TY - BOOK
T1 - Duurzaam bodemleven : literatuurstudie voor composteren bij bloembollenbedrijven
AU - van 't Riet, S.M.
AU - van Dam, A.M.
PY - 2003
Y1 - 2003
N2 - Ieder bedrijf produceert afval. Bij bloembollenbedrijven is een groot deel van het afval plantaardig, zoals pelafval, maaisel, stro. Dit afval kan afgevoerd worden, wat een uitstroom van nutriënten en organische stof van het bedrijf tot gevolg heeft en aanzienlijke kosten met zich meebrengt. Het materiaal kan ook op het eigen bedrijf gecomposteerd worden. Sommige bedrijven met open teelt, met name in de bloembollensector, composteren het eigen organisch restmateriaal. Hierdoor worden kosten van afvoer van het materiaal bespaard en kan het materiaal, na compostering, bijdragen aan de organische bemesting van de grond. Uit milieuoogpunt is deze praktijk gunstig, doordat transport van organische rest- en meststoffen beperkt wordt. Naar composteren in het algemeen wordt veel onderzoek gedaan, vooral in het buitenland, en er zijn een aantal tijdschriften die speciaal gewijd zijn aan compost. Een algemeen probleem van compostproeven is echter dat ze of in de kassen plaatsvinden of eenmalig in het veld. Vertaling naar lange termijn effecten en de praktijk zijn daarom vaak moeilijk. Duidelijk is wel dat compost niet de ultieme oplossing is voor bodemproblemen, maar eerder een onderdeel is van de oplossing. Binnen de gehele bedrijfsvoering heeft compost zeker zijn plaats, maar als de bedrijfsvoering in zijn geheel te wensen over laat zal compost weinig effect sorteren. Verder zal het voornamelijk op lange termijn effect zal hebben. Het één keer in één jaar aanbrengen zal dus weinig invloed hebben. In dit rapport wordt dieper in gegaan op het proces van composteren en de betekenis voor de bloembollensector. In hoofdstuk 2 wordt daartoe aandacht besteed aan de materialen waaruit de composthoop opgebouwd is en welke materialen nodig zijn voor een goede opbouw. Waar mogelijk is dit toegespitst op bloembollenbedrijven. In hoofdstuk 3 worden een aantal methoden van composteren behandeld en de randvoorwaarden voor een goed composteringsproces, waarna in hoofdstuk 4 dieper in gegaan wordt op bacteriepreparaten. In hoofdstuk 5 wordt de ziektewering aangestipt, waarbij ook het belang van bodemleven aan bod komt en de relevante proefresultaten. Vervolgens wordt er in hoofdstuk 6 ingegaan op de toediening van compost waarbij het organische stofgehalte van de bodem ter sprake komt en stuifbestrijding. Hoofdstuk 7 gaat in op een aantal analysemethoden die bij de bepaling van bodem en compost gebruikt worden en ten slotte zal in hoofdstuk 8 ingegaan worden op de regelgeving rond compost.
AB - Ieder bedrijf produceert afval. Bij bloembollenbedrijven is een groot deel van het afval plantaardig, zoals pelafval, maaisel, stro. Dit afval kan afgevoerd worden, wat een uitstroom van nutriënten en organische stof van het bedrijf tot gevolg heeft en aanzienlijke kosten met zich meebrengt. Het materiaal kan ook op het eigen bedrijf gecomposteerd worden. Sommige bedrijven met open teelt, met name in de bloembollensector, composteren het eigen organisch restmateriaal. Hierdoor worden kosten van afvoer van het materiaal bespaard en kan het materiaal, na compostering, bijdragen aan de organische bemesting van de grond. Uit milieuoogpunt is deze praktijk gunstig, doordat transport van organische rest- en meststoffen beperkt wordt. Naar composteren in het algemeen wordt veel onderzoek gedaan, vooral in het buitenland, en er zijn een aantal tijdschriften die speciaal gewijd zijn aan compost. Een algemeen probleem van compostproeven is echter dat ze of in de kassen plaatsvinden of eenmalig in het veld. Vertaling naar lange termijn effecten en de praktijk zijn daarom vaak moeilijk. Duidelijk is wel dat compost niet de ultieme oplossing is voor bodemproblemen, maar eerder een onderdeel is van de oplossing. Binnen de gehele bedrijfsvoering heeft compost zeker zijn plaats, maar als de bedrijfsvoering in zijn geheel te wensen over laat zal compost weinig effect sorteren. Verder zal het voornamelijk op lange termijn effect zal hebben. Het één keer in één jaar aanbrengen zal dus weinig invloed hebben. In dit rapport wordt dieper in gegaan op het proces van composteren en de betekenis voor de bloembollensector. In hoofdstuk 2 wordt daartoe aandacht besteed aan de materialen waaruit de composthoop opgebouwd is en welke materialen nodig zijn voor een goede opbouw. Waar mogelijk is dit toegespitst op bloembollenbedrijven. In hoofdstuk 3 worden een aantal methoden van composteren behandeld en de randvoorwaarden voor een goed composteringsproces, waarna in hoofdstuk 4 dieper in gegaan wordt op bacteriepreparaten. In hoofdstuk 5 wordt de ziektewering aangestipt, waarbij ook het belang van bodemleven aan bod komt en de relevante proefresultaten. Vervolgens wordt er in hoofdstuk 6 ingegaan op de toediening van compost waarbij het organische stofgehalte van de bodem ter sprake komt en stuifbestrijding. Hoofdstuk 7 gaat in op een aantal analysemethoden die bij de bepaling van bodem en compost gebruikt worden en ten slotte zal in hoofdstuk 8 ingegaan worden op de regelgeving rond compost.
KW - compostering
KW - duurzaam bodemgebruik
KW - bodem-plant relaties
KW - bloembollen
KW - landbouwbedrijven
KW - composting
KW - sustainable land use
KW - soil plant relationships
KW - ornamental bulbs
KW - farms
M3 - Report
BT - Duurzaam bodemleven : literatuurstudie voor composteren bij bloembollenbedrijven
PB - Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
CY - Lisse
ER -