TY - BOOK
T1 - Eiwitmonitor 2024
T2 - Er is een verschuiving in het supermarktaanbod naar meer plantaardige eiwitproducten, de consumentenconsumptie volgt nog maar heel voorzichtig
AU - Onwezen, Marleen C.
AU - Dwyer, Liam
AU - Verain, Muriel C.D.
AU - Kremer, Florine
AU - Steketee, Johanna
AU - van den Puttelaar, Jos
AU - Herceglić, Nera
AU - Logatcheva, Katja
N1 - 2025-012
PY - 2025
Y1 - 2025
N2 - De eiwittransitie, waarbij het aandeel plantaardige eiwitten in het eetpatroon toeneemt, is essentieel voor gezondheid en duurzaamheid. De Eiwitmonitor, ontwikkeld door Wageningen Social & Economic Research in opdracht van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN), meet jaarlijks de consumptie, gedragsdeterminanten en de ratio in het supermarkt-aanbod van plantaardige en dierlijke eiwitrijke producten. Uit de Eiwitmonitor van 2024 blijkt dat Nederlanders gemiddeld 40% plantaardige en 60% dierlijke eiwitten consumeren. Dit is een lichte verbetering ten opzichte van 2023 (39:61), richting de doelstelling van een meer gebalanceerd eiwitpatroon (50:50). Vegetariërs halen het grootste deel van hun eiwitten uit plantaardige bronnen (63%), terwijl vleeseters en ook flexitariërs vooral dierlijke eiwitten consumeren. Belangrijke eetmomenten zoals het diner, etentjes buitenshuis en sociale gelegenheden blijven sterk gericht op dierlijke eiwitproducten. Er is ook gekeken waarom consumenten eiwitrijke dierlijke en plantaardige producten accepteren. Motivatiegerichte determinanten zoals positieve of negatieve houding en gewoonten zijn de sterkste voorspellers van de acceptatie van eiwitrijke producten: dit geldt zowel voor eiwitrijke dierlijke en plantaardige producten. Daarna volgen vaardigheden zoals kookvaardigheden. Dierlijke eiwitproducten zoals vlees en kaas scoren duidelijk het meest positief op een breed scala aan gedragsdeterminanten, terwijl de vlees- en zuivelvervangers het meest negatief scoren op de verschillende gedragsdeterminanten. Onbewerkte plantaardige eiwitproducten, zoals peulvruchten en noten, pitten en zaden zijn de plantaardige eiwitten met de meeste potentie, aangezien deze producten positiever scoren dan de vervangers op alle determinanten. De resultaten laten zien dat consumenten welwillend zijn om meer peulvruchten en noten, pitten en zaden te gaan eten, maar het gedrag nog niet uitvoeren. Aan de aanbodzijde is naar het online aanbod en de online marketingstrategieën gekeken. Het aandeel plantaardige eiwitproducten in het online supermarktassortiment is gestegen van 32% in 2023 naar 38% in 2024. Ook is er meer marketingaandacht gekomen voor plantaardige eiwitproducten. Er is meer variatie in aanbod en er is meer promotie voor plantaardige eiwitproducten ten opzichte van 2023. Plantaardige eiwitproducten zijn gemiddeld goedkoper dan dierlijke producten. Ook zijn plantaardige producten in verhouding (ten opzichte van dierlijke producten) goedkoper geworden dan in 2023, maar van dierlijke varianten is er wel vaker een voordelig alternatief beschikbaar. Feit blijft dat er nog steeds meer dierlijke eiwitproducten worden aangeboden en er meer marketingaandacht naar dierlijke eiwitten gaat.
AB - De eiwittransitie, waarbij het aandeel plantaardige eiwitten in het eetpatroon toeneemt, is essentieel voor gezondheid en duurzaamheid. De Eiwitmonitor, ontwikkeld door Wageningen Social & Economic Research in opdracht van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN), meet jaarlijks de consumptie, gedragsdeterminanten en de ratio in het supermarkt-aanbod van plantaardige en dierlijke eiwitrijke producten. Uit de Eiwitmonitor van 2024 blijkt dat Nederlanders gemiddeld 40% plantaardige en 60% dierlijke eiwitten consumeren. Dit is een lichte verbetering ten opzichte van 2023 (39:61), richting de doelstelling van een meer gebalanceerd eiwitpatroon (50:50). Vegetariërs halen het grootste deel van hun eiwitten uit plantaardige bronnen (63%), terwijl vleeseters en ook flexitariërs vooral dierlijke eiwitten consumeren. Belangrijke eetmomenten zoals het diner, etentjes buitenshuis en sociale gelegenheden blijven sterk gericht op dierlijke eiwitproducten. Er is ook gekeken waarom consumenten eiwitrijke dierlijke en plantaardige producten accepteren. Motivatiegerichte determinanten zoals positieve of negatieve houding en gewoonten zijn de sterkste voorspellers van de acceptatie van eiwitrijke producten: dit geldt zowel voor eiwitrijke dierlijke en plantaardige producten. Daarna volgen vaardigheden zoals kookvaardigheden. Dierlijke eiwitproducten zoals vlees en kaas scoren duidelijk het meest positief op een breed scala aan gedragsdeterminanten, terwijl de vlees- en zuivelvervangers het meest negatief scoren op de verschillende gedragsdeterminanten. Onbewerkte plantaardige eiwitproducten, zoals peulvruchten en noten, pitten en zaden zijn de plantaardige eiwitten met de meeste potentie, aangezien deze producten positiever scoren dan de vervangers op alle determinanten. De resultaten laten zien dat consumenten welwillend zijn om meer peulvruchten en noten, pitten en zaden te gaan eten, maar het gedrag nog niet uitvoeren. Aan de aanbodzijde is naar het online aanbod en de online marketingstrategieën gekeken. Het aandeel plantaardige eiwitproducten in het online supermarktassortiment is gestegen van 32% in 2023 naar 38% in 2024. Ook is er meer marketingaandacht gekomen voor plantaardige eiwitproducten. Er is meer variatie in aanbod en er is meer promotie voor plantaardige eiwitproducten ten opzichte van 2023. Plantaardige eiwitproducten zijn gemiddeld goedkoper dan dierlijke producten. Ook zijn plantaardige producten in verhouding (ten opzichte van dierlijke producten) goedkoper geworden dan in 2023, maar van dierlijke varianten is er wel vaker een voordelig alternatief beschikbaar. Feit blijft dat er nog steeds meer dierlijke eiwitproducten worden aangeboden en er meer marketingaandacht naar dierlijke eiwitten gaat.
M3 - Report
BT - Eiwitmonitor 2024
PB - Wageningen University & Research
CY - Wageningen
ER -