Enkele waarnemingen over het voorkomen van vogels op proefvelden met verschillende ontwateringsdiepten in het westelijke veenweidegebied

D. Hettinga, D.M. de Vries

    Research output: Book/ReportReportProfessional

    Abstract

    Het betreffende veenweidegebied kenmerkt zich door zeer hoge grondwaterstanden; in de winter staat het water slechts weinig cm onder het maaiveld, in de zomer komen grondwaterstanden tot 80 cm - m.v. regelmatig voor. Het weidebedrijf ondervindt in de loop der tijden in toenemende mate hinder van de hoge grondwaterstanden. Het grasbestand bij ondiepe ontwatering bestaat voor een belangrijk deel uit vochtminnende soorten die landbouwkundig tot de matige en minderwaardige grassen worden gerekend. De vraag kan gesteld worden; hoe zullen de vogels zich gedragen na een diepere ontwatering. Voor sommige soorten zullen de levensvoorwaarden gunstiger voor andere ongunstiger worden. Wel is bekend dat op goed ontwaterde, vruchtbare graslanden de bodemfauna het hoogst is, hetgeen voor wormen- en insectenetende vogels meer voedsel betekent.
    Original languageDutch
    Place of PublicationWageningen
    PublisherI.C.W.
    Number of pages13
    Publication statusPublished - 1971

    Publication series

    NameNota / Instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuishouding
    No.no. 612

    Keywords

    • fens
    • peat soils
    • grassland birds
    • water level management
    • utrecht

    Cite this