Abstract
Fungiciden zijn onmisbaar voor de beheersing van P. infestans, maar intensief gebruik staat onder druk. In
een effectieve beheersingsstrategie wordt een maximaal resultaat behaald met een minimale inzet van
middelen. Hiervoor is de timing van de bespuitingen van essentieel belang. Bij het bepalen van het juiste
spuittijdstip spelen de weersomstandigheden een belangrijke rol. Telers en adviseurs kunnen voor het
bepalen van het spuittijdstip gebruik maken van de adviezen van de beslissingsondersteunende systemen
Prophy of PlantAPlus. Bij de keuze van het middel en de dosering staat vooral de effectiviteit voorop, waarbij
rekening wordt gehouden met de gewasontwikkeling (nieuwe groei / knolbescherming). Onderzoek heeft
daarnaast aangetoond dat er mogelijkheden zijn om afhankelijk van het resistentieniveau van het ras en de
weersomstandigheden de dosering van Shirlan (en na evaluatie van proeven 2007A2009 ook andere
middelen) te verlagen. In 2009 is op vijf proeflocaties onderzocht of er nog factoren aan de
beslissingsondersteunende systemen kunnen worden toegevoegd zoals verspreidingscapaciteit van de
atmosfeer van PhytophthoraAsporen (ziektedruk) en de dosering aanpassen aan de lengte van de kritieke
periode. In 2010 is het onderzoek op drie proeflocaties voortgezet om met een zo laag mogelijke inzet van
fungiciden de Phytophthora onder controle te houden. Behalve proefboerderijen zijn in 2010 ook
praktijkbedrijven met waarschuwingssystemen met verlaagde doseringen aan de slag gegaan. Zes bedrijven
met veel hectares aardappels, verspreid over de verschillende teeltregio’s (consumptieA, pootA en
zetmeelaardappelen), zijn hierbij intensief begeleid door adviseurs van het Telen met Toekomst netwerk.
In dit rapport worden de onderzoeksresultaten van 2010 op de proefboerderijen en de praktijkervaringen
bij de zes telers behandeld.
Het onderzoek in 2010 is gefinancierd door het Masterplan Phytophthora (PA) en Telen met Toekomst
(LNV).
een effectieve beheersingsstrategie wordt een maximaal resultaat behaald met een minimale inzet van
middelen. Hiervoor is de timing van de bespuitingen van essentieel belang. Bij het bepalen van het juiste
spuittijdstip spelen de weersomstandigheden een belangrijke rol. Telers en adviseurs kunnen voor het
bepalen van het spuittijdstip gebruik maken van de adviezen van de beslissingsondersteunende systemen
Prophy of PlantAPlus. Bij de keuze van het middel en de dosering staat vooral de effectiviteit voorop, waarbij
rekening wordt gehouden met de gewasontwikkeling (nieuwe groei / knolbescherming). Onderzoek heeft
daarnaast aangetoond dat er mogelijkheden zijn om afhankelijk van het resistentieniveau van het ras en de
weersomstandigheden de dosering van Shirlan (en na evaluatie van proeven 2007A2009 ook andere
middelen) te verlagen. In 2009 is op vijf proeflocaties onderzocht of er nog factoren aan de
beslissingsondersteunende systemen kunnen worden toegevoegd zoals verspreidingscapaciteit van de
atmosfeer van PhytophthoraAsporen (ziektedruk) en de dosering aanpassen aan de lengte van de kritieke
periode. In 2010 is het onderzoek op drie proeflocaties voortgezet om met een zo laag mogelijke inzet van
fungiciden de Phytophthora onder controle te houden. Behalve proefboerderijen zijn in 2010 ook
praktijkbedrijven met waarschuwingssystemen met verlaagde doseringen aan de slag gegaan. Zes bedrijven
met veel hectares aardappels, verspreid over de verschillende teeltregio’s (consumptieA, pootA en
zetmeelaardappelen), zijn hierbij intensief begeleid door adviseurs van het Telen met Toekomst netwerk.
In dit rapport worden de onderzoeksresultaten van 2010 op de proefboerderijen en de praktijkervaringen
bij de zes telers behandeld.
Het onderzoek in 2010 is gefinancierd door het Masterplan Phytophthora (PA) en Telen met Toekomst
(LNV).
Original language | Dutch |
---|---|
Publisher | Praktijkonderzoek Plant & Omgeving |
Number of pages | 19 |
Publication status | Published - Dec 2010 |