
Publisher | Praktijkonderzoek Veehouderij |
Number of pages | 17 |
Publication status | Published - 2004 |
Publication series
Name | PraktijkRapport / Animal Sciences Group, Praktijkonderzoek : Varkens |
---|---|
Publisher | Praktijkonderzoek Veehouderij (PV) |
Keywords
- organic farming
- pig farming
- piglet feeding
- peas
- animal health
Access to Document
Cite this
- APA
- Author
- BIBTEX
- Harvard
- Standard
- RIS
- Vancouver
}
onbekend: Praktijkonderzoek Veehouderij, 2004. 17 p. (PraktijkRapport / Animal Sciences Group, Praktijkonderzoek : Varkens).
Research output: Book/Report › Report › Professional
TY - BOOK
T1 - Erwten in voeders voor biologisch gehouden gespeende biggen
AU - van Krimpen, M.M.
AU - Plagge, J.G.
AU - Binnendijk, G.P.
PY - 2004
Y1 - 2004
N2 - Een belangrijk knelpunt in de biologische varkenshouderij is de maagdarmgezondheid van gespeende biggen (met name speendiarree/slingerziekte). In de voeding van biologische varkens mogen bepaalde eiwitleverende grondstoffen en synthetische aminozuren niet gebruikt worden. Hierdoor is het moeilijker om biggenvoeders samen te stellen met gewenste aminozuurprofielen en aminozuurgehalten, zonder een ongewenste toename van de hoeveelheid onverteerbaar eiwit. Onverteerbaar eiwit is namelijk een belangrijke veroorzaker van maagdarmstoornissen. In gangbare biggenvoeders is vaak een redelijk deel van het eiwit/aminozuren afkomstig uit sojaproducten, zoals sojabonen en sojaschroot. De eiwitverteerbaarheid van deze producten is goed en ligt rond de 80 á 85%. Het verwerken van sojaschroot is in biologische voeders echter niet toegestaan, terwijl het aanbod van regionaal geproduceerde biologische sojabonen beperkt is, omdat men dit gewas onder West-Europese klimaatsomstandigheden niet kan verbouwen. Bovendien is de kans aanwezig dat de regelgeving het verwerken van gangbare sojabonen in biologisch voer vanaf 2005 verbiedt. Een mogelijk alternatief voor sojaproducten is erwten. Deze zijn in ons land wel goed te telen. De gemiddelde eiwitverteerbaarheid van erwten is echter lager dan van de sojaproducten: rond de 75%. Hierdoor staan erwten in de gangbare varkenshouderij niet bekend als een hoogwaardige eiwitbron voor biggenvoeders. Het advies is om in biggenvoeders maximaal 5% erwten te verwerken. Er zijn echter aanwijzingen dat de eiwitverteerbaarheid van erwten toeneemt wanneer deze voldoende fijn gemalen worden, waardoor men een hoger percentage kan verwerken in biggenvoeders. We hebben onderzocht wat de effecten op de gezondheid en technische resultaten van biologisch gehouden gespeende biggen zijn van fijngemalen biologisch geteelde erwten in het speenvoer (7,5%) en opfokvoer (8,5 en 17,5%) in vergelijking met voeders zonder erwten. De erwten zijn uitgewisseld tegen sojabonen en granen. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Nutreco en het Ministerie van LNV. Op een leeftijd van gemiddeld 40 dagen zijn de biggen gespeend en ingedeeld voor de proef. In totaal zijn 792 biggen, verdeeld over 18 herhalingen per behandeling, vanaf spenen 27 dagen gevolgd.
AB - Een belangrijk knelpunt in de biologische varkenshouderij is de maagdarmgezondheid van gespeende biggen (met name speendiarree/slingerziekte). In de voeding van biologische varkens mogen bepaalde eiwitleverende grondstoffen en synthetische aminozuren niet gebruikt worden. Hierdoor is het moeilijker om biggenvoeders samen te stellen met gewenste aminozuurprofielen en aminozuurgehalten, zonder een ongewenste toename van de hoeveelheid onverteerbaar eiwit. Onverteerbaar eiwit is namelijk een belangrijke veroorzaker van maagdarmstoornissen. In gangbare biggenvoeders is vaak een redelijk deel van het eiwit/aminozuren afkomstig uit sojaproducten, zoals sojabonen en sojaschroot. De eiwitverteerbaarheid van deze producten is goed en ligt rond de 80 á 85%. Het verwerken van sojaschroot is in biologische voeders echter niet toegestaan, terwijl het aanbod van regionaal geproduceerde biologische sojabonen beperkt is, omdat men dit gewas onder West-Europese klimaatsomstandigheden niet kan verbouwen. Bovendien is de kans aanwezig dat de regelgeving het verwerken van gangbare sojabonen in biologisch voer vanaf 2005 verbiedt. Een mogelijk alternatief voor sojaproducten is erwten. Deze zijn in ons land wel goed te telen. De gemiddelde eiwitverteerbaarheid van erwten is echter lager dan van de sojaproducten: rond de 75%. Hierdoor staan erwten in de gangbare varkenshouderij niet bekend als een hoogwaardige eiwitbron voor biggenvoeders. Het advies is om in biggenvoeders maximaal 5% erwten te verwerken. Er zijn echter aanwijzingen dat de eiwitverteerbaarheid van erwten toeneemt wanneer deze voldoende fijn gemalen worden, waardoor men een hoger percentage kan verwerken in biggenvoeders. We hebben onderzocht wat de effecten op de gezondheid en technische resultaten van biologisch gehouden gespeende biggen zijn van fijngemalen biologisch geteelde erwten in het speenvoer (7,5%) en opfokvoer (8,5 en 17,5%) in vergelijking met voeders zonder erwten. De erwten zijn uitgewisseld tegen sojabonen en granen. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Nutreco en het Ministerie van LNV. Op een leeftijd van gemiddeld 40 dagen zijn de biggen gespeend en ingedeeld voor de proef. In totaal zijn 792 biggen, verdeeld over 18 herhalingen per behandeling, vanaf spenen 27 dagen gevolgd.
KW - biologische landbouw
KW - varkenshouderij
KW - biggenvoeding
KW - erwten
KW - diergezondheid
KW - organic farming
KW - pig farming
KW - piglet feeding
KW - peas
KW - animal health
M3 - Report
T3 - PraktijkRapport / Animal Sciences Group, Praktijkonderzoek : Varkens
BT - Erwten in voeders voor biologisch gehouden gespeende biggen
PB - Praktijkonderzoek Veehouderij
CY - onbekend
ER -