TY - BOOK
T1 - Effecten vernattingsmaatregelen op veenweidebedrijven in Noord-Holland
T2 - Technische en economische consequenties en effecten op bodemdaling en broeikasgasemissie
AU - Hoving, I.E.
AU - Holshof, G.
AU - Hendriks, R.F.A.
N1 - Project number KB32-2A-1
PY - 2020
Y1 - 2020
N2 - Met modelberekeningen zijn voor een melkveehouderijbedrijf op veengrond in Noord Holland (IPV-projectbedrijf) de technische en economische consequenties en effecten op bodemdaling en broeikasgasemissies van vernattingsmaatregelen verkend. De vernattingsmaatregelen betroffen pompgestuurde onderwaterdrains met verschillende streefpeilen voor de grondwaterstand (30, 40 en 50 cm beneden maaiveld), slootpeilverhoging, greppelinfiltratie en lisdoddeteelt en combinaties van deze maatregelen, waar in het IPV mee geëxperimenteerd wordt. De maatregelen zijn vergeleken met een gangbare situatie met een drooglegging van 50 cm. Afgezien van pompgestuurde onderwaterdrains met een streefpeil voor de grondwaterstand van 50 cm beneden maaiveld, leidden alle vernattingsmaatregelen en combinaties van maatregelen tot extra vernatting en verlies van grasproductie, waardoor vooral de kosten voor voeraankoop stegen. Het netto bedrijfsresultaat kan hierdoor drastisch verminderen. Pompgestuurde onderwaterdrains met een streef-grondwaterstand van 30 cm beneden maaiveld en greppelinfiltratie bij een greppelafstand van 12,5 m gaven de grootste geschatte reductie van maaivelddaling en broeikasgasemissie (CO2 en N2O). Greppelinfiltratie lijkt kosteneffectiever te zijn, gezien de hoge kosten voor pompgestuurde onderwaterdrains.
AB - Met modelberekeningen zijn voor een melkveehouderijbedrijf op veengrond in Noord Holland (IPV-projectbedrijf) de technische en economische consequenties en effecten op bodemdaling en broeikasgasemissies van vernattingsmaatregelen verkend. De vernattingsmaatregelen betroffen pompgestuurde onderwaterdrains met verschillende streefpeilen voor de grondwaterstand (30, 40 en 50 cm beneden maaiveld), slootpeilverhoging, greppelinfiltratie en lisdoddeteelt en combinaties van deze maatregelen, waar in het IPV mee geëxperimenteerd wordt. De maatregelen zijn vergeleken met een gangbare situatie met een drooglegging van 50 cm. Afgezien van pompgestuurde onderwaterdrains met een streefpeil voor de grondwaterstand van 50 cm beneden maaiveld, leidden alle vernattingsmaatregelen en combinaties van maatregelen tot extra vernatting en verlies van grasproductie, waardoor vooral de kosten voor voeraankoop stegen. Het netto bedrijfsresultaat kan hierdoor drastisch verminderen. Pompgestuurde onderwaterdrains met een streef-grondwaterstand van 30 cm beneden maaiveld en greppelinfiltratie bij een greppelafstand van 12,5 m gaven de grootste geschatte reductie van maaivelddaling en broeikasgasemissie (CO2 en N2O). Greppelinfiltratie lijkt kosteneffectiever te zijn, gezien de hoge kosten voor pompgestuurde onderwaterdrains.
UR - https://edepot.wur.nl/535508
U2 - 10.18174/535508
DO - 10.18174/535508
M3 - Report
T3 - Wageningen Livestock Research rapport
BT - Effecten vernattingsmaatregelen op veenweidebedrijven in Noord-Holland
PB - Wageningen Livestock Research
CY - Wageningen
ER -