@book{a2b54046f964438f95c606e7317a40cc,
title = "Effect van mestkwaliteit op gewasgroei en bodemleven : een verkennende potproef",
abstract = "In een potproef met Engels raaigras vond een vergelijking plaats van drijfmesten van acht praktijkbedrijven (Bioveem), acht drijfmesten van een mestproductieproef en twee referenties van onbemest en minerale mest. Doel van het experiment was om het begrip van drijfmestkwaliteit te verbreden ten opzichte van een focus op de hoeveelheid werkzame stikstof als hoofdfactor. Achterliggend motief is de mogelijkheid voor de veehouder om te sturen in de procesketen van rantsoen, drijfmestkwaliteit, bodemleven en gewasopbrengst. De proef vond plaats met een zwarte, zeer humeuze zandgrond en een bruine, weinig humeuze zandgrond. Effecten op de bovengrondse opbrengst, stikstofopbrengst en wortelmassa van Engels raaigras werden bepaald. Ook vonden metingen plaats aan het bodemleven bij de acht drijfmesten van de Bioveem-bedrijven en de beide referenties onbemest en minerale mest in de bruine zandgrond. Parameters waren bacteri{\"e}n, schimmels en trofische groepen van nematoden. In het experiment bleek de hoeveelheid werkzame stikstof de belangrijkste factor te zijn voor de droge stof- en stikstofopbrengst van het Engels raaigras. Voor wat betreft de effecten op het bodemleven leek een verbreding van het begrip van drijfmestkwaliteit wel aannemelijk. In de potten die behandeld waren met de acht drijfmesten werd een variatie gevonden die samenhing met zowel de hoeveelheid minerale stikstof in de mestgift als de hoeveelheden organisch gebonden stikstof en organische stof. Drijfmest met een grote hoeveelheid werkzame stikstof leek de ontwikkeling van veel bodemlevengroepen te remmen, terwijl het aantal plantenetende nematoden juist toenam. Een lage mestgift van organisch gebonden stikstof of organische stof resulteerde in een bodemleven dat leek op het bodemleven in een onbemeste bouwvoor: relatief veel schimmels en bacteri{\"e}n met lage dichtheden van nematodengroepen. Drijfmest in haar meest karakteristieke vorm met een relatief grote hoeveelheid organische gebonden stikstof en organische stof, leidde tot een bodemleven met relatief hoge dichtheden van vooral bacterie-etende en predatore nematoden, terwijl ook de basisgroepen van bacteri{\"e}n en schimmels zich ontwikkelden. De waarnemingen aan het bodemleven in de potproef suggereren dat de voedselwebstructuur bij onbemest (of 'arme organische stof') en bij drijfmest ( of 'stikstofrijke organische stof') van elkaar verschillen en ook principieel verschillen van een voedselwebstructuur die optreedt bij minerale mest (of 'minerale stikstof'). De resultaten van het verkennende experiment bieden een interessant aanknopingspunt voor vervolgonderzoek.",
keywords = "mest, kunstmeststoffen, drijfmest, mineralen, stikstof, innovaties, vergelijkend onderzoek, bemesting, manures, fertilizers, slurries, minerals, nitrogen, innovations, comparative research, fertilizer application",
author = "{van Eekeren}, N.J.M. and {de Visser}, M. and G. Andre and E.A. Lantinga and J. Bloem and F. Smeding",
note = "www.bioveem.nl/",
year = "2006",
language = "Dutch",
series = "Rapport / Bioveem",
publisher = "Animal Sciences Group",
number = "16",
}