De invloed van het weer op de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen.

Het weer heeft grote invloed op het succes van de werking van de gebruikte gewasbeschermingsmiddelen. In het verslag worden enkele belangrijke weersparameters besproken zoals temperatuur en relatieve luchtvochtigheid (RV) die van belang zijn voor de werking van de middelen. Ook de interactie tussen de plant en de weersparameters wordt behandeld. De opname van middelen in de plant wordt beïnvloed door de cuticula en de waslaag en de vochtigheid na toepassing van het middel. Ook de wijze waarop de middelen geformuleerd zijn beïnvloedt de hechting en opname en dus de werking van de middelen. De Phytophthoramiddelen behoren tot de fungiciden. Van de fungiciden wordt algemeen gesteld dat de contactfungiciden voor een goede hechting na toepassing droog, zonnig weer nodig hebben, zodat het middel snel op het blad kan vastdrogen. Regen na toepassing bekort de werkingsduur, buien met een hoge intensiteit hebben meer invloed dan regenperioden met een lage intensiteit. Bij systemische fungiciden is neerslag, na opname, minder erg. Temperatuur en RV zijn belangrijker voor de werking van systemische middelen. Een temperatuur tussen 15-22 C en een RV groter dan 80% zorgt voor een snel resultaat. In de bijlagen van het rapport worden per fungicide de invloed van weerparameters op de werkzaamheid beschreven. Sleutelwoorden: PPO-agv, akkerbouw, gewasbescherming, geïntegreerde bestrijding, aardappelen, phytophthora, vollegrondsgroententeelt, geintegreerde teelt, phytophthora